Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-05-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:118

Zaaknummer

13-329A

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat. Verweerster stond klaagster bij op basis van een toevoeging. Klacht dat klaagster teveel uren heeft gedeclareerd deels niet-ontvankelijk deels ongegrond omdat niet is komen vast te staan dat verweerster te veel uren zou hebben gedeclareerd. Klacht over te late doorzending toevoeging aan opvolgend advocaat ongegrond. Twee weken tussen ontvangst en doorzending is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Uitspraak

Beslissing van 13 mei 2014

in de zaak 13-329A

naar aanleiding van de klacht van:

mevrouw

klaagster

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te Amsterdam    

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 oktober 2013 met kenmerk GK/YH 40-13-0431, door de raad ontvangen op 31 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 maart 2014 in aanwezigheid van klaagster en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 bedoelde brief aan de raad

- de stukken genummerd 1-16 met bijlagen zoals vermeld in de bij de brief van 29 oktober 2013 behorende inventarislijst

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Op 15 januari 2006 is klaagster een ongeval overkomen aan boord van een vliegtuig van El-Al. Bijgestaan door mr. X heeft klaagster een procedure tot schadevergoeding tegen El-Al aanhangig gemaakt. De rechtbank Amsterdam heeft de vordering bij eindvonnis 22 augustus 2012 afgewezen.

2.3 In september 2012 heeft klaagster zich tot verweerster gewend met het verzoek haar te adviseren over de kansen in hoger beroep. Verweerster heeft met het oog hierop een toevoeging voor klaagster verkregen. Verweerster heeft een factuur aan klaagster gestuurd voor de eigen bijdrage. Klaagster heeft deze factuur onbetaald gelaten.

2.4 Op 17 september, 19 september en 22 oktober 2012 hebben tussen klaagster en verweerster besprekingen plaatsgevonden.

2.5 Op 24 oktober 2012 heeft verweerster klaagster in een telefoongesprek laten weten dat zij onvoldoende kansen zag voor een positieve afloop van het hoger beroep. Verweerster heeft haar hoger beroep advies bij brief van 25 oktober 2012 aan klaagster gestuurd. Het advies beslaat acht bladzijden A4.

2.6 Klaagster heeft zich daarop weer tot mr. X gewend, die voor haar tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Zij heeft verweerster hiervan eind november 2012 op de hoogte gesteld.

2.7 Begin december heeft verweerster de originele, definitieve toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand ontvangen. Op 20 december 2012 heeft verweerster de toevoeging met haar urenstaat aan mr. X gestuurd. Blijkens die urenstaat heeft verweerster 20 uur en 6 minuten aan het dossier van klaagster besteed in de periode 17 september 2012 - 26 oktober 2012.

2.8 Bij brief met bijlagen van 16 januari 2013 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.

2.9 Bij arrest van 3 december 2013 heeft het gerechtshof Amsterdam het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van klaagster tegen El-Al alsnog toegewezen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) Verweerster bovenmatig heeft gedeclareerd en werkzaamheden heeft geschreven die niet hebben plaatsgevonden, althans niet zoveel tijd hebben gekost en zich aldus verrijkt ten koste van mr. X.

b) Verweerster niet terstond, na daartoe gedaan verzoek, de toevoeging naar de opvolgend advocaat heeft gestuurd.

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft verweer gevoerd. Voor zover dat relevant is voor de beoordeling van de klacht, zal dat hierna aan de orde komen.

5 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1 De raad stelt voorop dat zijn rol bij de beoordeling van de hoogte van declaraties beperkt is. De tuchtrechter kan alleen beoordelen of er sprake is van excessief declareren. Van dat laatste is hier blijkens het klachtdossier geen sprake. Het tarief noch het aantal gedeclareerde uren is in verhouding tot de blijkens het klachtdossier verrichte werkzaamheden kennelijk onredelijk.

5.2 Vast staat dat klaagster geen bedrag aan verweerster heeft betaald in verband met het appeladvies. Voor zover het klachtonderdeel tevens inhoudt dat verweerster door bovenmatig declareren meer geld van de Raad voor Rechtsbijstand heeft ontvangen dan haar toekwam en dat mr. X daardoor gedupeerd is, is het niet ontvankelijk omdat klaagster daardoor niet zelf in haar belang is getroffen.

5.3 Het eerste klachtonderdeel is dus gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.4 Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel, inhoudend dat verweerster niet direct na ontvangst de definitieve toevoeging heeft doorgestuurd aan mr. X, overweegt de raad als volgt. Klaagster kan niet worden ontvangen in dit klachtonderdeel. Niet gesteld of gebleken is dat klaagster in enig belang is geraakt door het beweerdelijk te laat doorsturen van de toevoeging. Mr. X zou hierover hebben kunnen klagen, maar mr. X klaagt niet.

5.5 Ten overvloede overweegt de raad nog het volgende. Verweerster heeft onweersproken gesteld dat de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging begin december 2012 heeft afgegeven. Uit de brief van mr. X aan verweerster van 28 december 2012 blijkt dat verweerster bij brief van (donderdag) 20 december 2012 de toevoeging aan mr. X heeft verstuurd. Tussen de ontvangst van de toevoeging en de doorzending daarvan is ongeveer twee weken verstreken. De raad acht deze periode niet zodanig lang dat verweerster hiervan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

5.6 Klachtonderdeel b) is niet gegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart klaagster deels niet-ontvankelijk in klachtonderdeel a) en verklaart klachtonderdeel a) voor het overige ongegrond;

- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in klachtonderdeel b).

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. E.C. Gelok, G. Kaaij, B.J. Sol en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. L.C. Dufour als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 mei 2014.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda.

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl