Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-10-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2014:331

Zaaknummer

R. 4627/14.212

Inhoudsindicatie

Klacht tegen advocaat wederpartij.

Inhoudsindicatie

Het verwijt is dat verweerster stelselmatig weigert de brieven van klaagster te beantwoorden en ten onrechte sieraden van klaagster onder zich houdt.

Inhoudsindicatie

De gestelde verwijten kunnen niet worden vastgesteld.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden van 24 september 2014 met kenmerk K133 2014 bm/cvo, door de raad ontvangen op 24 september 2014, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerster is advocaat van klaagsters wederpartij geweest in een adoptieprocedure.

1.3 Klaagster heeft een dochter die bij de cliënten van verweersters is opgegroeid. Verweerster heeft namens haar cliënten de adoptieprocedure aanhangig gemaakt.

1.4 Bij beschikking van 5 september 2012 heeft de Rechtbank ’s-Gravenhage de adoptie uitgesproken.

1.5 Bij brief van 11 september 2012 heeft verweerster klaagster medegedeeld dat klaagsters dochter de foto’s, waar klaagster blijkbaar om heeft verzocht, niet terug kan vinden, om welke reden zij deze niet aan klaagster kan terugsturen alsmede dat klaagsters dochter de sieraden niet in haar bezit wenst te krijgen.

1.6 Op 27 september 2012 heeft verweerster klaagster medegedeeld dat klaagsters dochter geen contact met haar wenst, waarbij zij klaagster heeft verzocht contact met haar op te nemen voor het maken van een afspraak, zodat klaagster de sieraden kan komen ophalen.

1.7 Bij brief van 3 oktober 2012 heeft klaagster aangegeven dat zij ook de foto’s wenst terug te ontvangen en zij graag de foto’s en de sieraden tegelijk wenst op te halen.

1.8 Op 2 november 2012 heeft klaagster verweerster een rappel gestuurd omdat zij nog geen reactie van verweerster had ontvangen.

1.9 Bij brief van 5 december 2012 heeft verweerster klaagster een datum doorgegeven waarop zij de sieraden kon op halen.

1.10 Op 13 december 2012 heeft klaagster wederom aangegeven dat zij ook de foto’s terug wilde ontvangen. Voorts heeft zij verweerster verzocht het adres van de adoptieouders kenbaar te maken, zodat zij aangifte van verduistering kan doen.

1.11 Op 15 december 2012 heeft klaagster verweerster een rappel gestuurd.

1.12 Verweerster heeft de sieraden aan de adoptieouders van klaagsters dochter overhandigd. Uit een e-mail van 18 februari 2013 blijkt dat deze ook door de adoptieouders zijn ontvangen.

1.13 Klaagster heeft verweerster op 3 maart 2013 een rappelbrief doen toekomen.

1.14 Bij brief van 14 april 2013 heeft verweerster klaagster laten weten dat het dossier gesloten is en dat zij niet langer op klaagsters brieven zal reageren.

1.15 Klaagster heeft verweerster op 15 maart 2013 laten weten dat zij de sieraden wil, maar dat zij deze niet komt ophalen bij verweerster, omdat zij geen zaken met verweerster heeft gedaan. Deze brief is door verweerster ongeopend aan klaagster retour gezonden.

1.16 Op 6 mei 2013 heeft klaagster zich hierover bij verweerster beklaagd.

1.17 Verweerster heeft bij brief van 3 juni 2013 nogmaals herhaald dat zij niet meer op klaagsters brieven zal reageren.

1.18 Bij brief van 12 mei 2014 heeft klaagster verweerster verzocht haar een bewijs van afgifte van de sieraden te doen toekomen.

1.19 Verweerster heeft klaagster op 13 mei 2014 bericht dat zij haar meerdere malen in de gelegenheid heeft gesteld de sieraden op te komen halen, hetgeen klaagster heeft geweigerd

1.20 Bij brief van 12 mei 2014 heeft klaagster een klacht tegen verweerster ingediend bij de deken.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerster dat zij stelselmatig weigert haar brieven te beantwoorden en dat zij ten onrechte sieraden van klaagster onder zich heeft gehouden.

 

3 BEOORDELING

3.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft te gelden de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De voorzitter zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

3.2 Uit de stukken in het dossier kan worden opgemaakt dat verweerster zesmaal op klaagsters brieven heeft gereageerd, te weten 11 september 2012, 27 september 2012, 5 december 2012, 13 maart 2013, 3 juni 2013 en op 13 mei 2014. Verweerster heeft zoals hieruit blijkt voldoende gereageerd op klaagsters brieven. Gelet op het grote aantal brieven dat klaagster verweerster heeft gestuurd is voor te stellen dat verweerster op een gegeven moment heeft medegedeeld dat zij niet meer zou reageren. Verweerster was immers niet klaagsters advocaat.

3.3 Het kan verweerster niet worden verweten dat klaagsters dochter de foto’s van klaagster niet meer in haar bezit heeft. Evenmin kan verweerder verweten worden dat klaagsters dochter geen contact meer met klaagster haar wenst.

3.4 Verweerster heeft middels overlegging van de diverse correspondentie, meer in het bijzonder de e-mail wisseling met haar cliënten op 18 februari 2013 afdoende duidelijk gemaakt wat er met de sieraden van klaagster is gebeurd. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster ten onrechte de sieraden van klaagster onder zich heeft gehouden. Toen klaagster weigerde deze sieraden op te halen, heeft zij de sieraden geretourneerd aan haar cliënten.

3.5 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

DE BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 20 oktober 2014.             

griffier  voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 21 oktober 2014 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, Postbus 85850, 2508 CN Den Haag (fax: 070-3501024). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.