Rechtspraak
Uitspraakdatum
01-12-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2014:302
Zaaknummer
L 45 - 2014
Inhoudsindicatie
Op grond van aan de deurwaarder verstrekte onjuiste kadastrale informatie onterecht gelegd beslag , valt de advocaat als opdrachtgever tuchtrechtelijk niet aan te rekenen.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 1 december 2014
in de zaak L 45-2014
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 19 februari 2014 met kenmerk DOK 14-006, door de raad ontvangen op 20 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 oktober 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken dd. 19 februari 2014, met bijlagen
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 Klager is bij vonnis van 5 juni 2013 door de kantonrechter veroordeeld tot betaling aan het kantoor van verweerder van een bedrag ad € 3.951,96 vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.811,88 vanaf 13 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van de proceskosten aan de zijde van het kantoor van verweerder gevallen, begroot op € 929,17, alsmede -voorwaardelijk- tot betaling van salaris en explootkosten.
2.2 Het kantoor van verweerder heeft voormeld vonnis ter tenuitvoerlegging toegezonden aan de deurwaarder. Vervolgens heeft de deurwaarder eind september 2013 beslag gelegd op de huurpenningen onder de huurders van vier appartementen en een horecagelegenheid.
2.3 Klager heeft zich er bij brief dd. 9 januari 2014 over beklaagd dat ten onrechte beslag was gelegd onder de huurders van de appartementen, aangezien deze niet zijn eigendom waren.
3 klacht
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder beslag heeft laten leggen op goederen, die geen eigendom zijn van klager; waardoor klager bij derden in diskrediet is gebracht.
3.2 Klager brengt ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren:
Klager heeft direct na de beslaglegging zowel de deurwaarder als verweerder geïnformeerd, dat de appartementen niet van hem waren.
4 VERWEER
4.1 Omdat klager niet volledig voldeed aan het vonnis van de kantonrechter dd. 5 juni 2013, heeft het kantoor van verweerder het vonnis ter tenuitvoerlegging aan de deurwaarder gezonden. De deurwaarder heeft vervolgens beslag gelegd op huurpenningen onder de huurders van een aantal appartementen en een horecagelegenheid te Venlo.
4.2 Naar aanleiding van de klacht van klager heeft verweerder de deurwaarder om opheldering gevraagd. Deze verklaarde dat hij af was gegaan op informatie van het kadaster. Deze informatie bleek later onjuist. Klager bleek slechts (mede)eigenaar te zijn van een horecapand en niet van de appartementen. De huurders hebben de deurwaarder bericht niet in een rechtsverhouding tot klager te staan.
4.3 De deurwaarder heeft zorgvuldig gehandeld door eerst kadastrale recherche te doen. Het valt de deurwaarder niet te verwijten dat de van het kadaster verkregen informatie achteraf onjuist bleek; laat staan dat verweerder hiervan een verwijt te maken valt.
4.4 Klager heeft verweerder nimmer geïnformeerd dat de betreffende appartementen hem niet in eigendom toebehoorden. Integendeel, in correspondentie met klager werd zijdens klager steeds aangegeven dat er sprake was van meerdere panden. Verweerder heeft voor het eerst tijdens de klachtprocedure vernomen dat de appartementen klager niet toebehoorden.
5 BEOORDELING
5.1 Vast staat dat de deurwaarder na kadastraal onderzoek beslag heeft gelegd onder de huurders van vier appartementen. Achteraf bleek de aan de deurwaarder verstrekte kadastrale informatie onjuist. Klager heeft ter zitting van de raad naar voren gebracht dat hij de deurwaarder direct na de beslaglegging ervan op de hoogte heeft gesteld dat de appartementen hem niet toebehoorden. De raad volgt klager niet in zijn stelling dat de deurwaarder verantwoordelijk dient te worden gehouden voor de aan hem verstrekte onjuiste informatie. Van een deurwaarder mag worden verwacht dat hij kadastrale recherche verricht alvorens tot beslaglegging over te gaan; daarbij mag een deurwaarder vervolgens wel afgaan op de aan hem verstrekte kadastrale gegevens.
5.2 De raad begrijpt dat het op basis van onjuist verstrekte kadastrale gegevens gelegde beslag door klager als vervelend is ervaren, maar dat betekent niet dat dit verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Het stond verweerder vrij het onherroepelijk vonnis ter executie aan de deurwaarder toe te zenden. Dat de kadastrale verstrekte informatie achteraf onjuist is gebleken is weliswaar ongelukkig en voor klager vervelend, maar niet valt in te zien welk verwijt verweerder hiervan valt te maken. De raad zal de klacht daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door , voorzitter mr. G.J.E. Poerink, mrs. W. H.N.C. van Beek, Th. Kremers, A.A. Freriks en R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 december 2014 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 2 december 2014
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
per e-mail verzonden aan:
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
en voor zover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door
- klager
- de deken van de orde van advocaten te Limburg
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 9679, 4801 LT Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl