Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:138

Zaaknummer

OB 281 - 2013

Inhoudsindicatie

Onvoldoende of gebrekkige communicatie niet vast komen te staan. Het bevestigen van uurtarief in alleen een voorschotnota is onvoldoende. Verweerster had een schriftelijke bevestiging moeten sturen.

Inhoudsindicatie

Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing

Uitspraak

Beslissing van 2 juni 2014

in de zaak OB 281 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

 

 

       

klaagster

 

tegen:

 

 

 

                                        verweerster

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 16 september 2013 met kenmerk nr. 48-13-091K, door de raad ontvangen op 17 september 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 april 2014 in aanwezigheid van verweerster. Klaagster heeft de raad bij brief van 3 maart 2014 bericht niet aanwezig te zullen zijn. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 16 september 2013 met de daarbij behorende bijlagen, alsmede van de nagekomen brief van klaagster van 3 maart 2014.

 

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klaagster heeft zich op 30 maart 2012 tot verweerster gewend met het verzoek haar belangen te behartigen inzake een geschil dat klaagster op dat moment had met de verhuurder van het pand waarin het café van klaagster werd geëxploiteerd. Op 30 maart 2012 is door verweerster een voorschotnota uitgeschreven aan klaagster waarin een uurtarief van € 195,00 plus BTW en kantoorkosten wordt gehanteerd. Deze voorschotnota is door klaagster zonder protest behouden en voldaan.

2.2      Klaagster heeft vervolgens verweerster eveneens ingeschakeld om haar belangen te behartigen in een tweede procedure. Verweerster heeft klaagster in de periode van maart 2012 tot en met mei 2013 in beide zaken bijgestaan. In de procedure tegen de verhuurder van het pand waarin het café van klaagster werd geëxploiteerd is uiteindelijk een schikking getroffen. In de andere procedure is op 6 juni 2013 een vonnis gewezen, waarbij klaagster is veroordeeld om de vordering van haar wederpartij te voldoen.

2.3      Op 22 maart 2013 heeft ten kantore van verweerster een gesprek tussen klaagster en verweerster plaatsgevonden waarbij de klachten van klaagster zijn besproken. Na dit persoonlijke gesprek heeft klaagster verweerster bij   e-mails van 24 maart, 3 april en 21 april 2013 verzocht om een reactie. Verweerster heeft per e-mail van 23 april 2013 op de e-mails van klaagster gereageerd en aangegeven dat zij niet binnen de door klaagster gestelde termijn zou kunnen reageren. Klaagster heeft zich vervolgens bij brief van 6 mei 2013 tot de deken gewend met de onderhavige klacht.

 

3          klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1)    verweerster gebrekkig heeft gecommuniceerd over de duur en de slagingskansen van de procedures;

2)    verweerster de aanpak en de voortgang van de zaak onvoldoende heeft besproken;

3)    verweerster slecht bereikbaar was;

4)    verweerster geen duidelijke afspraken heeft gemaakt over de door haar gehanteerde tarieven;

5)    verweerster geen uitleg heeft gegeven over de declaraties.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerster ontkent tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld. Verweerster geeft aan dat de communicatie tussen haar en klaagster inmiddels is verstoord. Verweerster is echter van mening dat haar daarvan geen verwijt kan worden gemaakt, aangezien zij klaagster steeds op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de door verweerster behandelde zaken. Verweerster heeft veelvuldig contact met klaagster gezocht, heeft telefonisch en schriftelijk met klaagster overleg gevoerd, heeft concepten aan klaagster voorgelegd en heeft bovendien uitvoerig de tijd genomen om de klachten van klaagster met haar te bespreken.

4.2      Verweerster ontkent eveneens dat zij klaagster onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de zaken die verweerster in behandeling had. Verweerster heeft uitvoerig uiteengezet op welke momenten zij in de beide kwesties contact met klaagster heeft gehad. Door klaagster wordt dat niet weersproken. Verweerster is van mening dat zij klaagster derhalve voldoende op de hoogte heeft gehouden.

4.3      Voor wat betreft het laatste klachtonderdeel verwijst verweerster naar haar voorschotnota van 30 maart 2012. Uit die voorschotnota blijkt duidelijk het door verweerster gehanteerde tarief. Verweerster stelt dat zij dit tarief eveneens met klaagster heeft besproken. Verweerster wijst voorts op het feit dat klaagster de voorschotnota’s zonder protest heeft behouden en heeft voldaan en daaruit haar instemming met het tarief van verweerster blijkt. Van onduidelijkheid over de financiële afspraken is dan ook geen sprake.

 

5          BEOORDELING

Ad klachtonderdeel 1, 2 en 3

5.1      De eerste drie klachtonderdelen hebben allemaal betrekking op de gebrekkige communicatie tussen klaagster en verweerster. Klaagster verwijt verweerster dat verweerster onvoldoende heeft gecommuniceerd, onvoldoende met haar heeft gesproken over de voortgang en de aanpak van de zaak en slecht bereikbaar is geweest. Door verweerster wordt betwist dat zij slecht bereikbaar was. Verweerster geeft aan dat zij steeds op de mails van klaagster heeft gereageerd en steeds getracht heeft om met klaagster in gesprek te blijven. Verweerster erkent dat de communicatie gebrekkig is geweest, maar geeft aan dat daarvan ook klaagster een verwijt kan worden gemaakt.

5.2      Voor wat betreft de bereikbaarheid van verweerster staan de verklaringen van klaagster en verweerster lijnrecht tegenover elkaar. De raad kan in dat geval geen oordeel uitspreken. Dat betekent niet dat aan de verklaring van verweerster meer waarde wordt gehecht dan aan de verklaring van klaagster, het betekent alleen dat niet is komen vast te staan dat verweerster niet bereikbaar was. Nu dat niet is komen vast te staan, kan de raad die klacht niet gegrond verklaren.

5.3      Voor wat betreft de gebrekkige communicatie geeft verweerster aan dat ook klaagster daarvan een verwijt kan worden gemaakt. De raad stelt voorop dat communicatie een tweezijdig proces is. Van beide partijen kan een actieve inbreng en welwillende houding ten opzichte van elkaar worden verwacht. Door verweerster is onweersproken gesteld dat ook klaagster zelf een bijdrage heeft geleverd aan de gebrekkige communicatie. Zo heeft klaagster diverse keren verweerster buitenspel gezet door zelf contact op te nemen met de wederpartij of de advocaat van de wederpartij. In die omstandigheden is de mogelijke gebrekkige communicatie tussen klaagster en verweerster niet enkel aan verweerster verwijtbaar. De klachtonderdelen 1, 2 en 3 zijn derhalve ongegrond.

Ad klachtonderdeel 4

5.4      Verweerster erkent dat er door haar geen opdrachtbevestiging is verstuurd. Verweerster verwijst naar een niet leesbare voorschotnota van 30 maart 2012. Volgens verweerster staat het gehanteerde tarief, alsmede een inschatting van de door haar te besteden tijd, op de voorschotnota. Het exemplaar van de voorschotnota dat de raad heeft ontvangen is dusdanig slecht leesbaar, dat dit niet kan worden vastgesteld. Verweerster heeft nog gewezen op het feit dat de voorschotnota door klaagster is betaald. Daaruit kan weliswaar worden opgemaakt dat klaagster in heeft gestemd met het tarief, maar het betekent niet dat door verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld.

Gedragsregel 26 schrijft voor dat wanneer een advocaat een opdracht aanvaardt, hij de financiële consequenties daarvan met de cliënt moet bespreken en inzicht moet geven in de wijze waarop en de frequentie waarmee hij zal declareren. Het ligt op de weg van de advocaat om de terzake gemaakte afspraken duidelijk schriftelijk vast te leggen. Het vastleggen van het tarief in een voorschotnota verdient niet de schoonheidsprijs. De raad is van mening dat verweerster de met klaagster gemaakte afspraken beter had moeten vastleggen, bijvoorbeeld in een opdrachtbevestiging. Nu verweerster dat heeft nagelaten, is dit klachtonderdeel gegrond.

Ad klachtonderdeel 5

5.5      Klaagster verwijt verweerster dat zij geen uitleg heeft gegeven over de declaraties. Verweerster heeft aangegeven dat de declaraties wel degelijk met klaagster zijn besproken. De stellingen van klaagster en verweerster staan op dit punt derhalve lijnrecht tegenover elkaar, zodat de raad geen oordeel kan uitspreken. Dat betekent niet dat aan de verklaring van verweerster meer waarde wordt gehecht dan aan de verklaring van klaagster, het betekent alleen dat niet is komen vast te staan wat er precies is gebeurd. Nu de raad niet kan vaststellen dat verweerster geen uitleg heeft gegeven over de declaraties, kan dit klachtonderdeel niet gegrond worden verklaard.

 

Maatregel

5.6       De slotsom is dat alleen klachtonderdeel 4 gegrond verklaard dient te  worden. De raad is van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van de maatregel van enkele waarschuwing.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klachtonderdelen 1, 2, 3 en 5 ongegrond, verklaart klachtonderdeel 4 gegrond en legt terzake aan verweerster op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

Aldus gewezen door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juni 2014.             

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 juni 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:                   

-        klaagster

-        verweerster

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                  Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :

-        verweerster

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:

-        klaagster

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl