Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:243

Zaaknummer

14-103A

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerster heeft nagelaten de overeengekomen werkzaamheden voor klager (naar behoren) te verrichten. Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster onbereikbaar zou zijn geweest voor klager. Nu bovendien vaststaat dat verweerster veel meer uren in de zaak heeft gestoken dan tevoren was voorzien, is het begrijpelijk dat verweerster niet bereid is het door klager aan haar betaalde honorarium te restitueren. Klacht ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 15 september 2014

in de zaak 14-103A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te Amsterdam 

verweerster

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 22 april 2014 met kenmerk PvRA/JtH 4013-1242, door de raad ontvangen op 24 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 juli 2014 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in § 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en de bij die brief gevoegde stukken genummerd 1 tot en met 14.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerster heeft klager bijgestaan in het kader van een inbeslagname van contante geldbedragen door de Engelse douane. Teneinde het daarheen te leiden dat bedoelde bedragen zouden worden vrijgegeven door de Engelse douane, heeft klager zich begin september 2013 tot verweerster gewend. Met verweerster is afgesproken dat zij voor een bedrag van € 1.000, exclusief BTW, alle werkzaamheden zou verrichten voor het terugkrijgen van de gelden. Verweerster heeft klager op 5 september 2013 een – zeer algemeen geformuleerde – opdrachtbevestiging gestuurd.

2.3 Verweerster heeft veelvuldig contact gehad met klager en stukken opgevraagd, dit alles om de herkomst van de contante gelden te kunnen aantonen. Verweerster heeft daarnaast namens klager een aantal keren contact gehad met de Engelse autoriteiten over de in beslag genomen geldbedragen. Bij e-mail van 20 september 2013 heeft verweerster namens klager verschillende documenten aan de Engelse douane verstrekt.

2.4 Bij e-mail van zaterdag 2 november 2013 heeft klager verweerster laten weten geen vertrouwen meer in haar te hebben en een andere advocaat in de arm te zullen nemen. Tevens heeft hij verweerster verzocht een deel van het betaalde honorarium te restitueren, nu de werkzaamheden van verweerster vroegtijdig waren beëindigd. Op maandagochtend 4 november 2013 heeft verweerster klager per e-mail laten weten dat zij die dag niet op kantoor was, maar dat zij ervoor zou zorg dragen dat het dossier de dag erna aan klager werd verzonden.

2.5 Bij e-mail van 6 november 2013 heeft klager verweerster onder meer laten weten dat hij het gehele aan verweerster betaalde honorarium terug wilde hebben, aangezien verweerster niets voor hem had betekend, behalve  "een grote dosis ergernis".

2.6 Bij brief van 15 november 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) zij heeft nagelaten de overeengekomen werkzaamheden voor klager te verrichten, althans naar behoren te verrichten;

b) zij onbereikbaar was voor klager;

c) zij niet bereid is het door klager aan verweerster betaalde honorarium terug te betalen.

 

4 BEOORDELING

4.1 De raad zal alle drie de klachtonderdelen hierna tezamen behandelen. De raad stelt voorop dat de tuchtrechter gezien het bepaalde in artikel 46 Advocatenwet mede tot taak heeft de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt te beoordelen indien deze daarover klaagt. Wel zal de tuchtrechter rekening hebben te houden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes – zoals over procesrisico en kostenrisico – waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en de keuzes waar hij voor kan komen te staan zijn niet onbeperkt, maar worden begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt.

4.2 Verweerster heeft in reactie op de klacht van klager aangevoerd dat klager verweerster van meet af aan had voorgespiegeld dat klager zijn onschuld onomstotelijk kon aantonen. Klager heeft verweerster vervolgens – in en buiten kantoortijd – voorzien "van een niet aflatende stroom documenten, welke door [verweerster] uitvoerig zijn en moesten worden bestudeerd". Verweerster heeft contact gehad met de Engelse autoriteiten en "daar waar mogelijk en verantwoord" ook gereageerd op vragen van de Engelse autoriteiten. Bovendien is veelvuldig contact met klager geweest via e-mailberichten, telefoongesprekken en fysieke afspraken op het kantoor van verweerster. In de loop der tijd werd het verweerster duidelijk dat de door klager geschetste voorstelling van zaken geenszins recht deed aan de werkelijkheid. Een en ander heeft gezorgd voor de nodige vertraging, aldus verweerster.

4.3 Gelet op de gebrekkige informatievoorziening door klager achtte verweerster het niet in het belang van klager om de door klager aan verweerster gestuurde stukken lukraak door te zenden naar de Engelse autoriteiten. Verweerster heeft de reden van vertraging en het feit dat minder documenten aan de Engelse autoriteiten zijn doorgezonden herhaaldelijk onder de aandacht van klager gebracht. Nu verweerster uiteindelijk voor eigen rekening (veel) meer uren aan de zaak van klager heeft besteed dan tevoren was voorzien, zag verweerster geen aanleiding om het aan haar voldane honorarium terug te storten, aldus nog steeds verweerster.

4.4 Op grond van het klachtendossier en hetgeen door partijen ter zitting van de raad naar voren is gebracht, is het de raad niet gebleken dat verweerster heeft nagelaten de overeengekomen werkzaamheden voor klager te verrichten, althans naar behoren te verrichten (klachtonderdeel a). Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster onbereikbaar zou zijn geweest voor klager (klachtonderdeel b). Ter zitting van de raad heeft klager erkend dat verweerster meerdere keren aan klager heeft uiteengezet dat zij – ter voorkoming van eventuele strafvervolging – zorgvuldig te werk ging en dat zij in één keer een compleet en kloppend verhaal richting de Engelse autoriteiten wilde presenteren, hetgeen vertraging met zich bracht. Klager heeft ter zitting bovendien bevestigd dat tussen hem en verweerster veelvuldig contact is geweest – ongeveer twee keer per week – over (het te vergaren bewijs van) de herkomst van het contante geld, dat verweerster zorgvuldig alle door hem gestuurde documenten heeft bestudeerd en dat zij kritische vragen stelde. Ter zitting heeft klager zelfs gezegd dat verweerster haar werk "keurig" heeft gedaan, maar dat het allemaal veel te lang heeft geduurd. Klachtonderdelen a en b zijn dan ook ongegrond.

4.5 In het licht van het voorgaande is het naar het oordeel van de raad geenszins  onbegrijpelijk dat verweerster niet bereid is het aan haar betaalde honorarium terug te betalen aan klager. Klager heeft ter zitting van de raad erkend dat verweerster waarschijnlijk veel meer uren in de zaak heeft gestoken dan tevoren door haar was voorzien. Nu de raad voor het overige niet is gebleken dat verweerster onder de maat en tegen de gerechtvaardigde belangen van klager in heeft gehandeld, is ook klachtonderdeel c ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. P. van Lingen, G.J.W. Pulles, M. Middeldorp, M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 15 september 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl