Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-01-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:24

Zaaknummer

7209

Inhoudsindicatie

Verwijt inadequate bijstand te hebben geleverd tegen hoge declaraties. Ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 23 januari 2015

in de zaak 7209

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 30 juni 2014, onder nummer ZWB 272 2013, aan partijen toegezonden op 1 juli 2014, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 22 juli 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder;

-    de brief d.d. 18 september 2014 van klager;

-    de brief d.d. 21 oktober 2014 van klager;

-    de brief d.d. 22 oktober 2014 van klager;

-    de brief d.d. 26 oktober 2014 van klager;

-    de brief d.d. 27 oktober 2014 van verweerder;

-    de brief d.d. 28 oktober 2014 van de griffie aan klager;

-    de brief d.d. 28 oktober 2014 van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 november 2014, waar verweerder en, namens klager, mr. X., zijn verschenen. Klager heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling op 28 oktober 2014 een pleitnota ingebracht.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat: verweerder bij zijn werkzaamheden voor klager in een groot aantal (rechts)zaken niet de kwaliteit heeft geleverd die klager mocht verwachten, terwijl hij wel hoge declaraties heeft gestuurd.

4    FEITEN

    In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 30 juni 2014, gewezen onder nummer ZWB 272-2013.

Aldus gewezen op 21 november 2014 door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.R. Sturhoofd, G.J. Visser en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2015.