Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:56

Zaaknummer

L 44 - 2014

Inhoudsindicatie

Niet met concrete feiten onderbouwd dat zaak onvoldoende voortvarend en ondeskundig is behandeld. Advocaat is tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk voor incasso- en executiemaatregelen van voormalig kantoor. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 21 maart 2014

in de zaak L 44 - 2014

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerster

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 19 februari 2014 met kenmerk DOK 385 , door de raad ontvangen op 20 februari 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager heeft zich in mei 2010 tot verweerster gewend inzake een huurkwestie. Verweerster heeft in opdracht van klager bij brief d.d. 1 juni 2010 de huurder aangeschreven over een huurprijswijziging. Verweerster heeft eind 2011 haar werkzaamheden voor klager beëindigd.

1.2         Het toenmalige kantoor van verweerster, verder te noemen X, heeft in rechte betaling van vier openstaande declaraties gevorderd. Klager is bij vonnis d.d. 5 juni 2013 door de kantonrechter veroordeeld tot betaling van € 3.951,96 vermeerderd met de wettelijke rente en proceskosten. X heeft het vonnis middels beslaglegging doen executeren.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerster de zaak van klager niet voortvarend en ondeskundig heeft behandeld;

2.    beslag heeft gelegd op panden die niet aan klager toebehoren;

3.    geen genoegen neemt met een betalingsregeling en overgaat tot openbare verkoop van de inboedel van klager.

 

3.                VERWEER

3.1         Het is verweerster niet duidelijk wat klager bedoelt met het vooruitschuiven van de zaak, zonder daadkrachtige en deskundige stappen te zetten. Er heeft zeer veel telefonisch en schriftelijk contact met klager plaatsgevonden. Verweerster heeft klager niet bijgestaan inzake de vordering van achterstallige huurpenningen. Klager is hierin door een andere advocaat bijgestaan. Verweerster heeft werkzaamheden verricht in het kader van de door klager gewenste huurprijswijziging, gebrekkig onderhoud en het aanspreken van de bankgarantie. Alle werkzaamheden zijn in overleg met en met toestemming van klager verricht. De laatste werkzaamheden zijn verricht in december 2011. De laatste factuur dateert van 3 januari 2012. Verweerster heeft sinds eind 2011 geen contact meer gehad met klager. De klacht is niet onderbouwd en te laat ingediend. Klager heeft nooit enige ontevredenheid geuit en had betaling van de facturen toegezegd. Het faillissement van de huurder heeft niets met deze zaak van doen.

3.2         Verweerster kan op de klachtonderdelen 2 en 3 niet reageren, aangezien zij daarmee geen bemoeienis heeft gehad. De incasso- en executiemaatregelen tegen klager wegens onbetaalde declaraties zijn getroffen door X. Het is aan X om te beslissen of de executie wordt voortgezet. Verweerster heeft hiermee niets van doen.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Klager heeft de klacht onvoldoende onderbouwd met concrete feiten waaruit blijkt dat verweerster de zaak onvoldoende voortvarend en ondeskundig zou hebben behandeld. Nu de opvattingen van partijen ter zake tegenover elkaar staan en klager geen (begin van) bewijs heeft overgelegd waaruit blijkt dat het aan verweerster verweten handelen en nalaten heeft plaatsgevonden, kan dit onderdeel van de klacht niet gegrond worden verklaard. De voorzitter zal klachtonderdeel 1 als kennelijk ongegrond afwijzen.

4.2         De klachtonderdelen 2 en 3 hebben betrekking op door X jegens klager getroffen incasso- en executiemaatregelen. Een advocaat kan tuchtrechtelijk alleen worden aangesproken op haar eigen gedragingen. Nu verweerster niets van doen heeft met het optreden waarop klachtonderdelen 2 en 3 betrekking hebben, zal de voorzitter de klachtonderdelen 2 en 3 tegen verweerster als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst klachtonderdeel 1 als kennelijk ongegrond af;

 

wijst de klachtonderdelen 2 en 3 als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 21 maart 2014.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 24 maart 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.