Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-02-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:42

Zaaknummer

7402

Inhoudsindicatie

Niet-ontvankelijk omdat het beroepschrift te laat is ingediend, toepasselijkheid van bepalingen uit de Algemene Termijnenwet.

Uitspraak

                                   

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 5 februari 2015

in de zaak 7402

    naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 1 december 2014, nummer OB 86-2014, aan partijen toegezonden op 2 december 2014, waarbij van de klacht klager de klachtonderdelen 1 en 2 niet-ontvankelijk zijn verklaard en de klachtonderdelen 3, 4 en 5 ongegrond zijn verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is gedateerd 4 januari 2015, verzonden in een envelop gefrankeerd 6 januari 2015 en ontvangen ter griffie van het hof op 9 januari 2015.

3    DE BEOORDELING

3.1    Aangezien de beslissing van de raad op 2 december is toegezonden aan klager kon hij klager, op uiterlijk 5 januari 2015 hoger beroep instellen.

3.2    Op grond van artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet dient een beroep binnen 30 dagen bij de griffie van het hof te zijn ingediend. De 30ste dag gerekend vanaf de verzenddatum is 1 januari 2015, een feestdag als bedoeld in de algemene termijnenwet.

Vrijdag 2 januari 2015 is op grond van het besluit gelijkstelling van 30 mei 2014, 2 januari, 4 en 5 mei 2015, 6 mei 2016 met een algemeen erkende feestdag gelijkgesteld met een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de algemene termijnenwet, als gevolg waarvan de termijn waarbinnen klager tijdig appel kon instellen werd verlengd tot en met maandag 5 januari 2015.

    Nu de appelmemorie van klager door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van vermelde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat dit dient te worden afgewezen.

    BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het door klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 1 december 2014 ingestelde hoger beroep.

Aldus beslist op 5 februari 2015 door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, plaatsvervangend voorzitter.

Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het Hof van Discipline is gevestigd te Breda aan Thorbeckeplein 8.

Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 9679, 4801 LT  BREDA.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 076 5484607.

De beslissing is verzonden op 5 februari 2015.