Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:255

Zaaknummer

ZWB 265 - 2014

Inhoudsindicatie

Advocaat in hoedanigheid van bindend adviseur niet gehouden om partijen te horen. Juist gehandeld door gemotiveerd advies te verzenden aan opdrachtgever. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van       

in de zaak ZWB 265-2014

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerder

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Zeeland-West-Brabant van 6 oktober 2014 met kenmerk K13-180 , door de raad ontvangen op 7 oktober 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

    1.1         Klaagster is in de periode oktober 2011 - maart 2012 in een civiele procedure bijgestaan door mr. X. Klaagster was in kort geding en in een bodemprocedure gedagvaard. In de kort geding procedure is door partijen een regeling in onderling overleg getroffen, waarna de tegen klaagster aanhangig gemaakte bodemprocedure is ingetrokken. Klaagster is van mening dat verweerster een beroepsfout heeft gemaakt en wenst verweerster op grond daarvan aansprakelijk te stellen.

    1.2         Klaagster is voor de kosten van rechtsbijstand verzekerd bij D.Rechtsbijstand, verder te noemen D. D. heeft de rechtsvraag van klaagster negatief beoordeeld en op grond van de polisvoorwaarden aan verweerder verzocht om een second opinion te geven betreffende de mogelijkheid tot aansprakelijkstelling van mr. X. Verweerder kwam tot de conclusie dat er geen juridische gronden aanwezig waren om mr X aansprakelijk te stellen. Verweerder heeft zijn standpunt bij brief dd. 6 november 2013 aan D. kenbaar gemaakt. Verweerder heeft een kopie van deze brief aan klaagster toegezonden.

2.           KLACHT

    2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zijn opdracht van D. niet naar behoren heeft uitgevoerd.

    2.2         Klaagster heeft ter toelichting op haar klacht het volgende naar voren gebracht:

                  Verweerder beschikte niet over een compleet dossier. Verweerder heeft niet serieus naar het dossier gekeken omdat het dik was en rommelig was aangeleverd. Verweerder is uitgegaan van de beweringen van de wederpartij, terwijl er voldoende ebwijs in het dossier aanwezig was dat deze niet juist waren. Verweerder was bevooroordeeld omdat het om een collega-advocaat ging. Verweerder heeft onvoldoende uitleg gegeven over de totstandkoming en de achtergrond van het advies.

 

3.               VERWEER

3.1            Verweerder heeft geen opdracht gekregen van klaagster, maar van D.Rechtsbijstand. De opdracht hield uitsluitend in om een oordeel te geven over de vraag of er een redelijke kans van slagen was om mr. X aansprakelijk te stellen voor de door klaagster gestelde schade als gevolg van een beroepsfout.

3.2            Verweerder heeft de zaak naar eer en geweten bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat mr. X geen beroepsfout heeft gemaakt. Verweerder heeft zijn standpunt in zijn brief dd. 6 november 2013 aan D. uiteengezet. Verweerder heeft hiervan fatsoenshalve ook een kopie aan klaagster gestuurd. Klaagster dient zich voor uitleg tot D. te wenden. D. is immers de opdrachtgever.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

    4.2          Verweerder heeft niet in opdracht van klaagster als advocaat gehandeld. Verweerder heeft in opdracht van D. gehandeld als bindend adviseur in een tussen klaagster en D. gerezen geschil over de haalbaarheid van het aansprakelijk stellen van mr X op grond van een door klaagster vermeende beroepsfout. . De klacht heeft derhalve geen betrekking op gedragingen van verweerder als advocaat, maar op het handelen in zijn hoedanigheid van bindend adviseur. Het in de advocatenwet geregelde tuchtrecht heeft in beginsel enkel betrekking op het handelen en nalaten van advocaten en beoogt een behoorlijke beroepsuitoefening door advocaten te waarborgen. De advocaat die zijn taak in opdracht van een rechtsbijstandsverzekeraar uitoefent is niet werkzaam in de hoedanigheid van advocaat doch als bindend adviseur. Het tuchtrecht voor advocaten is op de advocaat in zijn hoedanigheid van bindend adviseur alleen dan van toepassing, indien die advocaat zich bij de vervulling van die hoedanigheid zodanig gedraagt dan wel misdraagt, dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd. Hiervan is uit de aan de raad overgelegde stukken niet gebleken.

    4.3         Het is de taak van een bindend adviseur om, indien hij zich voldoende geïnformeerd acht, op basis van de stukken tot een advies te komen. Een bindend adviseur is niet gehouden om partijen uit te nodigen voor een gesprek om hun visie kenbaar te maken. Verweerder is na bestudering van de stukken tot de conclusie gekomen dat er geen sprake was van een door mr. X gemaakte beroepsfout. Het is begrijpelijk dat klaagster zich niet kan vinden in het advies van verweerder. Dit betekent echter niet dat verweerder zijn opdracht niet naar behoren heeft uitgevoerd. Verweerder heeft in zijn brief dd. 6 november 2013 gemotiveerd uiteengezet op grond waarvan hij tot die conclusie was gekomen. Verweerder is op grond van de processtukken, de jurisprudentie en toepasselijke wettelijke bepalingen tot zijn conclusie gekomen. Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder niet objectief is opgetreden danwel zich door de opvatting van de wederpartij heeft laten leiden. Verweerder heeft gehandeld in opdracht van D. en daarom juist gehandeld door zijn advies schriftelijk aan zijn opdrachtgever, te weten D., toe te zenden. Op verweerder rustte geen verplichting zijn advies aan klaagster nader toe te lichten.

    4.4         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder te maken valt, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  27 oktober 2014.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klaagster

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

per e-mail verzonden aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-.

  Brabant

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.