Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-08-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:192

Zaaknummer

15-276/DB/GLD

Inhoudsindicatie

Deken heeft terecht de in de verwijzingsbeslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline vervatte opdracht tot onderzoek van een klacht uitgevoerd.

Uitspraak

 

Beslissing van 26 augustus 2015

in de zaak 15-276/DB/GLD

 

naar aanleiding van de klacht van:

                  

klaagster

 

 

tegen:

 

 

verweerster

 

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 14 juli 2015 met kenmerk K 15/BM01), door de raad ontvangen op 16 juli 2015 en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1             VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1       Klaagster heeft bij brief dd. 12 februari 2015 een klacht tegen verweerster ingediend bij het Hof van Discipline. De voorzitter van het Hof van Discipline heeft bij beslissing dd. 17 maart 2015 de klacht voor onderzoek verwezen naar de deken in het arrondissement Gelderland. Klaagster heeft deken verzocht de klacht door te zenden naar de raad van discipline.

 

2             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1       De (plaatsvervangend) voorzitter van het Hof van Discipline heeft bij beslissing dd. 5 februari 2015 een klacht van klaagster tegen mr. X voor onderzoek naar verweerster, in haar hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant, verwezen.

2.2       Verweerster heeft voormelde verwijzingsbeslissing en het klachtdossier op 6 februari 2015 ontvangen. De stafjurist van de orde van advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant heeft klaagster namens de deken bij brief dd. 10 februari 2015 geïnformeerd dat de klacht in behandeling was genomen.

2.3       Klaagster heeft zich bij brief dd. 12 februari 2015 beklaagd over het optreden van verweerster.

 

3             KLACHT

3.1       De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

verweerster de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline dd. 5 februari 2015 heeft uitgevoerd, terwijl deze beslissing niet rechtsgeldig is.

 

4             VERWEER

4.1       De beslissing dd. 5 februari 2015 is een rechtsgeldige beslissing. Klaagster licht niet toe waarom deze beslissing nietig zou zijn. Voor zover klaagster veronderstelt dat een beslissing van een plaatsvervangend voorzitter niet rechtsgeldig is, is deze veronderstelling onjuist.

 

 

5             BEOORDELING

 

5.1      Het in de artikelen 46 en volgende van de Advocatenwet geregelde tuchtrecht voor advocaat heeft betrekking op het handelen en nalaten van advocaten en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten te waarborgen. Wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, geldt het advocatentuchtrecht in die zin dat indien die advocaat zich bij de vervulling van die andere hoedanigheid zodanig gedraagt dan wel misdraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd, sprake kan zijn van een handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, waarvan hem of haar een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

 

5.2      Verweerster heeft na ontvangst van de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van het Hof van Discipline dd. 5 februari 2015 onderzoek gedaan naar de klacht van klaagster tegen mr. X. Klaagster stelt dat verweerster hiertoe niet had mogen overgaan, aangezien de beslissing waarbij de klacht voor onderzoek naar haar is verwezen nietig is. Klaagster heeft haar stelling dat de beslissing nietig is niet verder onderbouwd.

 

5.3      De voorzitter heeft kennis genomen van de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van het Hof van Discipline dd. 5 februari 2015. De beslissing voldoet aan alle aan een beslissing tot verwijzing gestelde voorwaarden, zodat niet valt in te zien op welke grond deze beslissing nietig is. Verweerster heeft dan ook juist gehandeld door de in die beslissing vervatte opdracht tot het doen van onderzoek van de klacht van klaagster tegen mr. X uit te voeren.

 

5.4      De voorzitter zal op grond van het bovenstaande met toepassing van artikel    46j Advocatenwet beslissen dat de klacht kennelijk ongegrond is.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

beslist met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet dat de klacht kennelijk ongegrond is.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  26 augustus 2015

 

 

Griffier                                            Voorzitter

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 31 augustus 2015

 

verzonden aan:

-        klaagster        

-        verweerster

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw te Breda aan de Sluissingel 20

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is:

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.