Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-12-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:277

Zaaknummer

R.4556/14.141

Inhoudsindicatie

Nadat de mondelinge behandeling in een verzoekschriftprocedure bij het gerechtshof was afgerond en het gerechtshof een datum voor beschikking had bepaald heeft verweerster zich zonder toestemming van de andere advocaat tot het hof gewend met het verzoek een nieuwe zitting te bepalen. Handelen in strijd met gedragsregel 15 lid 2. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

Uitspraak

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 25 juni 2014, door de raad ontvangen op 26 juni 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij brief van 23 september 2014 heeft mr. S, advocaat te H., namens verweerster stukken in het geding gebracht

1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 oktober 2014 in aanwezigheid van klager en verweerster. Klager werd bijgestaan door mr. S. B., advocaat te A,. Verweerster werd bijgestaan door mr. S, advocaat teH.. Mr. B en mr. S.hebben elk pleitnotities overgelegd. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager is verwikkeld in een familierechtelijk geschil betreffende een minderjarige, geboren uit een vroeger huwelijk van klager. Klager wordt als vader bijgestaan door een advocaat. De wederpartij, de moeder, wordt bijgestaan door verweerster.

2.3 De wederpartij is op 1 augustus 2013 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 13 mei 2013 van de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag.

2.4 Het hoger beroep is mondeling behandeld door het Gerechtshof Den Haag ter zitting van 15 januari 2014. Het hof heeft klager en de wederpartij gescheiden gehoord. Aan het slot van de zitting heeft het hof bepaald dat beschikking zou worden gegeven op 19 februari 2014.

2.5 Door middel van een V8-formulier heeft verweerster zich op 20 januari 2014 tot het gerechtshof gericht, van welk formulier zij op dezelfde datum per fax een afschrift aan de advocaat van klager heeft verzonden.

2.6 In het V8-verzoek deelde verweerster aan het hof het volgende mee:

“Edelgrootachtbare, Hierbij verzoek ik u een nieuwe zitting te bepalen. Er zijn namelijk nieuwe ontwikkelingen in opgemelde procedure die van invloed zijn op de uitspraak. Ik hoop, namens cliënte dat u mijn verzoek inwilligt. Met vriendelijke groet, [verweerster, RvD].”

2.7 Voorafgaande aan de indiening van het V8-verzoek heeft verweerster telefonisch contact gehad met de advocaat van klager. Deze heeft verweerster geen toestemming verleend voor het benaderen van het gerechtshof.

2.8 Op 19 februari 2014, de datum waarop het hof beschikking zou geven, heeft het hof verzocht om nadere informatie omtrent de nieuwe ontwikkelingen. Verweerster heeft daarop geen reactie gegeven. Enkele dagen later heeft het hof de beschikking, gedateerd 19 februari 2014, afgegeven.

2.9 Bij de beschikking van 19 februari 2014 heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en een andere informatieregeling met betrekking tot de minderjarige vastgesteld.

2.10 Bij e-mail 25 februari 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij:

zich zonder toestemming van klagers advocaat tot de rechter heeft gewend toen de zaak al voor vonnis (beschikking) stond.

3.3 In de toelichting op de klacht heeft klager aangevoerd dat verweerster volgens hem het hof heeft voorzien van valse informatie, waardoor het hof een andere uitspraak heeft gedaan dan het hof had gedaan voordat het de beschikking had over die informatie.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 Uitgangspunt bij de beoordeling is gedragsregel 15 lid 2, die inhoudt dat het de advocaat, nadat om een uitspraak is gevraagd, niet geoorloofd is zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden.

5.2 Vaststaat dat verweerster zich bij brief – in de vorm van een V8-formulier – van 20 januari 2014 tot het gerechtshof heeft gericht met een verzoek om een nieuwe zitting te bepalen. Op dat moment waren partijen in afwachting van de beschikking van het gerechtshof, dat ter zitting van 15 januari 2014 had bepaald dat een beschikking zou worden gegeven op 19 februari 2014.

Verweerster beschikte niet over de toestemming van de wederpartij om zich tot het hof te richten.

5.3 Verweerster heeft in haar verweer bij de deken erkend dat zij het gerechtshof niet had mogen aanschrijven.

5.4 Gezien het voorgaande heeft verweerster zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en is de klacht gegrond.

5.5 Verweerster heeft in het verweer en ter zitting aangevoerd dat zij redenen had voor overtreding van de gedragsregel, zoals de ernst van de zaak en de veiligheid van haar cliënte en de minderjarige, alsmede proceseconomische redenen gezien de tijd die gemoeid zou zijn met het opstarten van een nieuwe procedure. Verweerster heeft ook aangevoerd dat zij het hof geen inhoudelijke informatie over de nieuwe ontwikkelingen van de zaak heeft verstrekt.

5.6 Vorenstaande verweren doen echter niet af aan de duidelijke regel dat verweerster zich niet zonder toestemming van de advocaat van klager tot het hof had mogen wenden. Zij doen derhalve aan de gegrondheid van de klacht niet af.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding en met inachtneming van het feit dat verweerster bij herhaling haar excuses heeft aangeboden, volstaat de raad met de hierna vermelde maatregel.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt als maatregel op een enkele waarschuwing.

 

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. J.J. van der Gouw, P.S. Kamminga, L.Ph.J. baron van Utenhove, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 december 2014.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 11 december 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT  Breda

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl