Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:251

Zaaknummer

14-192A

Inhoudsindicatie

Verzoek ex art. 60b Advocatenwet. Disfunctioneren van advocaat. Aanbevelingen kantoorbezoek niet opgevolgd. Hoge schulden, marginale omzet. Benoeming advocaat om dossiers af te wikkelen. Schorsing uitoefening praktijk. 

Uitspraak

Beslissing van 16 september 2014 

in de zaak 14-192A

naar aanleiding van het verzoek ex artikel 60b Advocatenwet van: 

Mr.

in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement

 

Deken

tegen:

mevrouw mr.

Advocaat te Amsterdam,

                   Verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 15 juli 2014, met kenmerk 1014-0512, door de raad ontvangen op 17 juli 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement te Amsterdam een verzoek als bedoeld in artikel 60b  Advocatenwet ten aanzien van verweerster bij de raad ingediend. 

1.2 Het verzoek is behandeld ter zitting van de raad te Amsterdam op 2 september 2014, in aanwezigheid van de deken, drie stafmedewerkers van zijn bureau alsmede verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennisgenomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken, de bij die brief gevoegde stukken alsmede de stukken die door verweerster zijn ingediend. De raad heeft tevens kennis genomen van de tegen verweerster ingediende en ter zitting van 2 september 2014 behandelde klacht (zaaknummer: 14-190A) resp. het dekenbezwaar (zaaknummer: 14-191A).

2 GRONDEN VAN HET VERZOEK

2.1 Als toelichting op het verzoek is door de deken gesteld dat verweerster er geen blijk van geeft haar praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen. Daartoe heeft de deken het volgende aangevoerd:

- Verweerster heeft hoge schulden en balanceert op de rand van faillissement.

- In tenminste drie gevallen zijn termijnen verstreken.

- Het betreft beroepsfouten die door verweerster niet zijn gemeld bij de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar.

- Verweerster verstuurt haar cliënten geen schriftelijke opdrachtbe-vestigingen.

- Verweerster hanteert geen dossiermappen. De zaken worden bewaard in gebruikte enveloppen.

- Verweerster hanteert geen kantoorhandboek.

- Verweerster bedient zich van een postadres, maar dient haar privéadres als kantooradres te laten registreren.

- Verweerster heeft niet voldaan aan het verzoek van de deken om jaarstukken over de jaren 2011 tot en met 2013 te overleggen.

- Ook heeft verweerster niet voldaan aan andere aanbevelingen en verzoeken voortvloeiende uit het kantoorbezoek.

- Verweerster heeft geen praktijkwaarnemer, die haar bij geplande of onverwachte verhindering kan vervangen.

2.2 Naar het oordeel van de deken vormen deze feiten en omstandigheden voldoende aanleiding om verweerster voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk te schorsen.

 

3 FEITEN

3.1 Voor de beoordeling van het verzoek wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

3.2 Op 18 december 2013 heeft een kantoorbezoek plaatsgevonden bij verweerster. Het verslag bevat een negental aanbevelingen. De aanbevelingen 1 tot en met 4 hebben betrekking op de financiële positie van verweerster, die zorgelijk is. Volgens verweerster is thans sprake van ongeveer € 70.000 aan schulden bij beperkte inkomsten. De aanbevelingen 5 tot en met 9 hebben betrekking op de inrichting en de kwaliteit van de praktijkuitoefening.

3.3 Verweerster heeft de aanbevelingen zoals opgenomen in het verslag niet opgevolgd.

3.4 In maart 2013 heeft verweerster een betalingsregeling ad € 100 per maand aangevraagd wegens achterstallige aanslagen omzetbelasting over 2010 en 2011.

3.5 Tegen verweerster is op 18 februari 2014 een klacht bij de deken ingediend; het betreft een kwaliteitsklacht, ingediend door de eigen cliënt. Deze zaak is bij de raad geregistreerd onder nummer 14-190A. De deken heeft naar aanleiding van deze klacht tevens een dekenbezwaar ingediend. Deze zaak is geregistreerd bij de raad onder nummer 14-191A. De deken verwijt met zijn bezwaar verweerster dat zij niet reageert en daarmee het tuchtrechtelijke onderzoek frustreert.

3.6 Op 15 juli 2014 heeft de deken de genoemde klacht, het daaruit voortvloeiende dekenbezwaar alsmede het verzoek ex artikel 60b Advocatenwet bij de raad ingediend.

 

4 BEOORDELING

4.1 Verweerster betwist dat zij termijnen heeft laten verstrijken. Voor het overige betwist verweerster de door de deken aangevoerde feiten en omstandigheden in essentie niet. De raad zal dan ook van de juistheid van die overige feiten en omstandigheden uitgaan. De schuldpositie is zorgelijk en de gerealiseerde omzet is te laag voor een rendabel kantoor dat aan zijn verplichtingen kan voldoen. Verweerster heeft niet aangevoerd dat zij herstel van de omzet verwacht.  

4.2 Verweerster heeft gewezen op de omstandigheden die van invloed zijn geweest op het ontstaan van deze situatie. Verweerster is getroffen door tegenslag. De raad heeft daarvoor begrip, en de raad twijfelt niet aan de intenties en bedoelingen van verweerster, die zich heeft gewijd aan de sociale rechtshulp. Echter, voor een beslissing ingevolge artikel 60b Advocatenwet is niet bepalend of de advocaat een verwijt wordt gemaakt van de situatie zoals deze is ontstaan. Bepalend is of de advocaat structureel disfunctioneert of zodanig disfunctioneert dat de rechtshulpverlening aan cliënten in het gedrang is.

4.3 De raad overweegt dat de deken diverse aanbevelingen heeft gedaan die de kwaliteit van de beroepsuitoefening betreffen. Tussen het kantoorbezoek en het verslag daarvan en de behandeling ter zitting zijn negen maanden verstreken. Verweerster heeft deze periode niet benut om aan de aanbevelingen opvolging te geven. De raad overweegt dat verweerster niet heeft onderkend dat het opvolgen van de aanbevelingen noodzakelijk is om als advocaat adequate rechtshulp te bieden aan de cliënten.

4.4 Verweerster heeft de raad om een kans gevraagd. De raad is er echter niet van overtuigd dat verweerster in voldoende mate alsnog in staat zal zijn het tij te keren. Op de vraag of verweerster een advocaat kan noemen waarmee een overeenkomst tot waarneming van de praktijk kan worden gesloten, antwoordde verweerster dat zij een samenwerkingsverband met een schuldhulpverlener overweegt. Een schuldhulpverlener is echter niet geschikt om als praktijkwaarnemer op te treden. De raad overweegt dat verweerster met zoveel woorden bevestigt dat zij zich gedwongen voelt met de praktijk door te gaan omdat zij uit financiëel oogpunt geen andere keuze heeft.

4.5 De feiten en omstandigheden aangaande de praktijk van verweerster rechtvaardigen de conclusie dat verweerster niet meer in staat is zelfstandig haar praktijk naar behoren uit te oefenen. Dit leidt onvermijdelijk tot het treffen van de maatregel zoals door de deken is verzocht.

4.6 Het verzoek om mr. F. Panholzer, advocaat te Amsterdam, in staat te stellen dossiers waar nodig af te wikkelen, is niet bestreden en zal dan ook worden toegewezen; de raad acht dit gelet op de gevolgen van schorsing een passende voorziening.

BESLISSING

De raad van discipline:

- wijst het verzoek toe en schorst verweerster ex artikel 60b Advocatenwet met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd in de uitoefening van de praktijk; 

- bepaalt bij wijze van voorziening dat verweerster verplicht is mr. F. Panholzer, advocaat te Amsterdam, toegang te verschaffen tot de ruimte waarin de praktijk van verweerster wordt gevoerd, teneinde in het belang van de cliënten van verweerster al die maatregelen te nemen waartoe verweerster als advocaat zelf bevoegd zou zijn, waarbij de dossiers in overleg met de cliënten van verweerster onder kunnen worden gebracht bij andere advocaten of rechtsbijstandsverleners en mr. Panholzer gemachtigd is alle voorzieningen te treffen die hij nodig acht, zo nodig in overleg met de deken, met het oog op de behartiging van de belangen van de cliënten van verweerster, één en ander voor een periode van in beginsel maximaal zes maanden na dagtekening van deze beslissing. Indien voormelde periode niet volstaat, dan kan mr. Panholzer na overleg met de deken bij de raad een verlengingsverzoek van die termijn verzoeken;

- bepaalt dat mr. Panholzer zijn werkzaamheden zal uitvoeren tegen betaling van een vergoeding van ten hoogste € 200,-- per uur (exclusief BTW), met een maximumbedrag van € 5.000,-- (exclusief BTW). Indien laatstgenoemd bedrag niet volstaat, dan kan mr. Panholzer de raad verzoeken om het maximumbedrag te verhogen;

- bepaalt dat verweerster dit bedrag aan het kantoor van mr. Panholzer dient te voldoen;

- verstaat dat de deken namens de raad van toezicht heeft toegezegd deze kosten te zullen dragen indien verweerster daartoe niet in staat is;

Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. N.M.N. Klazinga,

M. Middeldorp, G.J.W. Pulles, K. Straathof, leden, bijgestaan door mr. M.A. Hupkes als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 september 2014.

 

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 16 september 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl