Rechtspraak
Uitspraakdatum
09-02-2015
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2015:55
Zaaknummer
7265
Inhoudsindicatie
Klager had te laat beroep ingesteld. Verzet tegen de beslissing van de voorzitter ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 9 februari 2015
in de zaak 7265
naar aanleiding van het verzet van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 4 juli 2014, nummer 06/13, aan partijen toegezonden op 8 juli 2014, waarbij de klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 Bij e-mail van 25 juli ontving de griffie van het hof het bericht van klager, gedateerd 18 juli 2015 met de aanzegging beroep in te stellen. Bij e-mail van 9 augustus ontving het hof het bericht van klager, eveneens gedateerd 18 juli 2015 waarin klager met gronden beroep instelt tegen bovengenoemde beslissing van de raad.
2.2 Bij beslissing van 8 september 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 8 september 2014.
2.3 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 12 september 2014. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 januari 2015, waarbij verweerster is verschenen.
2.4 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3 DE BEOORDELING
3.1 Klager kon, op grond van artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet uiterlijk 7 augustus 2014 beroep instellen en het beroep met de gronden is derhalve te laat ingediend.
3.2 Klager verzoekt het hof het beroep, ondanks de late indiening, toch inhoudelijk te behandelen. Hij stelt dat hij vergeefs naar het hof heeft getracht e-mails te versturen naar de griffie van het hof op vrijdag 7 en zaterdag 8 augustus 2015. Op donderdag 7 augustus 2014 en zaterdag 9 augustus 2014 heeft het hof e-mails van klager ontvangen. De e-mail van 7 augustus 2014 bevat geen gronden. De e-mail van 9 augustus 2014 is na het verstrijken van de termijn ontvangen
3.3 Voorts voert klager aan dat er belangrijker zaken waren die hem belemmerden eerder zijn beroepschrift voorzien van gronden in te dienen. Klager heeft niet nader onderbouwd waaruit deze omstandigheden bestonden, zodat reeds op die grond niet vastgesteld kan worden dat sprake is van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 8 september 2014 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.A.H. Zegers, D.J. Markx H.J. de Groot en M.L.J.C. van Emden-Geenen, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2015.