Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-06-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:140

Zaaknummer

OB 71 - 2015

Inhoudsindicatie

Klager is zelf niet ingegaan op verzoeken van de advocaat om zijn stellingen nader met bewijsstukken te onderbouwen en heeft om retourzending van de stukken gevraagd. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 1 juni 2015

in de zaak OB 71-2015

naar aanleiding van de klacht van:

 

           

 

klager

 

 

tegen:

 

 

 

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 30 april 2015 met kenmerk 48/15/007K , door de raad ontvangen op 4 mei 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager is op 29 januari 2014 samen met zijn minderjarige zoon als bijrijders in een personenauto een ongeval overkomen. Verweerder heeft klager bijgestaan in de letselschadezaak.

1.2         Verweerder heeft klager bij brief dd. 3 januari 2015 bericht dat de wederpartij had aangeboden de zaak in onderling overleg te regelen middels betaling van een bedrag ad € 2.500,-. Klager heeft bij schrijven dd. 7 januari 2015 aan verweerder bericht niet op het aanbod van de wederpartij te willen ingaan.

1.3         Verweerder heeft klager vervolgens verzocht te reageren op de stelling van de verzekeraar dat door de andere bij het ongeval betrokken partij geen bumperschade was gemeld en om aanvullend bewijsmateriaal aan klager verzocht.

1.4         Klager heeft verweerder hierna om retourzending van zijn dossier verzocht.

1.5         Klager heeft zich bij brief dd. 17 januari 2015 bij verweerder beklaagd over het optreden van verweerder.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.           verweerder niet meer reageerde nadat klager te kennen had gegeven niet in te willen gaan op het schikkingsvoorstel van de wederpartij;

2.           verweerder pas nadat klager met aangifte dreigde het dossier aan klager retour heeft gezonden.

 

 

3.            VERWEER   

3.1         Klager was niet bereid op het schikkingsvoorstel van de wederpartij in te gaan Verweerder heeft klager vervolgens medegedeeld dat hij als eisende partij zijn stellingen diende te bewijzen. Toen verweerder bij brieven van 3 en 14 januari 2015 kritische vragen stelde en klager verzocht aanvullend bewijsmateriaal aan hem toe te zenden, werd klager boos. Op 19 januari 2015 heeft klager om retourzending van het dossier gevraagd. Verweerder heeft het dossier op 21 januari 2015 aan klager toegezonden.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46  van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         De voorzitter volgt klager niet in zijn stelling dat verweerder niet meer reageerde toen klager niet op het schikkingsvoorstel wilde ingaan. Verweerder heeft klager immers -terecht- voorgehouden dat klager, indien hij in rechte met succes een procedure wilde voeren, als eisende partij gehouden is om zijn stellingen te bewijzen. Klager is zelf niet ingegaan op de verzoeken van verweerder, en heeft om retourzending van het dossier verzocht.

4.3         Klager beklaagt zich er ook over dat verweerder niet direct reageerde op zijn verzoek om retourzending van het dossier. Klager stelt het dossier pas op 30 januari 2015 te hebben ontvangen, terwijl verweerder stelt het dossier op 21 januari 2015 aan klager te hebben verzonden. Wat hiervan ook moge zijn, de termijn waarbinnen klager het dossier van verweerder retour heeft ontvangen, is niet zodanig lang dat verweerder hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt.

4.4         Op grond van het voorgaande komt de voorzitter met toepassing van artikel 46j Advocatenwet tot het besluit dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is .

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

besluit met toepassing van artikel 46j Advocatenwet dat de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond is.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 1juni 2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juni 2015

 

verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

 

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen 30 dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 30 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.