Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-01-2015
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2015:8
Zaaknummer
14-164NH
Inhoudsindicatie
Verzet. Verkorte afdoening. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 12 januari 2015
in de zaak 14-164NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing
van de voorzitter van de raad van discipline
van 18 juli 2014 op de klacht van:
1. de heer
2. mevrouw
p/a gemachtigde: de heer
klagers
tegen:
de heer mr.
advocaat te
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 23 juni 2014 met kenmerk td/np/13-449, door de raad ontvangen op 26 juni 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 18 juli 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: ‘voorzitter’) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op dezelfde datum is verzonden aan klagers.
1.3 Bij faxbrief van 28 juli 2014, op dezelfde dag per fax en op 4 augustus 2014 per brief door de raad ontvangen, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 november 2014 in aanwezigheid van de gemachtigde van klagers en verweerder, vergezeld door zijn kantoorgenoot mr. W.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 28 juli 2014.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter op onjuiste gronden tot zijn oordeel is gekomen.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandig-heden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Verweerder valt geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A. de Groot,
M. Middeldorp. A.M. Vogelzang, M. Ynzonides, bijgestaan door
mr. M.J.E. van den Bergh als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 januari 2015.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 12 januari 2015 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.