Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-06-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:150
Zaaknummer
L 297 - 2013
Inhoudsindicatie
Een advocaat kan tuchtrechtelijk enkel zijn eigen handelen of nalaten worden aangerekend. Dat een kantoorgenoot in de echtscheidingsprocedure heeft nagelaten schriftelijk verweer te voeren valt de beklaagde advocaat niet te verwijten. Dat nadien met hem overleg over het al dan niet instellen van hoger beroep heeft plaatsgevonden, maakt dit niet anders.
Inhoudsindicatie
Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie
Uitspraak
Beslissing van 16 juni 2014
in de zaak L 297-2013
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 2 oktober 2013 met kenmerk DOK 245, door de raad ontvangen op 3 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 april 2014 in aanwezigheid van verweerder . Klager is niet ter zitting verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken dd. 2 oktober 2013, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klager werd in een echtscheidingsprocedure bijgestaan door een (voormalig) kantoorgenote van verweerder, verder te noemen mr. X. Mr. X heeft in die procedure nagelaten een verweerschrift in te dienen bij de rechtbank. Mr. X heeft wel ter zitting namens klager mondeling verweer gevoerd. Klager heeft mr. X per e-mail dd. 10 januari 2012 bericht zeer tevreden te zijn over haar optreden ter zitting. De rechtbank heeft bij beschikking dd. 24 januari 2012 de verdeling vastgesteld overeenkomstig het verzoek van de wederpartij. Klager heeft per e-mail dd. 15 februari 2012 mr. X hierop aangesproken en zijn ongenoegen geuit. In februari 2012 heeft op het kantoor van verweerder een bespreking plaatsgevonden tussen klager, de moeder van klager, mr. X en verweerder.
2.2 Verweerder heeft per e-mail dd. 18 april 2012 aan klager bericht dat de hoger beroepstermijn verstreek op 24 april 2012. Hij verzocht klager of hij al dan niet beroep wilde instellen. Verweerder gaf daarbij aan bereid te zijn klager deels tegemoet te komen in de kosten van de griffierechten ad € 291, -, waarbij de oude nog openstaande rekeningen wel dienden te worden betaald. Vervolgens heeft op 18 april 2012 een telefoongesprek tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek is de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep besproken. Verweerder heeft het telefoongesprek per e-mail dd. 18 april 2012 bevestigd. Verweerder bevestigde dat klager tijdens voormeld telefoongesprek had afgezien van het instellen van hoger beroep. Hij stelde dat indien klager zich zou bedenken, hij dit voor 20 april 2012 diende te laten weten.
2.3 Verweerder heeft klager in 2013 op verzoek van klager bijgestaan in een procedure tegen de gemeente S.
3 klacht
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder in zijn hoedanigheid van echtscheidingsadvocaat heeft nagelaten tijdig een verweerschrift in te dienen tegen het verzoek tot boedelscheiding en –deling, waardoor het verzoek van de wederpartij is toegewezen en klager schade heeft geleden, welke schade klager vergoed wenst te krijgen.
4 VERWEER
4.1 Klager heeft er na overleg met verweerder zelf van afgezien om hoger beroep in te stellen. Dat verweerder te kennen had gegeven slechts deels tegemoet te komen in de griffierechten heeft hierbij geen rol gespeeld. Verweerder heeft in zijn e-mail dd. 18 april 2012 de beweegredenen van klager om niet in hoger beroep te gaan bevestigd en klager te kennen gegeven dat indien hij op zijn besluit terug wilde komen, hij dit voor 20 april 2012 moest laten weten. Klager heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
4.2 Klager heeft zich pas beklaagd toen verweerder hem erop wees dat hij de nog openstaande rekeningen diende te betalen.
5 ONTVANKELIJK
5.1 Een advocaat kan tuchtrechtelijk enkel zijn eigen handelen of nalaten worden aangerekend. De klacht heeft betrekking op het nalaten van mr. X om in een echtscheidingsprocedure schriftelijk verweer te voeren. Hiervan valt verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Dat nadien tussen klager en verweerder overleg is gevoerd over het al dan niet instellen van hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank maakt dit niet anders. Het nalatig handelen van mr. X kan verweerder tuchtrechtelijk niet worden aangerekend.
5.2 Nu de klacht geen betrekking heeft op het handelen of handelen van verweerder kan klager niet worden ontvangen in zijn klacht tegen verweerder.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus gegeven door , mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, P.A.M. van Hoef, A.J. Sol en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 juni 2014 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 17 juni 2014
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door
- klager
- de deken van de orde van advocaten te Limburg
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 9679, 4801 LT Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl