Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:54

Zaaknummer

L 52 - en L 54 - 2014

Inhoudsindicatie

Niet gebleken dat andere werkzaamheden dan het uitbrengen van advies zijn overeengekomen. Niet gebleken dat advies van de voorgaande advocaat klakkeloos is overgenomen.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 25 maart 2014

in de zaak L 52 en 54- 2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

 

klager

 

 

tegen:

1.     

 

2.   

verweerders

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 26 februari 2014 met kenmerk DOK 382 , door de raad ontvangen op 28 februari 2014 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager heeft in of omstreeks 2005 met bank X, verder te noemen X, een beleggingsovereenkomst gesloten.

1.2         Klager heeft zich in mei 2012 gewend tot het kantoor van verweerders met het verzoek hem te afviseren over de mogelijkheden om X aansprakelijk te stellen voor de door klager geleden beleggingsverliezen. De voorgaande advocaat van klager, verder te noemen mr. Y, had klager in 2010 afgeraden stappen tegen X  te ondernemen.

1.3         Verweerder sub 1 heeft bij brief dd. 16 mei 2012 een opdrachtbevestiging aan klager toegezonden. Verweerder sub 1 bevestigde bij voormelde brief betalend te zullen optreden, onder vermelding van zijn uurtarief ad €265, - excl. BTW en kantoorkosten. Verweerder sub 1 berichtte klager voorts dat het wegens drukte mogelijk was dat door een van zijn kantoorgenoten werkzaamheden voor klager zouden worden verricht.

1.4         Verweerder sub 2 heeft bij brief dd. 20 juli 2012 klager bericht geen mogelijkheden te zien om met succes stappen tegen X te ondernemen. Klager verzocht op 1 augustus 2012 telefonisch om nogmaals te willen bezien of er geen sprake van kon zijn dat X de op haar rustende zorgplicht ten opzichte van klager had veronachtzaamd. Verweerder sub 2 heeft bij brieven dd. 2 augustus 2012 en 25 september 2012 uiteengezet geen mogelijkheden voor klager te zien en bij zijn advies dd. 20 juli 2012 te blijven.

1.5         Op 12 oktober 2012 is door het kantoor van verweerders aan klager een bedrag ad € 1.449,45 in rekening gebracht.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder sub 1 de toezegging om de zaak van klager in M. te bespreken niet is nagekomen;

2.    verweerder sub 1 toegezegde werkzaamheden niet is nagekomen;

3.    verweerder sub 1 het bedrag aan door klager belegd kapitaal in zijn brief dd. 16 mei 2012 onjuist heeft vermeld en verweerder sub 2 hetzelfde heeft gedaan in zijn brief dd. 20 juli 2012, waardoor het de vraag is of de uitgebreide stukken en het beleggingsplan met voldoende aandacht zijn behandeld;

4.    verweerder sub 2 het advies van mr. Y klakkeloos heeft overgenomen.

 

3.           VERWEER

3.1         Verweerder sub 1 heeft geen andere toezeggingen aan klager gedaan dan dat hij bereid was om voor klager te onderzoeken of het nog zin had om stappen tegen X te ondernemen in verband met de nakoming van de door klager in of omstreeks het jaar 2005 met X gesloten beleggingsovereenkomst.

3.2         Doorlezing en bestudering van de stukken heeft verweerder sub 2 tot zijn advies dd. 20 juli 2012 gebracht. Er was geen sprake van het klakkeloos overnemen van het advies van mr Y.

3.3         Het staat een advocaat vrij om na inschatting dat de kans op succes van een procedure te gering is af te zien van het entameren van een procedure.

3.4         Voor zover juist is dat het bedrag van het belegde kapitaal door verweerders in de correspondentie aan klager onjuist is vermeld, doet dit aan de strekking van het advies niets af.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat door verweerder sub 1 is toegezegd dat de zaak van klagers in Maastricht, de voorzitter veronderstelt op het kantoor van verweerders, zou worden besproken. De opdrachtbevestiging dd. 16 mei 2012 maakt daarvan geen melding. Evenmin is gebleken dat door verweerder sub 1 andere werkzaamheden zijn toegezegd dan het uitbrengen van een advies over de mogelijkheden om X met succes aansprakelijk te stellen voor door klager geleden verliezen ten gevolge van de door klager met X gesloten beleggingsovereenkomst. Op 20 juli 2012 is door verweerder sub 2 gemotiveerd advies uitgebracht, waarmee aan de aan het kantoor van verweerders verstrekte opdracht is voldaan.

4.2         Of al dan niet een onjuist bedrag aan belegd kapitaal is vermeld is niet komen vast te staan. Wat hiervan ook moge zijn, aan het verstrekte advies doet de hoogte van het door klager belegde kapitaal niets af. De voorzitter volgt klager niet in zijn stelling dat uit deze vergissing blijkt dat de stukken onvoldoende zijn bestudeerd.

4.3         Verweerder sub 2 heeft zijn advies in zijn brief dd. 20 juli 2012 gemotiveerd uiteengezet en in zijn brieven dd. 2 augustus en 25 september 2012 nog nader toegelicht. Niet gebleken is dat verweerder sub 2 het advies van mr. Y klakkeloos heeft overgenomen. Dat hij uiteindelijk tot dezelfde conclusie komt, maakt dit niet anders

4.4         De voorzitter is op grond van het bovenstaande van oordeel dat niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerders valt te maken, op grond waarvan verweerder de klacht tegen beide verweerders als kennelijk ongegrond zal afwijzen.

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht tegen beide verweerders al kennelijk ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 25 maart 2014 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 31 maart 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.