Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-06-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:156

Zaaknummer

OB 18 - 2015

Inhoudsindicatie

De termijn waarbinnen bij de raad van discipline verzet moet zijn ingediend, betreft een fatale wettelijke termijn. Mogelijk vertraagde postbezorging behoort tot de risicosfeer van klaagster.

Inhoudsindicatie

Verzet niet-ontvankelijk

Uitspraak

Beslissing van 29 juni 2015

in de zaak OB 18-2015

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 10 maart 2015 op de klacht van:

 

klaagster

 

 

tegen:

 

 

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 5 februari 2015 met kenmerk 48/14/109K , door de raad ontvangen op 9 februari 2015 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 10 maart 2015 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 16 maart 2015 is verzonden aan klager.

1.3      Bij brief van 27 maart 2015 door de raad ontvangen op 31 maart 2015 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      De griffier van de raad heeft partijen bij brief dd. 10 april 2015 bericht dat, nu het verzetschrift door de raad buiten de wettelijke termijn was ontvangen, eerst de ontvankelijkheid van het verzet dient te worden beoordeeld. Partijen zijn bij voormelde brief door de griffier opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 18 mei 2015, met de mededeling dat tijdens deze zitting enkel de ontvankelijkheid van het verzet aan de orde zou worden gesteld.

 

1.5      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 18 mei 2015 in aanwezigheid van verweerder . Klaagster heeft de raad bij brief dd. 22 april 2015, door de raad ontvangen op 23 april 2015, bericht wegens persoonlijke omstandigheden niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te kunnen zijn. Klaagster heeft in voormelde brief naar voren gebracht dat het verzetschrift een dag te laat is ontvangen door de griffie van de raad omdat op maandag geen post wordt bezorgd.

         Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.6      De raad heeft kennisgenomen van:

-     de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken             waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-      het verzetschrift van klager dd. 27 maart 2015, door de raad ontvangen         op 31 maart 2015;

-     de brief van klaagster dd. 22 april 2015, door de raad ontvangen op 23 april 2015.

 

2          BEOORDELING

2.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

2.2      Tegen een beslissing van de voorzitter van de raad van discipline kunnen ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet klager en de deken binnen veertien dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline.

 

2.3      De beslissing van de raad is verzonden op 16 maart 2015. Dit betekent dat de verzettermijn aanving op 17 maart 2015. Het verzetschrift had derhalve uiterlijk op 30 maart 2015 door de raad dienen te zijn ontvangen. Het verzetschrift van klager is door de raad eerst op 31 maart 2015, derhalve niet tijdig, ontvangen.

 

2.4      De termijn waarbinnen bij de raad van discipline verzet moet zijn ingediend, betreft een fatale wettelijke termijn. Door klaagster zijn geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht op grond waarvan de raad tot de conclusie zou moeten komen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Zoals onderaan de beslissing staat vermeld, dient het verzet uiterlijk op de veertiende dag van de verzettermijn ontvangen te zijn op de griffie van de raad van discipline. Mogelijk vertraagde postbezorging behoort tot de risicosfeer van klaagster.

 

2.5      De raad komt op grond van het bovenstaande tot het oordeel dat het verzet  niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

 

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

Aldus gegeven door mr. P.H. Brandts, voorzitter, mrs. S.A.R. Lely, A.L.W.G. Houtakkers, A.J.F. van Dok en L.R.G.M. Spronken , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 29 juni 2015.

 

 

griffier                                                               voorzitter                                  

 

Deze beslissing is in afschrift op 29 juni 2015

 

verzonden aan:

-     klaagster

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.