Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-04-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:79

Zaaknummer

OB 150 - 2013

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Uit het vonnis van de kantonrechter blijkt dat het verweer uitvoerig naar voren is gebracht. Dat de Kantonrechter voorbij gaat aan het gevoerde verweer valt de advocaat tuchtrechtelijk niet aan te rekenen

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

 

Beslissing van 14 april 2014

in de zaak OB 150-2013

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

 

                  

 

klager

 

 

 

tegen:

 

 

 

 

 

Verweerster

 

 

 

 

1          Verloop van de procedure

 

1.1      Bij brief aan de raad van 7 mei 2013 met kenmerk 48/13/037K , door de raad ontvangen op 8 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

 

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 4 november 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.3      De raad heeft kennisgenomen van:

–     de brief van de deken dd. 7 mei 2013, met bijlagen;

–     de brief van mr. X, kantoorgenoot/patroon van verweerster dd. 26 september 2013

 

2          FEITEN

 

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

 

2.1      Klager heeft zich tot verweerster gewend in verband met een huurgeschil. De verhuurder vorderde van klager betaling van achterstallige huurpenningen van een op 15 november 2011 beëindigde huurovereenkomst van bedrijfsruimte. Klager vorderde in reconventie schadevergoeding wegens verstoring van het huurgenot en diefstal van goederen.

 

2.2      Verweerster heeft klager tijdens de procedure in eerste aanleg bijgestaan. De kantonrechter heeft bij vonnis dd. 19 oktober 2012 de vordering van de verhuurder toegewezen en de vordering van klager in reconventie afgewezen. Klager werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter overwoog dat het causaal verband tussen de (opzegging van de) huurovereenkomst en de schade onvoldoende was komen vast te staan. De kantonrechter achtte diefstal van goederen door de verhuurder onvoldoende bewezen.

 

2.3      Verweerster heeft een hoger beroep dagvaarding op nader aan te voeren gronden opgesteld. Hierna heeft klager zich tot een andere advocaat gewend.

 

2.4      Verweerster heeft bij brief dd. 22 februari 2013 de afspraak met de opvolgende advocaat over de verdeling van de toevoegingsgelden bevestigd. Verweerster heeft de opvolgende advocate geschreven ervan uit te gaan dat zij de belangen van klager vanaf dan zou behartigen. Zij wees erop dat de dagvaarding voor 12 maart 2013 diende te zijn aangebracht. De opvolgende advocate heeft bij brief dd. 27 februari 2013 instemmend gereageerd op voormelde brief van verweerster.

 

3          KLACHT

 

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

verweerder onvoldoende verweer heeft gevoerd bij de kantonrechter.

 

 

4          VERWEER

 

4.1      Verweerster heeft de standpunten van klager zo goed mogelijk naar voren gebracht. Het vonnis van de kantonrechter is teleurstellend te noemen. Dit lag niet aan de werkzaamheden van verweerster, maar met name aan het feit dat diefstal door de verhuurder strafrechtelijk niet was komen vast te staan.

 

4.2      Klager heeft voordat vonnis is gewezen door de kantonrechter nimmer te kennen gegeven dat hij het niet eens was met de gevoerde verweren of ingebrachte stukken. De verstoring van het huurgenot is wel naar voren gebracht, waarbij ter zake relevante stukken zijn ingebracht. De kantonrechter heeft het aangevoerde verweer echter verworpen.

 

4.3      Verweerster heeft klager voorgehouden dat zolang strafrechtelijk niet vast stond dat de verhuurder goederen had gestolen de zaak ook in hoger beroep moeilijk zou worden. Om die reden en gelet op een mogelijke proceskostenveroordeling heeft verweerster klager geadviseerd om te schikken.

 

4.4      Klager heeft zich vervolgens tot een andere advocaat gewend. Verweerster heeft deze de stukken, de toevoeging en urenstaat toegezonden. Verweerster heeft haar tijd naar waarheid geschreven. Verweerster heeft de verrekenkwestie inmiddels met de opvolgende advocaat geregeld. De opvolgend advocaat heeft de zaak inmiddels dan ook overgenomen.

 

 

5          BEOORDELING

 

5.1      Klager heeft ter zitting van de raad verklaard dat verweerster zijn belangen onvoldoende heeft behartigd, aangezien zij heeft nagelaten om een stuk betreffende de ontbinding van een met klager gesloten overeenkomst in het geding te brengen. Hieruit zou blijken dat er sprake was van een overeenkomst en niet enkel, zoals door de kantonrechter ten onrechte is aangenomen, van een offerte, waardoor de schade van klager volgens de kantonrechter niet is komen vast te staan. Verweerster stelt hier tegenover dat klager pas na de uitspraak van de kantonrechter te kennen heeft gegeven dat er een stuk betreffende de ontbinding van de overeenkomst was dat hij in het geding had willen brengen.

 

5.2      Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat verweerster heeft nagelaten een door klager aan haar overhandigd stuk betreffende de ontbinding van de overeenkomst in het geding te brengen. De opvattingen van klager en verweerster ter zake staan lijnrecht tegenover elkaar, zodat de raad niet kan vaststellen dat het door klager aan verweerster verweten handelen heeft plaatsgevonden.

 

5.3      Ook overigens zijn door klager geen concrete feiten of omstandigheden naar voren gebracht, noch bewijs daarvan overgelegd, waaruit blijkt dat verweerster onvoldoende verweer heeft gevoerd bij de kantonrechter. Uit het vonnis van de kantonrechter blijkt dat verweerster het verweer van klager uitvoerig naar voren heeft gebracht. Dat de kantonrechter voorbij is gegaan aan het door verweerster namens klager aangevoerde verweer valt verweerster tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. De raad zal de klacht op grond van al het bovenstaande ongegrond verklaren.

 

 

 

                        BESLISSING

 

 

De raad van discipline:

 

 

verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en A.L.W.G. Houtakkers , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 april 2014.

 

 

                        griffier                                                    voorzitter                                 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 april 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-              verweerster

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover de klacht ongegrond / niet-ontvankelijk is verklaard tevens door:

 

-          klager

-              de deken van de orde van advocaten te Oost-Brabant   

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.        Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.         Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl