Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-11-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:382

Zaaknummer

72/14

Inhoudsindicatie

Niet gesteld kan worden dat de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats is geweest als de advocaat het nodig acht een deskundige in te schakelen om een pensioenberekening te maken in verband met een mogelijke afkoop van pensioenaanspraken. Van onvoldoende communicatie met de cliënt is in casu niet gebleken. Voorzitter heeft klacht kennelijk ongegrond geoordeeld.

Uitspraak

Beslissing van 11 november 2014

in de zaak 72/14

naar aanleiding van de klacht van:

 

mevrouw [    ]

klaagster

 

tegen:

mr. [    ]

verweerster

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland van 10 oktober 2014 met kenmerk 2014 KNN010, door de raad ontvangen op 16 oktober 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.2    Klaagster is bij beschikking van 6 augustus 1991 gescheiden van haar ex echtgenoot. De beschikking is op 29 augustus 1991 ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. Voorafgaand aan de echtscheiding hebben klaagster en haar ex-echtgenoot nadere afspraken gemaakt omtrent de verdeling van de pensioenuitkering, vastgelegd in een echtscheidingsconvenant d.d. 1 januari 1991.

1.3    Er is een geschil gerezen over de verdeling van de opgebouwde pensioenrechten na echtscheiding.

1.4    Bij dagvaarding van 5 april 2013 heeft verweerster namens klaagster een procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank Noord-Nederland waarin de rechter onder meer is verzocht te bepalen dat de man zijn medewerking verleent aan de verdeling van de opgebouwde pensioenaanspraken.

1.5    Op 23 oktober 2013 hebben klaagster en haar ex-echtgenoot het pensioengeschil in der minne geregeld  en vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. De inhoud van deze overeenkomst is opgenomen in het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 12 februari 2014.

 

2    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

de kwaliteit van de dienstverlening van verweerster ondermaats is geweest vanwege het ontbreken van de nodige deskundigheid en verweerster heeft klaagster onvoldoende geïnformeerd en met haar gecommuniceerd.

Toelichting

Het heeft verweerster ontbroken aan elementaire kennis met betrekking tot het Nederlandse pensioenstelsel, relevante wetgeving en jurisprudentie (onder meer het arrest Boon-Van Loon) en kennis inzake pensioenfondsen. Op de site van het kantoor  van verweerster wordt weliswaar gemeld dat bij het ontbreken van de benodigde expertise wordt doorverwezen naar een ander advocatenkantoor, maar verweerster heeft dat niet waargemaakt.

Door de houding van verweerster is klaagster akkoord gegaan met de vaststellingsovereenkomst van 23 december 2013, mede in verband met de spanning die doorprocederen met zich meebracht en schadelijk was voor haar gezondheid. De vaststellingsovereenkomst doet echter geen recht aan het in 1991 gesloten convenant. Bovendien heeft klaagster door dit alles schade geleden.

Klaagster ziet het als haar maatschappelijke plicht om een klacht over het optreden van verweerster in te dienen. In de eerste plaats om te voorkomen dat verweerster meer slachtoffers maakt. Daarnaast ziet klaagster deze klacht als een stimulans voor verweerster om met een voorstel voor vergoeding van de schade te komen.

 

3    VERWEER

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

3.1    In het echtscheidingsconvenant van 1 januari 1991 is opgenomen dat de helft van het opgebouwde pensioen van de ex-echtgenoot van klaagster aan klaagster zou toekomen. Een berekening was dus niet nodig. Toen de man geen openheid van zaken wilde geven en niet wilde meewerken aan uitvoering van het destijds gesloten convenant, maar aan klaagster afkoop van de opgebouwde pensioenrechten voorstelde, heeft verweerster klaagster geadviseerd een pensioenberekening op te stellen en hiervoor een deskundige in de arm te nemen. Dit is een normale gang van zaken, ook bij de rechtbank en ook bij de opvolgend advocaat van klaagster, wier kantoor zich ‘pensioenadvocatuur’ noemt en waar blijkens de site onder het kopje ‘praktijk/algemeen’ wordt vermeld dat pensioenberekeningen worden uitbesteed aan deskundigen. Verweerster zien dan ook niet in dat de kwaliteit van haar werkzaamheden ondermaats is gebleven.

3.2    Voorts heeft verweerster aangevoerd dat op de site van advocatenoverzicht.nl haar kantoor staat vermeld met als specialisatie personen- en familierecht. Onder deze specialisatie valt het rechtsgebied pensioenrecht als subcategorie. Een personen- en familierechtadvocaat doet derhalve ook zaken op het gebied van pensioenrecht. Verweerster meent dan ook dat zij zich op de juiste wijze op deze site afficheert.

3.3    Verweerster ziet niet in waaruit de schade die klaagster stelt te hebben geleden bestaat. Klaagster heeft dit ook niet nader toegelicht.

 

4    BEOORDELING

4.1    De voorzitter is van oordeel dat de klacht met betrekking tot de kwaliteit van dienstverlening, die ondermaats zou zijn gebleven, mede gelet op het verweer, niet is komen vast te staan. Verweerster heeft gemotiveerd aangevoerd dat de wederpartij van klaagster een schikkingsvoorstel had gedaan tot afkoop van de pensioenaanspraken en dat zij het noodzakelijk achtte het advies van een deskundige te vragen. De voorzitter is van oordeel dat de stelling van verweerster dat een deskundige moest worden ingeschakeld voor een pensioenberekening, aannemelijk is en dat verweerster niet gehouden was klaagster naar een andere advocaat door te sturen. Derhalve is niet komen vast te staan dat de kwaliteit van de dienstverlening ondermaats is gebleven. Klaagster heeft haar stellingen daaromtrent  onvoldoende onderbouwd.

4.2    Voorts is naar het oordeel van de voorzitter niet gebleken dat de informatie en de communicatie met verweerster onvoldoende is geweest. Klaagster heeft niet aangegeven waaruit dat blijkt. Ten aanzien van de schadevergoeding is de voorzitter van oordeel dat de (voorzitter van de) raad niet over schadevergoeding oordeelt. Dat is aan de civiele rechter voorbehouden, zoals in de correspondentie met de deken al naar voren is gekomen.

4.3    Het recht om klachten in te dienen op grond van het maatschappelijk belang is voorbehouden aan de deken en niet aan een individuele klager/klaagster.

4.4    De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

 

BESLISSING

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

 

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 11 november 2014.

 

griffier                                                                          voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift per aangetekende post verzonden aan:

-    klaagster

 

en per gewone post aan:

-    klaagster

-    verweerster

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland.

 

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Arnhem - Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ  Assen (fax: 0592-305759). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.