Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-06-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:211

Zaaknummer

7392

Inhoudsindicatie

Verwijt over trage bijstand ongegrond.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 19 juni 2015

in de zaak 7392

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klaagster

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 22 december 2014, onder nummer

14-136, aan partijen toegezonden op 22 december 2014, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder voor wat betreft klachtonderdeel a ongegrond is verklaard en klachtonderdeel b niet-ontvankelijk is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL: TADRARL:2014:387.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 20 januari 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder;

-    de mail d.d. 17 februari 2015 van klaagster;

-    de mail van 9 maart 2015 van klaagster.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 17 april 2015, waar geen van de partijen is verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:

a)    de zaak van klaagster traag heeft behandeld en niet althans niet tijdig op haar telefoontjes en e-mails heeft gereageerd;

b)    slechts enkele dagen voor het verstrijken van de termijn van hoger beroep de bijstand aan klaagster heeft gestaakt.

4    FEITEN

    In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 22 december 2014, gewezen onder nummer 14-136.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.B.A.P.M. Ficq, T.H. Tanja-van den Broek en J.A. Schaap, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2015.