Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-06-2015
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2015:194
Zaaknummer
7461
Inhoudsindicatie
Klager trok zijn klacht in en het hof ziet geen redenen aan het algemeen belang ontleend om de klacht voort te zetten. Hof vernietigt de beslissing van de raad en verstaat dat niet meer op de klacht behoeft te worden beslist.
Uitspraak
Beslissing van 8 juni 2015
in de zaak 7461
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
klager
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 16 februari 2015, onder nummer R.4464/14.50, aan partijen toegezonden op 17 februari 2015, waarbij een klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van waarschuwing is opgelegd.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL: TADRSGR:2015:44.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 11 maart 2015 ter griffie van het hof ontvangen. Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.
2.2 Per brief van 10 april 2015 heeft klager zijn klacht tegen verweerder ingetrokken.
2.3 Per brief van 4 mei 2015 heeft de deken laten weten dat hij geen redenen aan het algemeen belang ontleend ziet om de kwestie voort te zetten.
3 BEOORDELING
Klager heeft bij brief laten weten aan het hof zijn klacht te willen intrekken. Aangezien de raad de klacht gegrond heeft verklaard en aan verweerder een maatregel heeft opgelegd, heeft het hof de deken verzocht zijn standpunt te bepalen over de vraag of naar zijn inzicht, met toepassing van artikel 47a Advocatenwet, de klachtbehandeling zou moeten worden voortgezet om redenen aan het algemeen belang ontleend. De deken heeft het hof bericht dat naar zijn inzicht dergelijke redenen niet aanwezig zijn, gezien het feit dat de klacht beperkt is tot de relatie klager/verweerder. Dit oordeel wordt door het hof gedeeld en daarom dient dit te leiden tot vernietiging van de beslissing van de raad.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage van 16 februari 2015, gewezen onder nummer R.4464/14.50,
en,
- verstaat dat op de klacht niet meer behoeft te worden beslist.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. L. Ritzema, G.J. Visser, W.A.M. van Schendel en I.E.M. Sutorius, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2015.