Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:152

Zaaknummer

L 46 - 2014

Inhoudsindicatie

Advocaat verscheen niettijdens de behandeling van het hoger beroep. Het zonder enig bericht van verhindering niet ter zitting verschijnen, komt voor risico van de advocaat en kan hem tuchtrechtelijk worden aangerekend. Een advocaat dient bij ontstentenis,ook in geval van een onverwachte en plotseling opkomende oorzaak daarvan, immers voor adequate vervanging te zorgen dan wel de betreffende cliënt en rechtelijke instantie van de reden van verhindering op de hoogte te (doen) stellen, met het verzoek om een aanhouding van de betreffende zitting.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; berisping

Uitspraak

Beslissing van 30 juni 2014

in de zaak L 46-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

   

   

   

           

                                        klager

                                       

 

tegen:

                                       

                            

                                        verweerder

                             

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 19 februari 2014 met kenmerk DOK 344, door de raad ontvangen op 20 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 mei 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 19 februari 2014, met bijlagen.

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Verweerder stond klager bij in een strafzaak en een invorderingskwestie. Verweerder is tijdens de behandeling van het hoger beroep in oktober 2012 niet ter zitting bij het gerechtshof verschenen, zonder dat hij klager en het gerechtshof daarvan in kennis had gesteld en zonder voor vervanging te hebben zorg gedragen.

2.2  Klager heeft in de strafzaak en in de invorderingszaak een voorschot aan verweerder betaald.

2.3     De behandeling van het hoger beroep in de strafzaak is overgenomen door mr. X. Verweerder heeft niet gereageerd op verzoeken om restitutie van de voorschotbetaling en heeft nagelaten desgevraagd aan de opvolgende advocaat een urenspecificatie te verstrekken. 

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat :

 

verweerder bij de behandeling van het hoger beroep in een strafzaak zonder opgaaf van redenen niet ter zitting is verschenen.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerder was op de dag van de zitting niet in staat daar te verschijnen. Dit is verweerder niet aan te rekenen. Verweerder is een dag na de zitting gedwongen opgenomen in de gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. Als verweerder dit had zien aankomen, zou hij voor een vervanger heb gezorgd.

4.2      Verweerder heeft slechts één brief van mr X ontvangen. Hij is deze kwijt geraakt. De echtgenote van verweerder heeft Mr. X per email dd. 24 november 2012 geïnformeerd over de financiële aspecten van de zaak. Verweerder heeft 60 a 70 uren gewerkt in beide zaken. Kennelijk was mr. X tevreden met het antwoord, want hij heeft daarna niets meer van zich laten horen.

4.3      Er is in de facturering geen onderscheid gemaakt tussen de strafzaak en de ontnemingzaak. Verweerder heeft in beide zaken veel uren besteed.

 

5          BEOORDELING

5.1      Vast staat dat verweerder in de strafzaak tegen klager tijdens de behandeling van het hoger beroep in oktober 2012 niet ter zitting bij het gerechtshof is verschenen. Verweerder voert aan wegens plotselinge ontstentenis niet in staat te zijn geweest ter zitting te verschijnen.

5.2      Een advocaat dient bij ontstentenis voor adequate vervanging te zorgen. Hij dient zijn praktijkvoering zodanig te hebben ingericht dat, ook in geval van een onverwachte en plotseling opkomende oorzaak van ontstentenis, voor vervanging wordt zorg gedragen, dan wel dat de betreffende cliënt en gerechtelijke instantie van de reden van verhindering op de hoogte wordt gesteld, met het verzoek om een aanhouding van de betreffende zitting. Dit geldt temeer, nu verweerder, zoals hij ter zitting van de raad naar voren heeft gebracht, de week voorafgaand aan de zitting reeds wegens ziekte niet op kantoor aanwezig was.

5.3      Dat verweerder zonder enig bericht van verhindering niet ter zitting van het gerechtshof is verschenen, komt voor risico van verweerder en kan hem tuchtrechtelijk worden aangerekend. De raad is van oordeel dat gelet op de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van berisping.

 

 

Aldus gegeven door , mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas en A. Groenewoud,leden , bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2014 .

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 juli 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten te Limburg    

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl