Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-01-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:54

Zaaknummer

14-124

Inhoudsindicatie

Verzet tegen beslissing over klacht in verband met over afsluiten dossier ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 5 januari 2015

in de zaak 14-124

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 14 augustus 2014 op de klacht van:

de heer .J.

klager

tegen:

mr. .D.

advocaat te  U

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 23 juli 2014 met kenmerk RvT 14-0072/TRC/FD, door de raad ontvangen op 24 juli 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 14 augustus 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 14 augustus 2014 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 19 augustus 2014 door de raad ontvangen op 22 augustus 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 november 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 19 augustus 2014.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Toen verweerder klager in 2007 belde, was klager het er niet mee eens dat de zaak was beëindigd. Klager heeft nooit een uitslag van de zaak gekregen. Klager verwacht dat verweerder een akte van compromis tekent.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Dat klager het er in 2007 niet mee eens was dat de zaak door verweerder was beëindigd kan niet tot een ander oordeel leiden. Klager was er immers in 2006 mee bekend dat verweerder de zaak had beëindigd, zodat hij –wanneer hij het daar niet mee eens was- op dat moment actie had kunnen ondernemen. 

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

    verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. mr S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. A.T. Bolt, H. Dulack, E.A.T.M. Steverink, P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. P.H. Burger als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 januari 2015.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 7 januari 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.