Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-02-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:56

Zaaknummer

7264

Inhoudsindicatie

Er staat geen beroep open tegen een beslissing van de raad waar het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ongegrond wordt verklaard.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 9 februari 2015

in de zaak 7264

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 4 juli 2014, onder nummer 07/13, aan partijen toegezonden op 8 juli 2014, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 15 februari 2013 ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Bij beslissing van 8 september 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 8 september 2014.

2.2    De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 12 september 2014. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 januari 2015, waarbij verweerster is verschenen.

2.3    Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3    DE BEOORDELING

3.1    Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de plaatsvervangend voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in zijn beslissing van 8 september 2014.

3.2    Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

    

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  8 september 2014 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs.  A.A.H. Zegers, D.J. Markx H.J. de Groot en M.L.J.C. van Emden-Geenen, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2015.