Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-04-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:82

Zaaknummer

OB 37 - 2015

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij zich te verweren tegen de hem ingediende klachten en ter ondersteuning daarvan het standputn van zijn cliënt naar voren te brengen. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 2 april  2015

in de zaak OB 37-2015

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klagers

 

 

tegen:

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Oost-Brabant van 5 maart 2015 met kenmerk 48/14/160K , door de raad ontvangen op 6 maart 2015 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder trad op als advocaat van de wederpartij van klagers in diverse civiele procedures. Klagers hebben bij brief d.d. 11 juli 2014 klachten over het optreden van verweerder in die procedures ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant. Verweerder heeft bij brief d.d. 9 oktober 2014 aan de deken gedupliceerd naar aanleiding van (de repliek van klagers m.b.t.) die klachten.

1.2         Klagers hebben zich op 29 oktober 2014 beklaagd over de inhoud van voormelde dupliek van verweerder.

1.3         De deken heeft ten aanzien van de klacht d.d. 11 juli 2014 op 15 december 2014 het standpunt ingenomen dat deze hem in alle onderdelen (kennelijk) ongegrond voorkomt. De deken heeft deze klacht desgevraagd doorgezonden aan de raad van discipline. De voorzitter van de raad van discipline heeft de klacht (bij de raad bekend onder nummer OB 5-2015) bij beslissing d.d. 6 februari 2015 in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Klagers hebben op 19 februari 2015 verzet gedaan tegen deze beslissing.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in zijn brief d.d. 9 oktober 2014 aan de deken stellingen heeft ingenomen en aannames heeft gemaakt die niet op waarheid berusten, om daarmee een negatief beeld te scheppen van de persoon van klager sub 2 en om de aandacht van de klachten in zaak 48/14/113K af te leiden. Verweerder heeft aldus de deken bewust onjuist geinformeerd en bewust informatie achtergehouden.

 

3.           VERWEER

3.1         Verweerder betwist de deken met zijn brief van 9 oktober 2014 (opzettelijk) onjuist te hebben voorgelicht. Verweerder heeft in die brief het standpunt van zijn cli ë nten in de diverse procedures weergegeven. De geschillen die partijen verdeeld houden, zijn ter beoordeling aan de civiele rechter voorgelegd.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

4.2         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.3         De onderhavige klacht heeft betrekking op de wijze waarop verweerder bij dupliek heeft gereageerd op (de nadere toelichting bij repliek op) door klagers eerder, op 11 juli 2014, tegen hem ingediende klachten. Het staat een advocaat als verweerder in een klachtprocedure, waarin hij partij is, in beginsel vrij datgene naar voren te brengen wat hij ter weerlegging van de gegrondheid van de klacht noodzakelijk acht. Verweerder werd verweten dat hij de rechter bewust onjuist had geinformeerd. In dat kader, dus als reactie op de klachten, heeft verweerder de stellingen van klagers betwist en (de juistheid van) het standpunt van zijn cliënten daar tegenover  gesteld. Verweerder heeft in de klachtprocedure terecht naar voren gebracht dat de waarheidsvinding in en de beoordeling van de civiele geschillen tussen klagers en zijn cliënten is voorbehouden aan de civiele rechter.

4.4         Het stond verweerder dus vrij zich in de klachtprocedure OB 5-2015 te verweren op de wijze die hij noodzakelijk achtte, uiteraard met inachtneming van de grenzen die wet en fatsoen aan de uitlatingen van elke procespartij stellen. Het is begrijpelijk en gerechtvaardigd dat verweerder, om de feitelijke juistheid van de verwijten van klagers te weerleggen, het standpunt van zijn cli ë nten tegenover dat van klagers heeft gesteld. Uiteraard konden klagers zich, ook in de klachtzaak, niet verenigen met het standpunt van de cli ë nten van verweerder en dus evenmin met zijn verwoording daarvan, maar deze situatie is eigen aan een geschil en behoefde verweerder er niet van te weerhouden te reageren zoals hij heeft gedaan. Dat hij daarbij de zojuist genoemde grenzen zou hebben overschreden, is niet gebleken.

4.5         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder de deken in zijn brief d.d. 9 oktober 2014 onjuist heeft geïnformeerd, laat staan moedwillig, dan wel informatie heeft achtergehouden. Verweerder heeft zich verweerd tegen de tegen hem ingediende klachten en ter ondersteuning daarvan het standpunt van zijn cli ë nten naar voren gebracht. Dat stond hem vrij en hiervan valt verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De voorzitter zal de klacht daarom als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, op 2 april 2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 april 2015

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klagers

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.