Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-02-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:38

Zaaknummer

OB 239 - 2014

Inhoudsindicatie

Klacht niet-ontvankelijk nu klager de deken niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn klacht te onderzoeken zodat de raad zich geen oordeel kan vormen over de klacht. Verzet levert geen nieuwe gezichtspunten.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 9 februari 2015

in de zaak OB 239-2014

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 17 september 2014 op de klacht van:

 

 

klager

 

tegen:

 

 

                             

                             

verweerders

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 26 augustus 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Bij beslissing van 17 september 2014 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 30 september 2014 is verzonden aan verweerders en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant. Bij gebreke van een postadres zijdens klager is de inhoud van de beslissing op 30 september 2014 telefonisch medegedeeld aan klager. 

1.3      Bij brief van 7 oktober 2014, door de raad ontvangen op 8 oktober 2014 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 december 2014 in aanwezigheid van klager. Verweerders zijn, nadat zij de raad bij brief d.d. 3 november 2014 hadden bericht dat zij niet zouden verschijnen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5      De raad heeft kennisgenomen van:

-            de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

                 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-            het verzetschrift van klager d.d. 7 oktober 2014;

-            de nagekomen brief van de zijde van verweerders d.d. 3 november 2014.

 

2          FEITEN en klacht

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt. 

 

3          VERZET

3.1      De gronden van het verzet houdt zakelijk weergegeven in:

dat klagers klacht wederom ongemotiveerd niet in behandeling wordt genomen.

 

4          BEOORDELING

                 Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

 

4.1      De raad is met de voorzitter van oordeel dat, nu klager de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn klacht te onderzoeken en af te handelen op een wijze als in de artikelen 46c, 46d en 46e van de Advocatenwet omschreven, de raad zich geen oordeel kan vormen over de klacht van klager. Om die reden kan klager door de raad niet worden ontvangen in zijn klacht.

4.2      Naar het oordeel van de raad kan de door klager in zijn verzetschrift aangevoerde grond derhalve niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft voorts acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.3      Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 februari 2015.

 

 

griffier                                                               voorzitter                                  

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 9 februari 2015

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-     verweerders

 

en per email aan:

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                       

                        Bij gebreke van een postadres zijdens klager is de inhoud van deze beslissing telefonisch aan hem medegedeeld

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.