Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-04-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:118

Zaaknummer

7402

Inhoudsindicatie

Beroepschrift te laat ingediend. 30 dagen termijn betreft kalenderdagen en geen werkdagen.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 20 april 2015

in de zaak 7402

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het Hof van Discipline verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 1 december 2014, nummer OB 86 2014, aan partijen toegezonden op 2 december 2014, waarbij van de klacht klager de klachtonderdelen 1 en 2 niet-ontvankelijk zijn verklaard en de klachtonderdelen 3, 4 en 5 ongegrond zijn verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, gedateerd 4 januari 2015, is in een envelop gefrankeerd 6 januari 2015, ter griffie van het hof ontvangen op 9 januari 2015. Bij beslissing van 5 februari 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 5 februari 2015.

2.2    De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 11 februari 2015. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 23 maart 2015, waarbij geen van de partijen is verschenen.

2.3    Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3    DE BEOORDELING

3.1    Het beroepschrift is ter griffie ontvangen na het verstrijken van de termijn van 30 dagen, gesteld in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet.

3.2    Klager beroept zich op verschoonbaarheid van de overschrijding van deze termijn en verzoekt het hof het beroep, ondanks de late indiening, toch inhoudelijk te behandelen.

3.3    Klager stelt abusievelijk van 30 werkdagen in plaats van 30 kalenderdagen te zijn uitgegaan, als gevolg waarvan zijn beroepschrift slechts enkele dagen te laat is ingediend. De stelling dat een termijn aan de hand van werkdagen dient te worden berekend is onjuist en mist wettelijk grondslag. Het beroep is na het verstrijken van de wettelijke termijn ingediend en dat leidt tot het oordeel dat het niet-ontvankelijk is, onafhankelijk van het feit dat de overschrijding van de termijn slechts enkele dagen bedraagt.

3.4    Het  vorenstaande leidt tot het oordeel dat het verzet van klager ongegrond dient te worden verklaard.

DE BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline van 5 februari 2015 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. C.A.M.J. Raymakers, M. Pannevis, A.J. Louter en J.R. Krol, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2015.