Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-07-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:219

Zaaknummer

14-52

Inhoudsindicatie

Herhaaldelijk over meerdere jaren niet voldaan aan opleidingsverplichtingen. Niet, onvolledig of te laat gereageerd op verzoeken van de deken om informatie. Niet in staat om opgegeven punten te bewijzen. Hoofdelijke omslag van de plaatselijke orde over twee jaar niet tijdig voldaan, er is zelfs een gerechtelijke veroordeling aan te pas gekomen. Verweerster miskent haar eigen verantwoordelijkheid voor de naleving van haar verplichtingen uit hoofde van de verordening op de vakbekwaamheid en artikel 32 lid 2 Advocatenwet. Aangezien echter verweerster niet eerder tuchtrechtelijk is bestraft en er zich de laatste tijd een lichte verbetering lijkt af te tekenen en zij uiteindelijk haar excuses heeft gemaakt voor het niet adequaat reageren en informeren van de deken, volstaat de raad met oplegging van de maatregel van enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 7 juli 2014

in de zaak 14-52

naar aanleiding van het dekenbezwaar van:

    de deken

tegen:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 1 april 2014 met kenmerk 14-5, door de raad ontvangen op 2 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] zijn bezwaren tegen verweerster ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De bezwaren zijn behandeld ter zitting van de raad van 24 mei 2014 in aanwezigheid van zowel de deken als verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de hiervoor onder 1.1 genoemde aanbiedingsbrief van de deken met bijlagen.

2    BEVINDINGEN VAN DE DEKEN

2.1     C.C.V.

In de CCV opgave 2010 geeft verweerster op 17 opleidingspunten behaald te hebben in 2010. Verweerster heeft derhalve een tekort van 3 punten, dat zij in 2011 in dient te halen.

Op 1 maart 2012 ontvangt verweerster een uitnodiging voor het doen van opgave in het kader van de CCV over 2011. Nadat zij zowel door de landelijke orde als door de lokale orde per e-mail is gerappelleerd, wordt verweerster bij brief d.d. 20 september 2012 opnieuw verzocht om opgave te doen en bovendien afschrift van de opgave, vergezeld van alle bewijsstukken, toe te sturen. Verweerster doet uiteindelijk op 1 oktober 2012 opgave. Zij geeft aan dat het haar niet duidelijk is welke bewijsstukken zij dient mee te zenden.

Bij brief d.d. 3 oktober 2012 wordt verweerster bericht welke bewijsstukken zij dient op te sturen. In de CCV opgave 2011 heeft verweerster opgegeven 20 punten behaald te hebben. Middels de bijlagen bij haar brief van 22 oktober 2012 bewijst verweerster 14 punten over 2011. Zij geeft aan het certificaat voor een cursus internationale scheidingen nog niet te hebben ontvangen, maar deze alsnog op te vragen en toe te sturen.

Bij brief d.d. 24 oktober 2012 wordt verweerster bericht dat, indien zij geen aanvullend bewijs kan overleggen van de 6 ontbrekende punten over 2011, zij deze punten in 2012 dient in te halen. Bij brief d.d. 9 november 2012 zegt verweerster toe dat, mocht zij eind november het betreffende certificaat nog niet hebben ontvangen, zij het tekort van 6 punten inhaalt in december 2012.

In de CCV opgave 2012 geeft verweerster op 19 punten behaald te hebben. Nadat tevergeefs telefonisch contact wordt gezocht met verweerster, wordt zij bij brief d.d. 28 augustus 2013 aangeschreven omtrent haar puntentekort en wordt zij verzocht binnen een week na dagtekening van de brief kopieën te zenden van de in 2012 en de tot dan toe in 2013 behaalde certificaten.

Bij gebreke van een reactie is verweerster bij brief d.d. 27 september 2013 gerappelleerd. Verweerster laat opnieuw na te reageren.

Op 16 oktober 2013 vindt een kantoorbezoek plaats ten kantore van verweerster. Tijdens dit bezoek komt onder andere de puntenachterstand van verweerster aan de orde. Verweerster geeft aan dat zij wel over de certificaten van voorgaande jaren beschikt, maar dat deze niet op kantoor liggen. Verweerster wordt verzocht alle certificaten van de gevolgde cursussen in 2010, 2011 en 2012 na te sturen.

Uitgaande van de door verweerster in de CCV 2011 en 2012 opgegeven (doch thans niet bewezen) punten, komen de deken en verweerster tijdens het kantoorbezoek overeen, dat verweerster in 2013 in totaal 30 punten haalt. Hiermee zou zij het tekort over 2010 (3), 2011 (6) en 2012 (1) inhalen. Tevens dient zij uiterlijk 1 november 2013 een overzicht te sturen van de door haar nog te volgen cursussen in 2013.

Bij faxberichten van d.d. 17 oktober 2013 zendt verweerster afschriften van de behaalde certificaten in 2011 (totaal: 14 punten – deze certificaten waren reeds in het bezit van de Orde) en afschrift van het certificaat “Alimentatierecht” d.d. 12 oktober 2012. Zij geeft aan dat de certificaten van de overige cursussen uiterlijk 22 oktober 2013 volgen.

In weerwil van de gemaakte afspraken, alsmede van haar toezeggingen, laat verweerster vervolgens na de certificaten van de overige cursussen toe te sturen. Tevens verzuimt zij zoals afgesproken een overzicht te sturen van de door haar nog te volgen cursussen in 2013.

Pas op 19 november 2013, de dag voorafgaand aan opnieuw een kantoorbezoek ten kantore van verweerster, geeft verweerster per faxbericht aan dat zij zich voor in de maanden november en december voor een aantal cursussen heeft ingeschreven, waaraan gezamenlijk 30 punten worden toegekend. Daarnaast geeft zij aan dat het haar niet is gelukt om de certificaten van 2012 te vinden.

Bij brief d.d. 17 december 2013 wordt verweerster bericht dat de Raad van Toezicht het uiterst zorgwekkend acht dat zij voor het tweede opeenvolgende jaar niet in staat is de verzochte gegevens aan te leveren. Tevens baart het de Raad zorgen dat verweerster voor het vierde opeenvolgende jaar niet aan haar opleidingsverplichting dreigt te voldoen. Verweerster krijgt tot 2 januari 2014 de tijd om de certificaten toe te sturen en toe te lichten waarom zij niet in staat is de verzochte informatie over 2012 aan te leveren.

Bij faxbericht d.d. 19 december 2013 reageert verweerster. Zij geeft aan dat zij een afspraak gemaakt heeft met de deken omtrent het aantal in 2013 te halen opleidingspunten. Daarnaast geeft zij aan niet voor de termijn van 2 januari 2014 te beschikken over alle certificaten, maar de certificaten die ze op die datum wel in het bezit heeft, op te zullen sturen.

Bij faxbericht d.d. 1 januari 2014 zendt verweerster afschrift van twee certificaten van behaalde cursussen in 2013 (totaal: 9 punten).

Bij brief d.d. 14 januari 2014 wordt verweerster bericht dat de afspraak die zij met de (toenmalig) deken maakte tijdens het kantoorbezoek op 16 oktober 2013, gebaseerd was op de veronderstelling dat zij 19 punten had behaald in 2012, zoals door haar opgegeven in de CCV opgave 2012. Nu zij deze punten niet kan bewijzen, komt de afspraak te vervallen en dient zij alsnog de niet bewezen punten in te halen. Verweerster krijgt tot uiterlijk 28 januari 2014 de tijd om de overige 13 punten over 2012 te bewijzen, ofwel om zich in te schrijven (en hiervan bewijs toe te sturen) voor cursussen, opdat zij uiterlijk 1 maart 2014 13 punten heeft ingehaald.

Verweerster laat opnieuw na binnen de gestelde termijn te reageren.

Op 3 februari 2014 vindt opnieuw een kantoorbezoek plaats bij verweerster, waarin nogmaals de puntenachterstand van verweerster aan de orde komt. Verweerster geeft aan dat zij de indruk had gekregen dat de kwestie omtrent de PO punten was afgedaan, nadat met de vorige deken was afgesproken dat zij in 2013 30 PO punten zou halen. Het lijkt niet tot verweerster door te dringen dat een voorwaarde voor deze afspraak was, dat verweerster het aantal door haar opgegeven punten in 2012 (namelijk 19 punten) kan bewijzen.

Bij faxbericht d.d. 3 maart 2014 stuurt verweerster vervolgens (nogmaals) het certificaat “Alimentatierecht” d.d. 12 oktober 2012. Dit certificaat zond zij reeds eerder als bijlage bij haar faxbericht d.d. 17 oktober 2013. Zij bewijst hiermee zodoende geen extra punten. Niettemin schrijft verweerster: “U treft bijgaand de volgende certificaten aan:

-    Het tot nu toe ontbrekende certificaat over 2012, alimentatierecht, 6 PO.

Mag ik er vanuit gaan dat de kwestie omtrent de punten over 2012 nu afgehandeld is (behoudens de afspraak dat ik in 2013 de punten in zou halen, en aldus 30 PO zou behalen)”

Verweerster probeert aldus punten te bewijzen met een certificaat dat zij reeds eerder deed toekomen. Zij realiseert zich niet dat, aangezien zij in 2012 19 punten heeft opgegeven  zij ook 19 punten dient te bewijzen., De afspraak die zij met de voorgaand deken maakte was gebaseerd op de veronderstelling dat zij deze 19 punten daadwerkelijk had behaald en kon bewijzen.

Tevens zendt verweerster enkele certificaten van gevolgde cursussen in november en december 2013 (totaal: 20 punten). Bij faxbericht d.d. 4 maart 2014 bericht verweerster dat zij het resterende certificaat uiterlijk 7 maart 2014 zal toesturen.

Bij faxbericht d.d. 6 maart 2014 heeft verweerster het resterende certificaat (totaal 2013: 30 punten) gestuurd.

Op 12 maart 2014 was de stand van zaken betreffende de opleidingspunten van verweerster derhalve als volgt:

Jaar    Te behalen punten    Opgegeven in CCV opgave    Bewezen    Tekort

2010    20    17    n.v.t.    3

2011    23    20    14    9

2012    29    19    6    23

2013    43    30    30    13

Naar aanleiding van het concept dekenbezwaar heeft verweerster alsnog bij faxbericht d.d. 20 maart 2014 twee deelnamecertificaten van in 2012 gevolgde cursussen overgelegd, goed voor 9 punten. Daarmee is voorgaand schema als volgt aangepast:

Jaar    Te behalen punten    Opgegeven in CCV opgave    Bewezen    Tekort

2010    20    17    n.v.t.    3

2011    23    20    14    9

2012    29    19    15    14

2013    34    30    30    4

2.2    Hoofdelijke omslag

Bij brief van 21 november 2012 is verweerster verzocht de hoofdelijke omslag september-december 2012 binnen twee weken te voldoen. Bij brief van 6 februari 2013 is aan verweerster een betalingsherinnering gezonden. Op 28 februari 2013 heeft het Ordebureau Midden-Nederland telefonisch contact opgenomen met verweerster, met het verzoek voor betaling zorg te dragen.

Verweerster is in gebreke gebleven het door haar verschuldigde bedrag over het ordejaar september-december 2012 te voldoen.

Verweerster is bij brief van 19 maart 2013 verzocht de hoofdelijke omslag 2013 binnen twee weken te voldoen. Bij e-mail d.d. 10 juni 2013 zijn aan verweerster afschriften gezonden van de facturen hoofdelijke omslag september-december 2012 en hoofdelijke omslag 2013, met het verzoek binnen 5 dagen voor betaling zorg te dragen. Bij brief van 11 juli 2013 is aan verweerster een betalingsherinnering gezonden.

Bij brief d.d. 28 augustus 2013 is verweerster verzocht de hoofdelijke omslag september-december 2012 en 2013 uiterlijk 2 september 2013 te voldoen, bij gebreke waarvan de vordering uit handen wordt gegeven aan de deurwaarder. Bij e-mail d.d. 11 september 2013 is aan verweerster afschrift gezonden van deze brief, met het dringende verzoek binnen 5 werkdagen voor betaling zorg te dragen.

Op 3 oktober 2013 is verweerster gedagvaard teneinde de verschuldigde hoofdelijke omslag over de ordejaren september-december 2012 en 2013 te voldoen. Bij vonnis d.d. 30 oktober 2013 heeft de kantonrechter de vordering toegewezen en verweerster veroordeeld in de proceskosten.

Bij brief d.d. 26 november 2013 is aan verweerster een factuur gezonden van het door haar totaal verschuldigde bedrag. Bij brief d.d. 22 januari 2014 is aan verweerster nogmaals een betalingsherinnering gezonden.

Tijdens de verscheidene kantoorbezoeken die de afgelopen maanden bij verweerster hebben plaatsgevonden, is ook de verschuldigde hoofdelijke omslag aan de orde gekomen. Verweerster heeft verklaard dat het financieel niet goed gaat en dat zij in samenwerking met de boekhouder orde op zaken zal stellen.

Verweerster bleef echter in gebreke het door haar verschuldigde bedrag over de ordejaren september-december 2012 en 2013 te voldoen. Op 12 maart 2014 stond een bedrag open van € 1236,57 excl. wettelijke rente. Uiteindelijk heeft zij op 21 maart 2014 de factuur van 26 november 2013 ad € 1.268,21 voldaan. Die dag was de vordering met wettelijke rente inmiddels opgelopen tot € 1.281,61, zodat verweerster nog een bedrag van € 13,40 verschuldigd was.

3    DEKENBEZWAAR

De bezwaren houden in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a)    herhaaldelijk, in elk geval in de jaren 2010, 2011 en 2012, niet heeft voldaan aan haar opleidingsverplichtingen in het kader van de Verordening op de vakbekwaamheid;

b)    niet, onvolledig of te laat heeft gereageerd op verzoeken van de deken om informatie;

c)    desgevraagd bij herhaling niet in staat was de door haar in de CCV 2010, 2011 en 2012 opgegeven punten te bewijzen;

d)    herhaaldelijk niet heeft voldaan aan haar betalingsverplichting ter zake de door haar verschuldigde hoofdelijke omslag.

4    VERWEER

4.1    Volgens verweerster heeft het gesprek met de voorgaand deken op 16 oktober 2013 geresulteerd in de afspraak dat zij een tekort van 10 punten nog in 2013 zou inhalen. Het was niet meer nodig dat zij de punten over 2011 en 2012 nog zou bewijzen.

4.2    Aan de verzoeken om toezending van ontbrekende bewijsstukken van de door haar in de CCV opgaven opgegeven cursussen heeft zij niet tijdig kunnen voldoen omdat zij een aantal bewijsstukken kwijt was. Verweerster vond het bijzonder onaangenaam dat haar verzoeken zijn gedaan waaraan zij simpelweg niet kon voldoen.

4.3    Naar aanleiding van het van de deken ontvangen concept dekenbezwaar heeft verweerster alsnog bij brief d.d. 20 maart 2014 bewijsstukken van 9 door haar in 2012 behaalde punten over kunnen leggen.

4.4    Verweerster verwerpt de suggestie dat zij bij het invullen van de CCV opgaven zou hebben gelogen. Zij is simpelweg certificaten kwijt geraakt.

4.5    Verweerster erkent in haar brief van 20 maart 2014 aan de deken dat zij aanvankelijk niet adequaat op verzoeken van de deken om informatie heeft gereageerd. Zij maakt daarvoor haar excuses. Sinds oktober 2013 heeft zij in deze gedragslijn verandering  gebracht.

Ook voor het niet tijdig voldoen van de hoofdelijke omslag heeft verweerster in haar brief aan de deken van 20 maart 2014 haar excuses gemaakt. Zij heeft inmiddels ook de achterstallige wettelijke rente voldaan.

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a, b en c)

5.1    Vast staat dat verweerster in de jaren 2010 t/m 2012 substantieel te weinig opleidingspunten heeft behaald. In 2010 waren dat er drie, in 2011 zes, en in 2012 vijf van de vereiste twintig te weinig.

5.2    De door verweerster in de CCV over 2011 en 2012 gedane opgaven strookten niet met de later desgevraagd door haar overgelegde certificaten. Over 2011 had verweerster opgegeven twintig punten te hebben behaald terwijl zij maar van veertien punten bewijs heeft kunnen leveren. Over 2012 heeft zij aanvankelijk slechts van zes van de opgegeven 19 opgegeven punten bewijs kunnen leveren. Pas naar aanleiding van het concept dekenbezwaar heeft verweerster in maart 2014 bewijs kunnen leveren van nog eens negen van de uiteindelijk in totaal vijftien bewezen punten.

5.3    De raad kan verweerster niet volgen in haar grief dat van haar bewijs van de opgegeven punten wordt verlangd ook wanneer zij dat niet kan leveren omdat zij bewijs is kwijt geraakt. Het is de verantwoordelijkheid van de advocaat om correct opgave te doen en certificaten adequaat te administreren.

5.4    Verweerster heeft ter verontschuldiging van het tekort aan bewijs over in 2011 en 2012 behaalde punten een beroep gedaan op een  op 16 oktober 2013 gemaakte afspraak met de voorgaand deken. Van een zodanige afspraak is de raad echter niet gebleken, in tegendeel. Blijkens de brief van 22 oktober 2013 van de stafmedewerkster van de orde diende verweerster per 17 oktober 2013 de certificaten van de door haar in de jaren 2010, 2011 en 2012 gevolgde cursussen te hebben aangeleverd. Dat heeft verweerster niet gedaan. Op 22 oktober 2013 had zij slechts een gedeelte daarvan toegezonden. De ontbrekende certificaten over deze jaren diende verweerster alsnog voor 25 oktober 2013 toe te zenden. Ook dat heeft verweerster niet gedaan. De hiervoor in het verweer onder 4.5 gememoreerde excuses zijn rijkelijk laat.

5.5    De bezwaren van de deken onder a, b en c zijn dan ook gegrond. Verweersters beroep op een beweerdelijk door haar met de voorgaand deken gemaakte afspraak wordt verworpen.

Ad klachtonderdeel d)

5.6    Vast staat dat verweerster de hoofdelijke omslag van de plaatselijke orde van advocaten over september t/m december 2012 en over 2013 niet tijdig heeft voldaan, en dat er zelfs een gerechtelijke veroordeling aan te pas is gekomen om betaling van verweerster te verkrijgen. Het is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt om niet tijdig aan deze betalingsverplichtingen jegens de plaatselijke orde te voldoen. Ook dit onderdeel van de klacht is dan ook gegrond.

6    MAATREGEL

Met betrekking tot de aan verweerster op te leggen maatregel overweegt de raad dat verweerster een ernstig verwijt treft. Door in de CCV onjuiste en niet te bewijzen opgaven van behaalde opleidingspunten te hebben gedaan, veelvuldig nalatig te zijn geweest in de beantwoording van de verzoeken van de deken om inlichtingen, en eerst na daartoe door de kantonrechter te zijn veroordeeld de achterstallige hoofdelijke omslag te hebben voldaan, heeft zij er blijk van gegeven haar eigen verantwoordelijkheid voor de naleving van haar verplichtingen uit hoofde van de verordening op de vakbekwaamheid en artikel 32 lid 2 Advocatenwet te miskennen. Aangezien echter verweerster niet eerder tuchtrechtelijk is bestraft en er zich de laatste tijd een lichte verbetering lijkt af te tekenen en zij uiteindelijk haar excuses heeft gemaakt voor het niet adequaat reageren en informeren van de deken, volstaat de raad met oplegging van na te noemen maatregel.

BESLISSING

De raad van discipline:

De bezwaren van de deken tegen verweerster zijn gegrond;

aan verweerster wordt ter zake de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. F.L.M. Broeders, I.P.A. van Heijst, C.W.J. Okkerse en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 juli 2014.

griffier    voorzitter