Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-05-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:123

Zaaknummer

14-212

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond. Voorzitter heeft klaagster terecht kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht bevonden, gelet op tijdsverloop.

Uitspraak

Beslissing van 11 mei 2015

in de zaak 14-212

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 14 januari 2015 op de klacht van:

mevrouw W.

klaagster

tegen:

mr. J.

advocaat te B.

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 30 juni 2014 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 22 december 2014 met kenmerk RVT 140230, door de raad ontvangen op 23 december 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 14 januari 2015 heeft de voorzitter van de voorzitter de klacht afgewezen als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk, welke beslissing op  14 januari 2015 is verzonden aan klaagster.

1.4    Bij brief van 23 januari 2015, door de raad ontvangen op 28 januari 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 maart 2015 in aanwezigheid van klaagster en verweerder.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 14 januari 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    De voorzitter heeft klaagster ten onrechte kennelijk niet ontvankelijk verklaard in haar klacht als gevolg van het tijdsverloop dat zich sinds het voordoen van de feiten in 2005 heeft voorgedaan en het indienen van de klacht in 2014. In alle procedures die zijn gevolgd heeft klaagster steeds aangevoerd dat verweerder de kwestie na de begrotingsprocedure alsnog aan de kantonrechter had moeten voorleggen. Er kan derhalve geen sprake zijn van verjaring.

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. J.R.O. Dantuma, R.P.F. van der Mark, P.J.F.M. de Kerf en F.L.M. Broeders, leden, bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2015.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland.

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.