Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-02-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:73

Zaaknummer

R. 4268/13.193

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft het griffierecht dat verschuldigd was niet tijdig voldaan ondanks herhaalde verzoeken daartoe van de zijde van de rechtbank, waaronder een telefonisch verzoek. Het nalaten valt verweerster in de gegeven omstandigheden tuchtrechtelijk te verwijten.

Inhoudsindicatie

Het klachtonderdeel dat erop ziet dat verweerster klager niet naar aanleiding van diverse en herhaalde verzoeken heeft teruggebeld, acht de Raad ongegrond. De Raad heeft niet kunnen vaststellen dat verweerster op verzoeken om contact op te nemen met klager niet gereageerd heeft.

Inhoudsindicatie

De Raad legt verweerster de maatregel op van enkele waarschuwing.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 1 september 2013 met kenmerk K082 2013, door de raad ontvangen op 3 september 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 december 2013 in aanwezigheid van verweerster. Klager is met bericht van verhindering afwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1 Verweerster heeft klager in een bestuursrechtelijke aangelegenheid bijgestaan.

2.2 Bij brief van 22 november 2011 heeft verweerster beroep ingesteld tegen een beslissing van het UWV van 14 oktober 2011.

2.3 Op 16 december 2011 heeft klager het verschuldigde griffierecht van € 82,00 aan verweerster voldaan.

2.4 Bij brief van 12 april 2012 heeft verweerster klager meegedeeld dat zij naar aanleiding van een e-mail van 12 april 2012 van klager contact heeft gehad met de rechtbank.

2.5 Verweerster heeft op 20 april 2012 alsnog het griffierecht overgemaakt aan de rechtbank.

2.6 De rechtbank heeft bij vonnis van 26 april 2012 klager niet ontvankelijk verklaard in zijn beroep en daartoe onder meer overwogen:

“(…)

In de Algemene wet bestuursrecht (hierna:Awb) is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. De gemachtigde van eiser is bij brief van 29 november 2011 schriftelijk gewezen op deze verplichting. Bij aangetekende brief van 10 januari 2012 is de gemachtigde van eiser medegedeeld dat op het eerdere verzoek om betaling van het griffierecht geen betaling is ontvangen. De gemachtigde van eiser is voorts meegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken na verzending van deze brief dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel te zijn gestort ter griffie.

(…)

De enveloppe waarin deze aangetekende brief is verzonden, is op 13 januari 2012 ongeopend ter griffie terugontvangen met de mededeling “vertrokken/onbewoond”. Uit telefonisch contact met de gemachtigde van eiser is gebleken dat zij niet langer werkzaam is op het adres (X).

(…)

Bij brief van 19 januari 2012 is de gemachtigde van eiser opnieuw gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. Nadat op deze brief geen betaling is ontvangen, is de gemachtigde van eiser bij aangetekende brief van 21 februari 2012 nogmaals gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht.

(…)”

2.7 Op 16 mei 2012 heeft de nieuwe gemachtigde van eiser verzet ingesteld tegen de beslissing.

2.8 Op 25 juli 2012 is het verzet door de rechtbank ongegrond verklaard.

2.9 Bij brief met bijlagen van 1 maart 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Klager verwijt verweerster meer in het bijzonder dat zij:

a. een beroepsfout gemaakt heeft door na te laten tijdig het verschuldigde griffierecht te voldoen;

b. klager niet naar aanleiding van diverse en herhaalde verzoeken per telefoon, e-mail en whatsapp heeft teruggebeld.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster erkent dat zij het griffierecht niet tijdig heeft voldaan. Verweerster heeft niet alle brieven van de rechtbank ontvangen, maar sommige wel. Temeer nu klager het griffierecht heeft betaald, acht zij het verwijtbaar dat zij het griffierecht niet heeft betaald.

4.2 Het nalaten is te wijten aan het onverwacht beëindigen van de relatie met haar oude kantoor, het zoeken naar een nieuwe locatie en het opzetten van een eigen kantoor. Dientengevolge heeft zij enkele brieven niet ontvangen.

4.3 Verweerster heeft klager over het niet tijdig betalen van het griffierecht bij brief gedateerd 12 april 2012 geïnformeerd. Verweerster heeft klager niet verder over de mogelijkheden na de niet-ontvankelijkheid in het beroep geïnformeerd omdat hij vrijwel aanstonds naar een andere advocaat is gegaan. Verweerster heeft nog wel getracht om telefonisch, ook op het telefoonnummer van zijn echtgenote, contact te leggen met klager. Dit is niet gelukt. Zij heeft wel haar verzekeraar geïnformeerd.

 

5 BEOORDELING

Ten aanzien van klachtonderdeel a.

5.1 Vaststaat dat verweerster het griffierecht niet tijdig heeft voldaan ondanks herhaalde verzoeken, waaronder een telefonisch verzoek. Dat nalaten valt verweerster in de gegeven omstandigheden tuchtrechtelijk te verwijten.

5.2 Het klachtonderdeel is derhalve gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel b.

5.3 De raad heeft aan de hand van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting niet kunnen vaststellen dat verweerster op verzoeken om contact op te nemen van klager niet gereageerd heeft.

5.4 Het klachtonderdeel is ongegrond.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.

 

7 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdeel a. gegrond;

- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;

- legt aan verweerster de maatregel op van enkele waarschuwing.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, W.P. Brussaard, R. de Haan, J.P. Heinrich, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 februari 2014.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 18 februari 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl