Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2014:248

Zaaknummer

14-118A

Inhoudsindicatie

Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft ten onrechte een vertrouwelijke document over klager (van welk document de cliënte van verweerster ingevolge rechterlijke uitspraak geen kennis mocht nemen) in het geding gebracht. Klacht gegrond zonder maatregel.

Uitspraak

Beslissing van 15 september 2014

in de zaak 14-118A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 1 mei 2014 met kenmerk 4014-0089, door de raad ontvangen op 2 mei 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 8 juli 2014 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opge¬maakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de  stukken genummerd 1 t/m 11 met bijlagen, zoals vermeld in de bij die brief gevoegd inventarislijst, alsmede van de (in eerste instantie ontbrekende) tweede bladzijde van de brief van 24 februari 2014 (inventarislijstnummer 5).

1.4 Partijen zijn door de griffie geïnformeerd dat de uitspraak - anders dan bij de mondelinge behandeling aan partijen medegedeeld - vandaag wordt gedaan.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klager heeft een procedure geëntameerd tegen zijn voormalig werkgever. Daarin vordert klager achterstallig salaris en een schadevergoeding.

2.3 Klagers voormalig werkgever werd in de procedure bijgestaan door verweerster.

2.4 Bij beslissing ex art. 8:32 lid 2 Awb van 26 mei 2011 had de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht, zakelijk weergegeven, bepaald dat een bepaald rapport met medische gegevens over klager niet aan de voormalig werkgever ter beschikking mag worden gesteld, maar slechts aan de gemachtigde die advocaat of arts is.

2.5 Verweerster beschikte over dat rapport en heeft het in de in 2.2 bedoelde procedure in februari 2013 bij conclusie van antwoord in het geding gebracht.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij het in 2.4 bedoelde rapport in het geding heeft gebracht zonder de daaraan verbonden vertrouwelijkheid in acht te nemen.

4 BEOORDELING

4.1 Verweerster erkent hetgeen haar wordt verweten. Zij stelt dat zij niet opzettelijk heeft gehandeld. De fout heeft kunnen gebeuren, aldus verweerster, doordat het stuk van de rechtbank waaruit bleek dat zij het verslag als vertrouwelijk moest beschouwen en het verslag zelf in haar dossier – dat zeer omvangrijk was – los van elkaar zijn geraakt. Zij stelt voorts dat zij eerst met de fout is geconfronteerd op de comparitie van partijen die in mei 2013 is gehouden en dat zij toen direct excuses heeft aangeboden voor haar handelen. Klager weerspreekt dit laatste.

4.2 Naar het oordeel van de raad is voldoende aannemelijk geworden dat verweerster zich op de comparitie, direct na de ontdekking van haar fout, voor haar handelen heeft geëxcuseerd. In een in het klachtdossier opgenomen processtuk (van 21 januari 2014) stelt verweerster dat zij ter zitting expliciet haar excuses heeft aangeboden. Op dat moment had klager zijn klacht nog niet ingediend en daarmee ook nog niet gedreigd. In dat licht is niet aannemelijk dat verweerster in het processtuk zou vermelden dat zij excuses heeft aangeboden als dat niet juist zou zijn.

4.3 Anders dan klager heeft betoogd is voorts niet aannemelijk geworden dat verweerster de fout opzettelijk heeft begaan.

4.4 Dat neemt echter niet weg dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de zorg die zij jegens de wederpartij van haar cliënte in acht had behoren te nemen. De klacht is dan ook gegrond.

5 MAATREGEL

Mede in acht nemend dat verweerster geen tuchtrechtelijke antecedenten heeft, het nodige zelfinzicht heeft getoond in de onjuistheid van haar handelen en bovendien direct na ontdekking van haar fout excuses heeft gemaakt voor haar handelen, ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. A.G. van Marwijk Kooij, E.M.J. van Nieuwenhuizen, J.H.P. Smeets, J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. M.J.E. van den Bergh als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 september 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 15 september 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerster

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post (NIEUW ADRES!)

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.  Bezorging (NIEUW ADRES!)

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda  .

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl