Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-02-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:40

Zaaknummer

L 25 - 2014

Inhoudsindicatie

Dat een verzoek tot wijziging alimentatie wordt afgewezen betekent niet dat de advocaat van de wederpartij een kansloze procedure heeft geëntameerd. Niet gebleken dat belangen van de wederpartij nodeloos zijn geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 28 februari 2014

in de zaak L 25-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

                                              

A.     

 

klaagster

 

tegen:

 

B.

 

verweerster

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brieven van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 30 januari 2014 met kenmerk DOK 115 en 196 , door de raad ontvangen op 31 januari 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijsten vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

 

1.1         Verweerster treedt sinds 1 januari 2012 op voor de ex-echtgenoot van klaagster. De echtscheiding tussen klaagster en de cliënt van verweerster is uitgesproken bij beschikking dd. 30 maart 2010. Uit het huwelijk tussen partijen zijn twee kinderen geboren. De cliënt van verweerster werd bij voormelde beschikking van de rechtbank veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 285, - per maand per kind. De cliënt van verweerster is tegen deze beschikking in hoger beroep gekomen. Het gerechtshof heeft bij beschikking dd. 12 april 2011 de beschikking van de rechtbank vernietigd en opnieuw rechtdoende bepaald dat de cliënt van verweerster met ingang van 30 maart 2010 tot 25 augustus 2010 per kind per maand €235,- diende bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding c.q. levensonderhoud en studie en met ingang van 25 augustus 2010 € 323,- per kind per maand.

 

1.2         De rechtbank heeft de ex-echtgenoot van klaagster bij vonnis dd. 11 april 2012 veroordeeld om de helft van de hypotheekrente en de overige eigenaarslasten betreffende de leegstaande echtelijke woning over de periode september 2010 tot 1 juli 2011 aan klaagster te betalen. Tegen voormeld vonnis is geen hoger beroep ingesteld.

 

1.3         Verweerster heeft op 6 november 2012 namens haar cliënt een verzoekschrift tot wijziging van de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen/studie en levensonderhoud jongmeerderjarige kinderen ingediend. Verweerster heeft namens haar cliënt aangevoerd dat de in de beschikking vastgestelde kinderalimentatie van aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. De rechtbank heeft het verzoek van de man bij beschikking dd. 7 juni 2013 afgewezen.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerster namens haar cliënt kansloze procedures heeft geëntameerd met geen ander doel dan klaagster op kosten te jagen;

2.    verweerster de rechter doelbewust informatie heeft onthouden, waardoor de rechter op het verkeerde been is gezet;

3.    verweerster de voortgang van de procedure heeft vertraagd door een absurde hoeveelheid verhinderdata (ten gevolge van het feit dat zij part time werkt) op te geven en door vlak voor het vertrek van haar cliënt naar het buitenland de deskundige te berichten dat haar cliënt gedurende de maand februari 2013 afwezig was, terwijl zij hiervan al veel eerder op de hoogte geweest moet zijn.

4.    verweerster klaagster op kosten heeft gejaagd door in hoger beroep zelf over pensioenrechten te beginnen en vervolgens geen informatie aan de benoemde deskundige te verstrekken over de pensioensituatie van haar cliënt;

5.    verweerster alleen bereid was om mee te werken aan het verplaatsen van een zittingsdatum als zij er van uit kon gaan dat klaagster niet weer een klacht tegen haar zou indienen;

6.    verweerster de zaak van klaagster onnodig traineert met leuterbriefjes.

 

3.               VERWEER

3.1         Verweerster betwist klaagster juridisch te stalken. Verweerster heeft haar cliënt, na een vergeefse poging om tot een minnelijke regeling te komen, geadviseerd om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie in te dienen, aangezien bij de vaststelling daarvan was uitgegaan van onjuiste en onvolledige gegevens. Aanleiding voor het verzoekschrift was het vonnis van de rechtbank dd. 11 april 2012. Tegen dit vonnis stond hoger beroep open, maar de cliënt van verweerster liep in een hoger beroepsprocedure het risico dat het hof geen rekening zou houden met de wijze waarop de alimentatie berekend was. De rechtbank en het gerechtshof in hoger beroep hoefden immers geen rekening te houden met de wijze waarop de alimentatie berekend was. De wet voorziet immers in de mogelijkheid de hoogte van de alimentatie aan te passen als op een later moment blijkt dat de hoogte van de alimentatie al van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven beantwoordde. De cliënt van verweerster liep derhalve een groter procesrisico in hoge beroep dan in een procedure tot wijziging van de alimentatie. Verweerster heeft haar cliënt juist geadviseerd en extra kosten door een onnodig hoger beroep voorkomen.

3.2         De cliënt van verweerster betwistte dat hij, zoals klaagster stelde, over vermogen beschikte. Verweerster had geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de informatie die zij van haar cliënt had ontvangen. Zij is uitgegaan van de door het gerechtshof in zijn arrest van 12 april 2011 gehanteerde financiële gegevens.

3.3         Klaagster had zelf om uitstel van de zittingsdatum (dd. 6 maart 2013) verzocht. Verweerster heeft haar verhinderdata volledigheidshalve in ruime mate opgegeven. Verweerster heeft de afwezigheid van haar cliënt, gedurende de maand februari 2013, gemeld voor het geval dat de zitting naar voren verplaatst zou worden. De zittingsdatum is uiteindelijk verplaatst naar 22 maart 2013, derhalve 16 dagen later.

3.4         Verweerster heeft de deskundige slechts willen informeren dat haar cliënt in de periode februari 2013 niet beschikbaar was, voor het geval de rapportage van de deskundige in die periode zou worden voltooid. Achteraf bleek de rapportage nog langer op zich te laten wachten.

3.5         In eerste aanleg was geen verzoek ingediend ten aanzien van het door klaagster opgebouwde pensioen. Dit is in hoger beroep verbeterd.

 

4.                BEOORDELING

4.1         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem in overleg met zijn cliënt passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Een advocaat dient zich voorts te onthouden van het verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist zijn. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.

4.2         Verweerster trad op als advocaat van de ex-echtgenoot van klaagster in een echtscheidingsprocedure. Het was de taak van verweerster de belangen van haar cliënt in die procedure te behartigen. Hierbij hoefde zij in beginsel geen rekening te houden met de belangen van klaagster. Verweerster valt als advocaat van de wederpartij van klaagster slechts dan een tuchtrechtelijk verwijt te maken, indien zij de belangen van klaagster nodeloos zou hebben geschaad dan wel indien zij informatie had verstrekt waarvan zij wist, althans behoorde te weten dat deze niet juist was.

4.3          In aanmerking dient te worden genomen dat in een procedure en zeker in een familierechtelijke procedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. In het algemeen zullen de standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel diens aanpak van de zaak de andere partij niet welgevallig zijn. Dit betekent echter niet dat hem/haar daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Het moge zo zijn dat klaagster de aanpak van de zaak door verweerster niet welgevallig was, dit betekent nog niet dat verweerster daarmee de grens heeft overschreden die haar als advocaat van de wederpartij vrijstond. Het stond verweerster in overleg met haar cliënt vrij om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie bij de rechtbank in te dienen. Dat dit verzoek door de rechtbank is afgewezen, betekent niet dat verweerster een volstrekt kansloze procedure aanhangig heeft gemaakt en klaagster daardoor nodeloos op kosten heeft gejaagd. Dit blijkt ook al uit het feit dat de rechtbank in het door klaagster ter zake aangevoerde geen aanleiding zag om de cliënt van verweerster, zoals door klaagster was verzocht, in de proceskosten te veroordelen.

4.4          Evenmin is gebleken dat verweerster informatie heeft verstrekt waarvan zij wist althans behoorde te weten dat deze onjuist was. Klaagster heeft geen concrete feiten naar voren gebracht noch stukken overgelegd waaruit hiervan is gebleken. Voor zover klaagster van mening was dat bepaalde informatie ten onrechte aan de rechter werd onthouden, lag het op haar weg om deze in haar visie ontbrekende informatie alsnog aan de rechter over te leggen. Klaagster heeft geen concrete feiten naar voren gebracht noch stukken overgelegd, waaruit blijkt dat verweerster bewust informatie heeft achtergehouden, teneinde de rechter te misleiden.

4.5         Ook overigens is niet gebleken dat verweerster de grens die haar als advocaat van de wederpartij vrijstond jegens klaagster heeft overschreden. Ten aanzien van de aanhouding van de zitting van 6 maart 2013 overweegt de voorzitter dat klaagster zelf om aanhouding van deze zitting heeft verzocht. Niet gebleken is dat de door verweerster opgegeven verhinderdata ertoe hebben geleid, dat de zittingsdatum met een onaanvaardbare lange termijn is verlengd, noch dat verweerster alleen bereid was om mee te werken aan het verplaatsen van de zittingsdatum als zij er van uit kon gaan dat klaagster niet weer een klacht tegen haar zou indienen. Niet valt in te zien wat verweerster tuchtrechtelijk te verwijten valt door aan de benoemde deskundige -volledigheidshalve- door te geven dat haar cliënt in februari 2013 afwezig was. 

4.6         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerster te maken valt, zal de voorzitter de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 28 februari 2014.

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 7 maart 2014

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klaagster

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.