Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-05-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:144

Zaaknummer

L 137 - 2014

Inhoudsindicatie

Een advocaat is niet gehouden alle brieven van de wederpartij van zijn cliënt te beantwoorden. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 28 mei 2014

in de zaak L 137 -2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

klager

 

 

tegen:

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 7 mei 2014 met kenmerk DOK 14-004 door de raad ontvangen op 8 mei 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1          Een (voormalig) kantoorgenoot van verweerder, verder te noemen mr. X trad in een huurgeschil op voor de wederpartij van klager. Mr. X heeft bij brief dd. 22 maart 2011 aan klager namens zijn cliënten de tussen klager en de clienten van mr. X gesloten huurovereenkomst opgezegd.

1.2          Klager heeft op 16 maart 2012 de cliënten van mr. X in kort geding gedagvaard. In november 2012 heeft klager een bodemprocedure tegen de cliënten van mr. X aanhangig gemaakt, stellende dat de brief dd. 22 maart 2011 van mr. X aan hem geen rechtsgeldige huuropzegging betrof.

1.3          Op 2 juli 2013 heeft in voormelde procedure een comparitie van partijen bij de rechtbank plaatsgevonden. Klager heeft bij brieven dd. 5 augustus en 26 november 2013 de clienten van mr. X benaderd over het optreden van mr. X ter zitting dd. 2 juli 2013. Mr. X heeft hierop namens zijn clienten gereageerd bij brief dd. 27 november 2013. Klager heeft hierop gereageerd bij brieven dd. 29 november en 2 december 2013. Mr. X heeft bij brief dd. 5 december 2013 aan klager geschreven dat hij voorlopig voor het laatst reageerde op de brieven van klager. Hij schreef dat hij de inhoud en strekking van deze brieven al had beantwoord in zijn eerdere brief en voorts dat klager geen recht toekwam om steeds antwoord op zijn brieven te verlangen, noch jegens verweerder, noch jegens de clienten van verweerder. Klager heeft hierop gereageerd bij brieven dd. 10 en 18 december 2013 aan mr. X en bij brieven dd. 12,13, en 18 december 2013 aan verweerder. 

1.4          De kantonrechter heeft in de bodemprocedure bij vonnis dd. 19 maart 2014 de vorderingen van klager afgewezen. De kantonrechter overweeg in rechtsoverweging 4.3. onder meer het volgende “Gedaagden hebben immers tijdig, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 12 maanden voor het einde van een huurperiode, bij aangetekende brief dd. 22 maart 2012 -die (klager) heeft bereikt op uiterlijk 23 maart 2011(zie hiervoor onder 2.8)- de huurovereenkomsten kantoorruimtes ‘in between’, blok 4 en blok 5 per 1 juni 2013 opgezegd. Voor de stelling van (klager) dat deze opzegging geen effect heeft gesorteerd is geen enkel aanknopingspunt voorhanden, zodat zij wordt verworpen.”

 

2.           KLACHT

2.1         De klachten houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.         verweerder stelselmatig niet heeft gereageerd op brieven van klager;

2.         verweerder geen afstand heeft genomen van de inhoud van een door mr. X valselijk opgemaakte en in juli 2013 in rechte ingebrachte volmacht waarover klager alle informatie aan verweerder heeft verstrekt.

            

Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

2.2          Klager heeft geen antwoord ontvangen op zijn brieven aan verweerder dd. 12, 13 en 18 december. Hieruit moet worden geconcludeerd dat verweerder geen afstand heeft genomen van de door mr. X in juli 2013 in rechte ingebrachte valse volmacht, die op naam van het kantoor van verweerder was gesteld. 

 

3.           VERWEER    

Ad onderdeel 1:

3.1         Het kantoor van verweerder noch verweerder zijn gehouden te reageren op brieven van klager die betrekking hebben op de relatie van het kantoor van verweerder met cliënten van zijn kantoor. Een advocaat is over deze relatie geen verantwoording aan de wederpartij verschuldigd.

3.2         De klacht ontbeert ook feitelijke grondslag aangezien klager in zijn klachtschrijven dd. 3 januari 2014 zelf opsomt bij welke brieven van de zijde van het kantoor van verweerder aan klager is bericht dat hij geen antwoord op zijn brieven zal krijgen dan wel dat het niet aan hem is om te bepalen dat hij antwoord krijgt.

Ad onderdeel 2:

3.3         Er was geen sprake van een onbevoegde huuropzegging door mr. X. Verweerder heeft geen reden gehad om afstand te nemen van de door klager vermeende valselijk opgemaakte volmacht op naam van het kantoor van verweerder, noch om dat aan klager te berichten. Het spreekt voor zich dat de volmacht dd. 16 maart 2011 voor de huuropzegging in het bezit van mr. X was. De kantonrechter heeft in zijn vonnis dd. 19 maart 2014 ook overwogen dat de huur rechtsgeldig is opgezegd.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2          Verweerder trad (mede) op als advocaat van de wederpartij van klager. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht geldt als uitgangspunt dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die haar passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot tenzij de belangen van de wederpartij (klager) nodeloos zouden worden geschaad.

Ad klachtonderdeel 1:

4.3         Vast staat dat verweerder niet heeft gereageerd op brieven van klager dd. 12, 13 en 18 december 2013. Een advocaat is niet gehouden alle brieven van een wederpartij van zijn cliënt te beantwoorden. Verweerder heeft bovendien, zoals blijkt uit het klachtschrijven van klager, eerdere brieven van klager beantwoord en hem er op gewezen dat hij geen recht heeft op beantwoording van al zijn brieven. Onder deze omstandigheden valt niet in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder te maken valt.

Ad klachtonderdeel 2:

4.4         Een advocaat kan tuchtrechtelijk alleen verantwoordelijk worden gehouden voor zijn eigen gedragingen. Een advocaat kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de gedragingen van een kantoorgenoot. Voor zover klager van mening was dat er sprake was van een door mr. X valselijk opgemaakte volmacht, diende hij zich te bedienen van een daartoe strekkende procedure jegens mr. X. Dat de naam van het kantoor van verweerder in de volmacht stond vermeld, maakt dit niet anders. Er was voor verweerder geen enkele reden aanwezig om afstand te nemen van gedragingen van zijn voormalig kantoorgenoot mr. X, zodat ook dit onderdeel niet tot gegrondheid kan leiden.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 28 mei 2014.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 juni 2014

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.