Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-01-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2014:2

Zaaknummer

13-315

Inhoudsindicatie

Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft namens haar cliënten de standpunten mogen innemen zoals zij dat heeft gedaan. Het oordeel over deze standpunten is voorbehouden aan de civiele rechter. Klager heeft zelf gesteld dat hij een aantal klachten tegen notarissen heeft ingediend. Daarom is het niet onnodig grievend jegens klager dat verweerster daarvan melding maakt.

Uitspraak

Beslissing van 10 januari 2014

in de zaak 13-315

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

advocaat te [X]

verweerster

De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van de

deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 23 december 2013 met kenmerk 13/135, door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de daarbij gevoegde stukken.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2    Sinds mei 2008 zijn klager en zijn zus verwikkeld in een geschil betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van hun vader, die in 1993 is overleden.

1.3    De moeder van klager was executeur in de nalatenschap van vader. Verweerster heeft de belangen van moeder behartigd toen zij nog leefde.

1.4    Nadat moeder is overleden behartigt verweerster de belangen van vier erfgenamen bij de afwikkeling van de nalatenschappen van de vader en de moeder van klager.

1.5    Klager heeft een aantal klachten ingediend tegen bij de boedel betrokken notarissen.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

a)    in de onderliggende zaak en de daarin gevoerde procedures klagers belangen nodeloos en ontoelaatbaar heeft geschaad omdat zij namens haar cliënten op oneigenlijke gronden verweer blijft voeren tegen de gevolgen van de afwikkeling van de nalatenschappen en doordat haar cliënten ten gevolge hiervan bedragen hebben opgenomen die niet meer verhaalbaar zullen blijken te zijn zodat klager doelbewust een verhaalsobject werd ontnomen

b)    klager bestempeld als een notoire klager en zich daarmee onnodig grievend over klager uitlaat

c)    verdedigt dat er sprake was van vruchtgebruik van moeder en zich daarmee heeft bediend van feiten waarvan zij wist dat die niet juist zijn

d)    tekort is geschoten in de zorg jegens klager door zich te baseren op gegevens die zij had moeten en kunnen verifiëren.

Ter toelichting op zijn klacht heeft klager het volgende aangevoerd:

2.2    Tot vaders nalatenschap behoorde een woonhuis dat inmiddels is verkocht. Het deel van de verkoopopbrengst dat hem toekomt staat op een rekening van de vereffenaar. Een aantal andere erfgenamen hebben hun aandeel in de opbrengst van de woning reeds ontvangen. Op grond van artikel 3:194 lid 2 BW hebben zij hun aandeel in de opbrengst van de woning verbeurd waardoor het aanwast bij de erfgenamen, die hun aandeel in de opbrengst nog niet hebben ontvangen.

2.3    Verweerster had in het kadaster moeten verifiëren of er rechtsgeldig een vruchtgebruik van zijn moeder was gevestigd.

2.4    Ook had zij moeten verifiëren of (twee van) haar cliënten wel executeur waren in de nalatenschap van vader. Het testament van vader laat geen feitelijke executeurs toe en als zodanig hebben (twee van) haar cliënten zich wel gedragen. Het lag op de weg van verweerster te voorkomen dat zij zich zo gedroegen en zij had niet mogen afgaan op de informatie die haar cliënten haar verstrekten.

2.5    Het gedrag van verweerster is een advocaat onwaardig. Zij heeft zich tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens hem gedragen.

3    VERWEER

3.1    Het voeren van verweer namens cliënten is één van de kerntaken van een advocaat. Het oordeel over de door haar gevoerde inhoudelijke verweren is voorbehouden aan de civiele rechter.

3.2    Klager is bij diverse Kamers van Toezicht een goede bekende. Tegen één van de notarissen, die zich met de afwikkeling van de nalatenschappen heeft beziggehouden, heeft hij zeventien klachten ingediend en ook tegen de huidige boedelnotaris, die de afwikkeling van de nalatenschap van moeder behandelt, heeft klager zes of zeven klachten ingediend. Zij heeft zich bij het noemen van het aantal klachten gehouden bij de feiten.

3.3    Zij is van oordeel dat de ingediende klachten kennelijk niet-ontvankelijk dan wel ongegrond zijn.

4    BEOORDELING

4.1    Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2    De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerster als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze, die haar - in overleg met haar cliënten - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de voorzitter niet gebleken.

4.3    Klager heeft gesteld dat de cliënten van verweerster geld tot zich hebben genomen en dat zij dit geldbedrag hebben verbeurd waardoor de erfgenamen, die dat niet hebben gedaan, een groter bedrag toekomt. Het oordeel over de vraag of de overige erfgenamen al dan niet hun aandeel in de opbrengst van een goed hebben verbeurd is voorbehouden aan de civiele rechter. Voor de tuchtrechter is in deze geen taak weggelegd.

4.4    Verweerster draagt geen verantwoordelijkheid voor het al dan niet verloren gaan van verhaalsmogelijkheden van klager (en zijn medeerfgenaam). Het is klagers eigen verantwoordelijkheid om tijdig zijn financiële belangen veilig te stellen, bijvoorbeeld door het laten leggen van beslag. Klachtonderdeel a is kennelijk ongegrond.

4.5    Klager heeft zelf gesteld dat hij een aantal klachten over notarissen heeft ingediend. Dat verweerster daarvan melding maakt is niet onnodig grievend jegens hem. Klachtonderdeel b is kennelijk ongegrond.

4.6    Verweerster heeft voorts namens haar cliënten het standpunt mogen innemen dat er een vruchtgebruik van moeder bestond en dat (twee van) haar cliënten tot executeur waren benoemd in de nalatenschap van vader en klager heeft tegen deze standpunten op mogen komen. Het oordeel over deze standpunten is eveneens voorbehouden aan de civiele rechter. Klachtonderdeel c en d zijn kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Alle onderdelen van de klacht van klager tegen verweerster zijn kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, met bijstand van mr. A. Huber als griffier op 10  januari 2014.

griffier     voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 14 januari 2014 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten