Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:229

Zaaknummer

14-136NH

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat dat deze i) geen kwitantie zou hebben verstrekt van een contante betaling voor diens bijstand, ii) geen einddeclaratie heeft verzonden, iii) geen tijd zou hebben besteed aan de strafzaken van klager, iv) tekort zou zijn geschoten in de communicatie en v) het voor zijn bijstand betaalde bedrag niet heeft terugbetaald. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 2 september 2014

in de zaak 14-136NH

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 22 mei 2014 met kenmerk td/md/13-137, door de raad ontvangen op 26 mei 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 juli 2014 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in §1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken 1 tot en met 26 van de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager heeft zich in oktober 2011 tot verweerder gewend met het verzoek hem bij te staan in een strafzaak. Op dat moment werd klager op basis van een toevoeging bijgestaan door mr. J.

2.3 Verweerder heeft, zoals blijkt uit een brief van mr. J. van 17 oktober 2011, geïnformeerd naar de stand van zaken met betrekking tot de toevoeging en kreeg bij voormelde brief het dossier overgedragen.

2.4 Verweerder heeft aan klager meegedeeld de zaak niet op basis van een toevoeging in behandeling te kunnen nemen en aangegeven bereid te zijn de strafzaak voor een vast bedrag van € 1.500,- te behandelen. Klager is hiermee akkoord gegaan en heeft dit bedrag contant aan verweerder betaald.

2.5 Bij brief van 27 oktober 2011 schrijft verweerder het volgende aan klager met betrekking tot het voeren van verweer in de strafzaak:

“Naar aanleiding van onze onderhoud bij mij op kantoor d.d. 27 oktober 2011 bevestig ik kort hetgeen wij hebben besproken.

Uit onze bespreking van gisteren hebben u en ik besloten dat wij op de eerste plaats een juridische verweer gaan voeren opdat het OM niet ontvankelijk zal worden verklaard,d.w.z.dat de rechter het OM zal beletten u te vervolgen met succes. Tevens is afgesproken dat op de 2e plaats zal worden bepleit een vrijspraak, daar ,ook uit uw waardevolle verklaringen op papier, blijkt dat de wijze waarop een en ander is gegaan m.b.t. uw aanhouding absoluut juridisch niet door de beugel kunnen gaan.

U heeft van mij te horen gekregen dat het de bedoeling is dat u op de zitting een relatief kleine rol vervult en zich zakelijk zal uiten hoe groot uw eigen ellende ook geweest is, te meer om te voorkomen dat de rechter in geval van twijfel uw kant niet zou willen kiezen.

Voor u geldt dat "less is more"d.w.z.poog de vragen te beantwoorden zoals wij die hebben geoefend middels de rollenspel bij mij op kantoor waar ik u de vragen heb voorgehouden die de OvJ of de rechter aan u zouden kunnen voorleggen.

Voor de weinige vragen die wij niet zouden hebben geoefend is mijn advies zich te beroepen op uw zwijgrecht.

Over het indienen van een schadevergoeding kunnen wij pas spreken na het vonnis.

Ik vind het prettig om van u te vernemen dat u erg tevreden bent omtrent de wijze van het voorbereiden.”

2.6 Kort voordat de strafzaak op zitting kwam heeft klager telefonisch aan verweerder meegedeeld geen bijstand meer van hem te willen en het daarvoor betaalde bedrag terug te willen ontvangen.

2.7 Verweerder verscheen op de dag van de zitting op de rechtbank om klager bij te staan. Klager heeft toen hij verweerder op de rechtbank trof te kennen gegeven geen bijstand van hem te willen.

2.8 In zijn klachtbrief schrijft klager daarover onder meer het volgende:

“Pas op de dag van de zitting heb ik de man weer gezien gesproken en meteen ook goed op zijn plek gezet.

(…)

“De advocaat is met schaamte afgedropen omdat ik hem op de gang van het gerechtsgebouw constant een oplichter bleef noemen. Daarop heeft de man aangifte gedaan van bedreiging en ik heb daarvoor een boete ontvangen van 700 eu.”

2.9 Bij ongedateerde brief, bij de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland ontvangen op 10 april 2013, heeft klager zich over verweerder beklaagd.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) klager geen kwitantie zou hebben verstrekt van zijn contante betaling van

€ 1.500,-;

b) geen einddeclaratie aan klager zou hebben verstrekt;

c) geen tijd aan de strafzaken van klager zou hebben besteed;

d) slecht zou hebben gecommuniceerd;

e) de betaalde € 1.500,- niet aan klager heeft terugbetaald.

4 VERWEER

4.1 Verweerder betwist dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klager heeft er, na voldoende bedenktijd, mee ingestemd dat hij voor een bedrag van € 1.500,- zijn strafzaak zou behandelen. Van de contante betaling is destijds een kwitantie gemaakt, die door klager echter ter plekke weer werd verscheurd omdat hij geen bewijs van deze betaling wenste te hebben. Verweerder heeft de voorbereiding van de zitting in de strafzaak ter hand genomen en dat verliep naar volle tevredenheid van klager, totdat klager vlak voor de zitting van standpunt veranderde, de bijstand van verweerder niet meer wilde en zijn geld terugeiste.

5 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1 Verweerder heeft de stelling van klager dat hij geen kwitantie heeft ontvangen voor zijn contante betaling van € 1.500,- gemotiveerd betwist. Nu klager en verweerder hierover tegenstrijdige lezingen geven, kan de raad niet vaststellen of verweerder het geld heeft aangenomen, zonder daar tegelijkertijd een betalingsbewijs voor te verstrekken. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.

 Ad klachtonderdeel b)

5.2 In aanmerking genomen de bijzondere omstandigheden waaronder verweerder zijn werkzaamheden voor klager heeft moeten staken, in welk verband wordt verwezen naar hetgeen is weergegeven onder § 2.8, acht de raad het in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerder geen einddeclaratie aan klager heeft verstuurd. Ook klachtonderdeel b) is daarom ongegrond.

 Ad klachtonderdeel c) en d)

5.3 Deze klachtonderdelen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling. Gelet op het dossier acht de raad voldoende aangetoond dat verweerder werkzaamheden ten behoeve van klager heeft verricht. Zo staat vast dat verweerder ten behoeve van de zitting in de strafzaak naar de rechtbank is gekomen teneinde klager daar bij te staan, welke bijstand klager ter plekke heeft geweigerd. Voorts blijkt uit het dossier dat verweerder ten behoeve van die zitting een pleitnota had opgesteld. Klager heeft zijn stelling dat verweerder daaraan nauwelijks tijd heeft hoeven besteden omdat zijn voormalige advocaat die pleitnota grotendeels al had opgesteld, niet aannemelijk gemaakt. Ook de correspondentie in het procesdossier, waaronder de in § 2.5 geciteerde brief van verweerder van 27 oktober 2011, duidt erop dat verweerder wel degelijk werkzaamheden voor klager  heeft verricht. Klager heeft de in deze correspondentie beschreven gang van zaken onvoldoende weersproken. Klachtonderdeel c) mist daarom feitelijke grondslag en is ongegrond. Gelet op de correspondentie in het procesdossier ziet de raad evenmin aanleiding voor het oordeel dat verweerder tekort geschoten in de communicatie met zijn cliënt. Klachtonderdeel d) is daarom eveneens ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs G. Kaaij, N.M.N. Klazinga,

B. Roodveldt en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. S.H. van den Ende als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 september 2014.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 2 september 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl