Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:242

Zaaknummer

14-095A

Inhoudsindicatie

Klager en verweerder zijn voormalige kantoorgenoten van elkaar. Klager heeft enige tijd in detentie gezeten. Verweerder heeft tijdens de afwezigheid van klager van kantoor werkzaamheden verricht in een aantal (toevoegings)dossiers van klager. De raad heeft niet kunnen vaststellen of en dat verweerder van de Raad voor Rechtsbijstand toevoegingsvergoedingen heeft ontvangen, welke eigenlijk aan klager toekomen. Verweerder heeft klachtwaardig gehandeld door te weigeren overzichten te verstrekken van de door verweerder - gedurende de afwezigheid van klager - gedeclareerde toevoegingen en de bijbehorende ontvangsten. Klacht gedeeltelijk gegrond, enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 15 september 2014

in de zaak 14-095A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer mr.

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te Amsterdam 

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 8 april 2014 met kenmerk PvRA/JtH 1112-949, door de raad ontvangen op 10 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 juli 2014 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennisgenomen van de in § 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en de bij die brief gevoegde stukken genummerd 1 tot en met 43.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager en verweerder zijn voormalige kantoorgenoten van elkaar (stagiair respectievelijk buitenpatroon). Klager heeft enige tijd in detentie gezeten. Verweerder heeft tijdens de afwezigheid van klager van kantoor werkzaamheden verricht in een aantal (toevoegings)dossiers van klager. Tevens heeft hij in een aantal dossiers toevoegingen op zijn naam doen stellen en deze gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand.

2.3 Bij brief gedateerd 26 juni 2011, welke door de deken is ontvangen op 18 juli 2012, heeft klager de bemiddeling van de deken ingeroepen. Bij brief van 15 januari 2013 heeft klager verzocht zijn verzoek tot bemiddeling om te zetten in een klacht over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) hij bij afwezigheid van klager van kantoor zonder medeweten en toestemming van klager toevoegingen op verweerders naam heeft doen stellen en deze heeft gedeclareerd;

b) van de Raad voor Rechtsbijstand toevoegingsvergoedingen heeft ontvangen, welke aan klager toekomen;

c) hij een toevoeging dubbel heeft gedeclareerd in een kwestie die klager had afgehandeld en waarin verweerder geen werkzaamheden heeft verricht;

d) hij ondanks herhaalde verzoeken geen overzichten aan klager heeft verstrekt van de door verweerder gedeclareerde toevoegingen en de bijbehorende ontvangsten.

4 BEOORDELING

Ad klachtonderdelen a, b en c

4.1 De raad zal de klachtonderdelen a, b en c hierna tezamen behandelen. In reactie op deze klachtonderdelen heeft verweerder het volgende aangevoerd. Tijdens de afwezigheid van klager heeft verweerder veel ongehonoreerde werkzaamheden moeten verrichten ten behoeve van de dossiers en cliënten van klager. Verweerder heeft in eerste instantie ongeveer tachtig dossiers van klager moeten doornemen. Nadat een aantal zaken door andere advocaten is overgenomen, heeft verweerder uiteindelijk een tiental dossiers zelf afgehandeld en gedeclareerd. Klager had in een aantal van deze dossiers wel enkele werkzaamheden verricht, maar in het overgrote deel zijn de werkzaamheden van klager minimaal geweest.

4.2 Verweerder betwist dat hij zonder medeweten en toestemming van klager toevoegingen op zijn naam heeft gemuteerd en/of gedeclareerd. Ook van dubbel declareren is geen sprake geweest. Het was verweerder onbekend dat in het dossier waarop klager doelt reeds eerder door klager was gedeclareerd, zodat het nogmaals declareren in dat dossier door verweerder op een misverstand berustte.

4.3 Nadat klagers (voorlopige) hechtenis was opgeheven heeft klager "alle toevoegingen opgehaald en heeft hij nadien tot recentelijk aan toe een veelheid aan toevoegingen afgedeclareerd". Als gevolg hiervan heeft klager een bedrag van in totaal ongeveer € 43.000 van de Raad voor Rechtsbijstand ontvangen, terwijl hij verweerder nimmer op enigerlei wijze heeft gecompenseerd voor zijn werkzaamheden tijdens de detentie, aldus nog steeds verweerder. Verweerder maakt op grond van het voorgaande aanspraak op een bedrag van ongeveer € 5.000.

4.4 Naar het oordeel van de raad zijn de feiten die klager ten grondslag heeft gelegd aan deze klachtonderdelen niet komen vast te staan. Vast staat - dit heeft klager ook erkend - dat verweerder gedurende de afwezigheid van klager van kantoor werkzaamheden heeft verricht in meerdere (toevoegings)dossiers van klager. Vast staat bovendien dat verweerder bij afwezigheid van klager in een aantal dossiers toevoegingen op zijn naam heeft doen stellen en deze heeft gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand. Niet is echter gebleken dat dit zonder toestemming van klager is geschied. Nu klager blijkbaar plotseling in (voorlopige) hechtenis werd gesteld en verweerder met klager, tijdens zijn bezoek aan klager in de penitentiaire inrichting, afspraken heeft gemaakt over de te verrichten werkzaamheden in de lopende dossiers, gaat de raad ervan uit dat verweerder met instemming van klager de betreffende dossiers op zijn naam heeft doen stellen en deze heeft gedeclareerd bij de Raad voor Rechtsbijstand.

4.5 Op grond van het klachtendossier kan de raad evenmin vaststellen of en dat verweerder van de Raad voor Rechtsbijstand toevoegingsvergoedingen heeft ontvangen, welke eigenlijk aan klager toekomen (klachtonderdeel b), dan wel dat verweerder een toevoeging dubbel heeft gedeclareerd in een kwestie die klager had afgehandeld en waarin verweerder geen werkzaamheden had verricht (klachtonderdeel c). Klager noch verweerder heeft de raad enig inzicht getoond/kunnen tonen in de door klager respectievelijk verweerder verrichte werkzaamheden, de gedeclareerde uren en de ontvangen toevoegingsvergoedingen. De raad heeft derhalve niet kunnen vaststellen om welke zaken het gaat.

4.6 Verweerder heeft ter zitting erkend dat hij niet alle door hem ontvangen bedragen aan klager heeft doorbetaald, omdat hij deze bedragen heeft verrekend met de door hem verrichte ongehonoreerde werkzaamheden. De raad is van oordeel dat het verrekenen van de ontvangen bedragen onder omstandigheden geoorloofd is, maar kan niet vaststellen of dat in het onderhavige geval het geval is geweest. Klager heeft bovendien niet betwist dat hij na opheffing van zijn detentie een bedrag van ongeveer € 43.000 van de Raad voor Rechtsbijstand heeft ontvangen.

4.7 Naar het oordeel van de raad is het echter aan verweerder te verwijten dat klager niet in staat is de gegrondheid van klachtonderdelen a tot en met c - mocht daarvan sprake zijn - aan te tonen. Verweerder is namelijk weigerachtig gebleven overzichten te verstrekken van de door verweerder gedeclareerde toevoegingen en bijbehorende ontvangsten. Bij de bespreking van klachtonderdeel d zal dit ook naar voren komen. Nu de raad de gegrondheid van de onderhavige klachtonderdelen niet kan vaststellen zonder een overzicht van de door partijen verrichte werkzaamheden, gedeclareerde uren en ontvangen toevoegingsvergoedingen, zijn klachtonderdelen a, b en c in dit stadium ongegrond.

Ad klachtonderdeel d

4.8 Verweerder heeft erkend dat hij aan klager geen overzichten heeft verstrekt van de door verweerder gedeclareerde toevoegingen en bijbehorende ontvangsten, ondanks dat klager daar wel om had verzocht. Verweerder heeft aan voormeld verzoek naar eigen zeggen geen gehoor gegeven omdat het verstrekken van een dergelijk overzicht hem veel tijd zou kosten. Dit zou bovendien, gezien de vele werkzaamheden die verweerder in de dossiers van klager heeft verricht, enkel negatief voor klager uitpakken.

4.9 De raad stelt voorop dat in het geval een zaak door een advocaat aan een andere advocaat wordt overgedragen, de overdragende advocaat duidelijkheid dient te verschaffen over de financiële aspecten van de overgedragen zaak. Hoewel klager blij mag zijn dat gedurende zijn detentie zijn zaken werden waargenomen door verweerder, had ook klager naar het oordeel van de raad er recht op en belang bij na zijn vrijlating overzichten te verkrijgen van de door verweerder verrichte werkzaamheden, gedeclareerde toevoegingen en de bijbehorende ontvangsten. De raad is van oordeel dat verweerder klachtwaardig heeft  gehandeld door geen gehoor te geven aan klagers verzoek dergelijke overzichten te verstrekken. Als gevolg van dit klachtwaardig handelen is klager bovendien niet in staat de gegrondheid van klachtonderdelen a tot en met c - mocht daarvan sprake zijn - aan te tonen. Klachtonderdeel d is gegrond.

 

5 MAATREGEL

5.1 Hoewel klager daar recht op heeft en daarom heeft verzocht, heeft verweerder geweigerd overzichten te verstrekken van de door verweerder - gedurende de afwezigheid van klager - gedeclareerde toevoegingen en de bijbehorende ontvangsten. Dit is een tekortkoming in de omgangsregels die advocaten jegens elkaar in acht behoren te nemen. De raad acht, alles in aanmerking nemende, de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdelen a tot en met c ongegrond;

- verklaart klachtonderdeel d gegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van een enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. P. van Lingen, G.J.W. Pulles, M. Middeldorp, M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2014.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 september 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan ten aanzien van het gegrond verklaarde klachtonderdeel hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Ten aanzien van de ongegrond verklaarde klachtonderdelen kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl