Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:74

Zaaknummer

OB 36 - 2014

Inhoudsindicatie

Voldoende onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de wederpartij aansprakelijk te stellen. Advocaat kan niet worden gehouden nog werkzaamheden te verrichten indien cliënt verzekeringen onbetaald laat. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 10 maart 2014

in de zaak OB 36-2014

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

 

klaagster

 

 

 

tegen:

 

 

 

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 13 februari 2014 met kenmerk 48/13/200K , door de raad ontvangen op 14 februari 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1             Klaagster heeft zich in november 2010 in een drietal kwesties tot verweerder gewend. Het betrof een geschil met B., een geschil met B. te E., verder te noemen D, en een geschil met P. verder te noemen P. Verweerder heeft op 23 november 2010 een opdrachtbevestiging aan klaagster verzonden. Verweerder heeft klaagster bericht een toevoeging te zullen aanvragen. Hij heeft haar voorts bericht dat zij in geval van afwijzing van de toevoegingsaanvraag een uurtarief ad € 165,00 verschuldigd zou zijn.

1.2             Op 24 november 2010 heeft een bespreking op het kantoor van verweerder plaatsgevonden. Verweerder heeft op 29 november 2010 een brief gestuurd naar D. in verband met problemen ten aanzien van een aangekochte televisie. Op 6 december 2010 heeft telefonisch overleg plaatsgevonden tussen D. en verweerder. Verweerder heeft klaagster hierover bij brief dd. 6 december 2010 geinformeerd.

1.3           De Raad voor Rechtsbijstand heeft bij beslissing dd. 7 december 2010 de toevoegingsaanvraag afgewezen. Verweerder heeft klaagster hiervan bij brief dd. 14 december 2010 op de hoogte gesteld en haar een (gematigde) factuur voor verrichte werkzaamheden toegezonden. Verweerder heeft klaagster gewezen op de mogelijkheid tot het maken van bezwaar tegen het besluit van de Raad voor rechtsbijstand.

1.4           Klaagster heeft de factuur van verweerder onbetaald gelaten. Verweerder heeft incassomaatregelen getroffen, waarna de vordering door de Kantonrechter is toegewezen, welke vordering door verweerder op klaagster is verhaald.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de belangen van klaagster niet heeft behartigd. Verweerder heeft alleen de belangen van zichzelf behartigd.

 

3.           VERWEER    

3.1         Verweerder heeft bij brief dd. 23 november 2010 de aan hem verstrekte opdracht bevestigd. Verweerder heeft namens klaagster een toevoeging aangevraagd. Klaagster had hem voorgehouden dat zij enkel over een AOW-uitkering beschikte.

3.2         Klaagster is na ontvangst van de opdrachtbevestiging zonder afspraak op kantoor van verweerder verschenen, tijdens welk gesprek zij eiste dat verweerder onmiddellijk zou overgaan tot aansprakelijkstelling van D. voor de door klaagster vermeende diefstal. Verweerder heeft zich vervolgens bij brief dd. 29 november 2010 tot D. gewend . Na telefonisch contact met D. was verweerder snel duidelijk dat de vordering van klaagster tegen D. kansloos was. Klaagster had aangifte gedaan van diefstal, maar deze zaak is geseponeerd.

3.3         Klaagster weigerde de factuur te betalen omdat er volgens haar geen werkzaamheden waren verricht, hetgeen verweerder heeft betwist. Verweerder heeft uitleg gegeven omtrent de door hem verrichte werkzaamheden. Verweerder heeft hierna incassomaatregelen tegen klaagster genomen. Nadat de vordering door de Kantonrechter is toegewezen is door de deurwaarder beslag gelegd.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster onvoldoende heeft behartigd. Verweerder heeft onderzoek gedaan om te komen tot een aansprakelijkstelling van de bedrijven waarmee klaagster een geschil had ten aanzien van de aankoop en aansluiting van televisietoestellen. Verweerder heeft de wederpartij aangeschreven en telefonisch contact met de wederpartij gevoerd. Verweerder heeft klaagster van zijn bevindingen op de hoogte gesteld.

4.3         Verweerder heeft klaagster in zijn brief dd. 23 november 2010 geïnformeerd over de financiële consequenties van zijn optreden. Hij heeft klaagster er op gewezen dat zij, indien de toevoegingsaanvraag zou worden afgewezen, een uurtarief ad € 165,- diende te betalen. Als niet betwist staat vast dat verweerder - conform de opdracht van klaagster nog voordat op de toevoegingsaanvraag was beslist - werkzaamheden heeft verricht in de vorm van correspondentie en telefonisch overleg met de wederpartij. Toen de toevoegingsaanvraag werd afgewezen stond het verweerder vrij de reeds verrichte werkzaamheden bij klaagster in rekening te brengen.

 

4.4         Klaagster heeft de rekening onbetaald gelaten, waarna verweerder, zo is de voorzitter uit de overgelegde stukken gebleken, geen werkzaamheden voor klaagster meer heeft verricht. Van een advocaat kan niet worden verwacht dat hij verdere werkzaamheden voor een cliënt verricht, indien deze zijn rekeningen onbetaald laat. Niet gebleken is dat verweerder zijn werkzaamheden op een ongelegen moment heeft stopgezet. Er waren geen procedures aanhangig, zodat klaagster zich eenvoudig tot een andere advocaat heeft kunnen wenden.

 

4.5         Het staat een advocaat vrij incassomaatregelen te treffen tegen een cliënt, die de rekening van die advocaat onbetaald laat.

 

4.6         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder valt te maken, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 10 maart 2014.

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 14 maart 2014

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.