Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-08-2015
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2015:249
Zaaknummer
7531
Inhoudsindicatie
Artikel 13 Advocatenwet. Uit de door klaagster aan het hof overgelegde stukken kan het hof niet afleiden dat sprake is van een procedure welke klaagster zou willen voeren en waarvoor bijstaand van een advocaat is voorgeschreven.
Uitspraak
Beslissing
van 24 augustus 2015
in de zaak 7531
naar aanleiding van het beklag van:
klaagster
tegen:
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klaagster heeft bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 18 mei 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift heeft klaagster zich beklaagd over het feit dat de deken haar verzoek heeft afgewezen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 21 mei 2015 ter griffie van het hof ontvangen. Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.
2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 juni 2015, waar geen van de partijen is verschenen.
3 FEITEN
3.1 Het volgende is komen vast te staan:
3.2 Bij brief van 5 maart 2015 heeft klaagster de deken om aanwijzing van een advocaat verzocht. Nadat de deken diverse malen om uitleg van en toelichting op het verzoek aan klaagster had gevraagd en hij daarop van klaagster geen uitleg/antwoord kreeg, heeft de deken klaagster uitgenodigd voor een gesprek, tijdens welke de deken geconstateerd heeft dat klaagster als gevolg van een aanhouding door de politie in 2004 zich voor allerlei problemen zag gesteld.
3.3 De deken heeft het verzoek afgewezen op de grond dat niet is gebleken dat voor de problemen bijstand van een advocaat voorgeschreven is.
4 BEOORDELING
Uit de door klaagster aan het hof overgelegde stukken kan het hof niet afleiden dat sprake is van een procedure welke klaagster zou willen voeren en waarvoor bijstaand van een advocaat is voorgeschreven. Reeds om die reden is het beklag van klaagster tegen de beslissing van de deken ongegrond.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de deken van 18 mei 2015 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. P.T. Gründemann, M. Pannevis, M.L.J.C. van Emden-Geenen, en J.A. Schaap, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2015.
De beslissing is verzonden op 24 augustus 2015.