Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-03-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:59

Zaaknummer

L 24 - 2015

Inhoudsindicatie

Niet komen vast te staan dat advocaat van de wederpartij actief bij de kinderen van partijen informatie heeft ingewonnen en deze in de procedure heeft gebruikt. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 3 maart  2015

in de zaak L 24-2015

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klager

 

 

tegen:

 

 

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Limburg van 18 februari 2015 met kenmerk DOK 14-137 , door de raad ontvangen op 19 februari 2015 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

    1.1         Verweerder treedt sedert oktober 2013 op als advocaat van de wederpartij van klager in een echtscheidingsprocedure. Verweerder heeft namens zijn cliënte aan de rechtbank verzocht voorlopige voorzieningen te treffen. Verweerder heeft zijn cliënte voorts bijgestaan in de echtscheidingsprocedure, waarin kinder- en partneralimentatie en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden aan de orde was.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder, als advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure, de kinderen van partijen, die in dezelfde straat wonen als verweerder, actief heeft benaderd om informatie in te winnen over klager en zijn nieuwe partner, welke informatie in de gerechtelijke stukken is gebruikt.

 

3.               VERWEER

3.1          Hetgeen verweerder wordt verweten is feitelijk onjuist. Hetgeen door         verweerder in de procedure is ingebracht is afkomstig uit informatie van de cliënte van verweerder, uit haar eigen waarneming casu quo naar         aanleiding van hetgeen zij zelf van haar kinderen heeft gehoord.

3.2          Verweerder heeft op geen enkele wijze de kinderen actief benaderd of         bevraagd. Verweerder heeft zijn cliënte ook niet ertoe aangezet om de         kinderen als “informanten” in te zetten.

3.3          Het contact met de kinderen die in de zelfde staart wonen, is qua aard en         frequentie minimaal. Verweerder is nooit alleen thuis geweest met (een         van de ) kinderen van partijen.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

4.2         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.3         Klager verwijt verweerder als advocaat van de wederpartij in de echtscheidingsprocedure actief bij de kinderen van partijen informatie te hebben ingewonnen en deze in de procedure te hebben gebruikt. Verweerder betwist al hetgeen door klager is gesteld.

   4.4          In gevallen als deze, waarin de lezingen van partijen omtrent het handelen of nalaten van de advocaat uiteenlopen en waarin zonder bewijslevering - die niet is aangeboden en waartoe de klachtprocedure zich niet goed leent - niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen de juiste is, kan de klacht in beginsel niet gegrond worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van klager minder geloof zou verdienen dan het woord van verweerder, maar op de omstandigheid dat voor de kwalificatie van het handelen of nalaten van verweerder als tuchtrechtelijk verwijtbaar eerst dient te worden vastgesteld dat het verweten handelen of nalaten feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is in deze zaak niet mogelijk. De voorzitter zal de klacht daarom als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 3 maart   2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 maart 2015

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.