Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-05-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:113

Zaaknummer

L 309 en L 310 - 2013

Inhoudsindicatie

Verweerders hebben de jaarstukken en BAV-polis niet op het afgesproken tijdstip aan de deken toegezonden, maar pas na diverse rappèllen. Deken onvoldoende geïnformeerd.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond. Berisping

Uitspraak

 

Beslissing van 12 mei 2014

in de zaak L 309 – 2013 en L 310 - 2013

naar aanleiding van het bezwaar van:

 

 

 

       

deken

 

tegen:

 

                                        verweerders

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 7 oktober 2013 met kenmerk DOK 351, door de raad ontvangen op 8 oktober 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 maart 2014 in aanwezigheid van verweerders. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 7 oktober 2013 met bijlagen en van de brief van verweerder sub 2 van 25 november 2013.

 

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerders hebben sinds januari 2011 een maatschap. Op 31 mei 2013 vond in het kader van het pro actieve toezicht door de raad van toezicht een kantoorbezoek plaats bij verweerders. Toegezegd werd tijdens dat gesprek dat de jaarstukken 2012 eind juni 2013 gereed zouden zijn en dat deze alsdan aan het bureau van de orde zouden worden toegestuurd. Afgesproken werd dat de jaarstukken uiterlijk 15 juli 2013 in het bezit van het bureau van de orde zouden moeten zijn. Tevens werd toegezegd dat het nieuwe polisblad van de BAV eveneens uiterlijk 15 juli 2013 aan het bureau van de orde zou worden gestuurd.

2.2      Op 19 juni 2013 werd het verslag van het kantoorbezoek met daarin de vastlegging van de overeengekomen afspraken aan verweerders toegezonden. In diezelfde brief wordt verzocht om de overeengekomen afspraken tijdig na te komen.

2.3      Op 23 juli 2013 had het bureau van de orde de toegezegde jaarstukken en het nieuwe polisblad van de BAV nog niet ontvangen en werd een rappèl gezonden aan verweerders met het verzoek per omgaande te reageren. Dit verzoek bleef onbeantwoord. Op 18 september 2013 werd een nieuw rappèl aan verweerders gezonden. Op dit rappèl werd bij brief van 20 september 2013 gereageerd met de mededeling dat de jaarstukken 2012 nog niet gereed waren en dat de nieuwe polis BAV door het kantoor van verweerders nog altijd niet was ontvangen.

2.4      Op 24 september 2013 zond de deken een brief aan verweerders waarin de deken refereerde aan een telefoongesprek met verweerder sub 2 van 18 september 2013, waarbij door verweerder sub 2 was aangegeven dat hij in de veronderstelling verkeerde dat de jaarstukken 2012 en de polis van de BAV al aan het bureau waren toegezonden. De deken geeft verweerders nogmaals een termijn van 5 dagen om de stukken aan te leveren, bij gebreke waarvan een dekenbezwaar zou worden ingediend.

2.5      Bij brief d.d. 7 oktober 2013 heeft de deken zijn dekenbezwaar aan de raad van discipline gezonden.

2.6      Bij brief van 19 november 2013 heeft de deken nog aan de raad gemeld dat de jaarstukken en de BAV-polis op 15 oktober 2013 door verweerders aan het bureau van de orde zijn toegezonden, maar dat de stukken aanleiding waren tot het stellen van vragen waarop nog niet alle antwoorden zijn gegeven.

 

3          klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij ondanks verzoeken en aanmaningen in gebreke blijven om de jaarstukken 2012 en de polis BAV 2013 aan het bureau van de orde aan te leveren.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerders stellen zich op het standpunt dat door hen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld. De jaarstukken zijn zo snel als mogelijk aan de deken ter beschikking gesteld. Het was niet mogelijk om de jaarstukken eerder te verstrekken omdat de voormalige accountant van verweerders deze nog niet aan hen op de juiste wijze ter beschikking had gesteld. Verweerders hebben hun voormalige accountant herhaaldelijk verzocht om de stukken gereed te maken en aan hen te doen toekomen, zodat zij deze zo snel mogelijk aan de deken zouden kunnen toezenden. Uiteindelijk hebben verweerders hun nieuwe boekhouder de stukken met voorrang laten opstellen en zijn deze spoorslags ter beschikking van de deken gesteld. Verweerders zijn van mening dat de vertraging in de toezending op geen enkele wijze aan hen kan worden toegerekend.

4.2      Voor wat betreft de stelling van de deken dat de stukken aanleiding waren tot enige vragen waarop niet alle antwoorden zijn gegeven wordt door verweerders opgemerkt dat zij alle antwoorden wel degelijk hebben gegeven. Verweerders hebben, na het e-mailbericht waarbij de antwoorden aan de deken zijn toegezonden, niets meer van de deken vernomen en geen nader verzoek om informatie ontvangen. Verweerders zijn dan ook van mening dat de klacht van de deken ongegrond behoort te worden verklaard.

 

5          BEOORDELING

5.1     Na het kantoorbezoek zijn door de deken en verweerders duidelijke afspraken gemaakt over de aanlevering van de jaarstukken en de BAV-polis. Deze stukken zijn door verweerders niet op tijd aangeleverd. De deken heeft hun regelmatig rappèls gestuurd, maar daarop is niet schriftelijk gereageerd. Er is volgens verweerders wel mondeling contact met het bureau van de orde geweest, maar verweerders hebben geen contact met de deken opgenomen. De raad is van mening dat dit wel op de weg van verweerders had gelegen. Verweerders hebben door dit niet te doen onvoldoende gereageerd op de brieven van de deken. De klacht is derhalve gegrond. Gelet op de ernst van de aan verweerders verwijtbare gedraging zal aan verweerders de maatregel van berisping worden opgelegd.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan beide verweerders op de maatregel van berisping.

 

 

Aldus gewezen door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, Th. Kremers, A.A. Freriks, H.C.M. Schaeken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 mei 2014.                       

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 13 mei 2014.

 

per aangetekende brief verzonden aan:                   

-        verweerders

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                  Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :

-        verweerders

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 9679

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl