Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-07-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2014:178
Zaaknummer
14-091A
Inhoudsindicatie
Dekenbezwaar gegrond. Niet voldoen aan Verordening op de vakbekwaamheid. Oplegging maatregel van enkele waarschuwing.
Uitspraak
Beslissing van 14 juli 2014
in de zaak 14-091A
naar aanleiding van het bezwaar van:
in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
tegen:
advocaat te
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 8 april 2014 met kenmerk 4014-0259, door de raad ontvangen op 10 april 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam een bezwaar ex artikel 46f van de Advocatenwet ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 19 mei 2014 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de in 1.1 bedoelde brief met bijlagen;
- de brief met bijlagen van verweerder aan de raad van 2 mei 2014;
- de brief van de raad aan verweerder van 12 mei 2014.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Op 23 januari 2012 heeft verweerder zijn opgave in het kader van de Centrale Controle Verordeningen (CCV) over het jaar 2011 ingediend.
2.3 In zijn CCV opgave 2011 heeft verweerder opgegeven geen opleidingspunten te hebben behaald.
2.4 Bij brief van 15 augustus 2012 heeft de deken verweerder het volgende geschreven:
In uw opgave in het kader van de Centrale Controle Verordeningen (CCV) is geconstateerd dat u het afgelopen jaar te weinig Permanente Opleidingspunten heeft behaald.
Voorts blijkt uit onze registratie dat u ook in voorgaande jaren niet altijd aan het te behalen puntenvereiste hebt voldaan. U handelt hiermee in strijd met de Verordening op de Vakbekwaamheid.
Om te voldoen bent u jaarlijks verplicht tenminste 20 opleidingspunten te behalen (waarvan de helft juridisch). In 2011 hebt u ook voldaan indien u tenminste 10 punten hebt behaald èn over 2009, 2010 en 2011 ten minste 56 punten heeft behaald. Uw tekort over 2011 is 13 punten.
2.5 Verweerder heeft bij e-mail van 30 augustus 2012 gereageerd als volgt:
Dank voor uw brief van 15 augustus 2012 die ik na terugkomst van vakantie aantrof. Ik oefen sinds eind 2010 voor een belangrijk deel de praktijk uit vanuit ons kantoor in Parijs. Daardoor zijn mijn reguliere gelegenheden om interne en externe opleidingen te volgen komen te vervallen en ik moet bekennen dat ik er nog niet de gelegenheid voor heb gehad er voor te zorgen dat deze met andere cursussen zijn vervangen. Ik verwacht het komende halfjaar twee cursusdagen volgen over de flex BV en zal via een tele video verbinding vanaf volgende week onze interne literatuur bespreking in Amsterdam bijwonen. Ik verwacht daarmee het puntentekort op termijn weer weggewerkt te hebben.
2.6 Op 6 maart 2013 heeft een stafmedewerkster van de deken verweerder verzocht de certificaten van de cursussen die verweerder in 2012 heeft behaald op te sturen.
2.7 Bij e-mail van 20 maart 2013 heeft verweerder een certificaat met een overzicht van zijn in 2012 behaalde aantal studiepunten toegezonden. Daaruit blijkt dat verweerder in 2012 slechts 9 punten heeft gehaald.
2.8 Ook in zijn CCV opgave 2012 geeft verweerder op dat hij 9 punten heeft gehaald in 2012.
2.9 Bij brief van 12 september 2013 aan verweerder heeft de deken (onder meer) geschreven:
Gelet op uw oplopende puntentekort, ben ik voornemens een dekenbezwaar tegen u in te dienen. Ik verzoek u mij binnen twee weken de reden van het verzuim te berichten en tevens daarbij te vermelden hoe u het tekort aan opleidingspunten gaat inhalen.
2.10 In reactie daarop heeft verweerder bij e-mail van 30 september 2013 laten weten dat hij voor het jaar 2013 al zijn punten heeft gehaald en dat hij in de resterende maanden van dat jaar het puntentekort verder zal inlopen.
2.11 In zijn CCV opgave 2013 geeft verweerder op dat hij in 2013 27 opleidingspunten heeft behaald, waardoor verweerder nog steeds een puntentekort (van op dat moment 17) heeft.
2.12 Bij brief van 8 april 2014 met bijlagen heeft de deken zijn onderhavige bezwaar ingediend.
3 BEZWAAR
3.1 Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in strijd handelt met artikel 3 lid 1 van de Verordening op de vakbekwaamheid. Verweerder had in 2013 een tekort van 17 punten.
3.2 Ter toelichting op zijn bezwaar merkt de deken op dat verweerder niet de indruk heeft gewekt de ernst van de situatie in te zien. Verweerder is gemaakte afspraken niet nagekomen en ook twee aanzeggingen dekenbezwaar hebben verweerder er niet toe bewogen om zijn oplopende puntenachterstand in te halen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder stelt dat hij vanwege zijn kantoorverhuizing naar Parijs slechts een beperkte periode niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en de achterstand inmiddels heeft ingehaald. Ter zitting heeft verweerder voorts aangevoerd dat hij over 2014 inmiddels 21 heeft behaald, zodat hij de rest van het jaar kan gebruiken om de achterstand in te lopen.
5 BEOORDELING
5.1 Op grond van artikel 3 lid 1 van de Verordening op de vakbekwaamheid is de advocaat verplicht jaarlijks aantoonbaar zijn professionele kennis en kunde te onderhouden respectievelijk te ontwikkelen op het rechtsgebied of de rechtsgebieden waarop hij werkzaam is respectievelijk wil zijn. Om aan deze verplichting te kunnen voldoen, moet de advocaat volgens artikel 3 lid 2 van de hiervoor genoemde Verordening jaarlijks ten minste twintig punten behalen. Indien in enig jaar aan het bepaalde in artikel 3 lid 2 niet wordt voldaan, voldoet de advocaat desondanks aan de verplichting in artikel 3 lid 1, indien hij in dat jaar ten minste 10 punten heeft behaald en in dat jaar en de twee daaraan voorafgaande jaren samen ten minste 60 punten heeft behaald (artikel 3 lid 3).
5.2 Uit het dossier blijkt dat verweerder in de periode 2010 tot en met 2012 een stelselmatig tekort aan opleidingspunten had. In 2010 had verweerder een tekort van 8 opleidingspunten, in 2011 een tekort van 13 en in 2012 een tekort van 24. In 2013 heeft verweerder 27 opleidingspunten behaald, waardoor een tekort resteert van 17.
5.3 Ter zitting heeft de deken desgevraagd toegelicht dat de dekens landelijk de afspraak hebben gemaakt een bezwaar aanhangig te maken in het geval, waarin binnen een periode van 5 jaar voor de tweede keer niet wordt voldaan aan de Verordening op de vakbekwaamheid.
5.4 De raad stelt vast dat verweerder in 2013, derhalve voor de vierde maal binnen een periode van vijf jaar niet aan zijn verplichtingen op grond van voornoemde Verordening heeft voldaan.
5.5 Met inachtneming van de landelijke afspraak van de dekens, acht de raad het bezwaar gegrond.
6 MAATREGEL
6.1 De raad acht de maatregel van waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A. de Groot, L.D.H. Hamer, H.B. de Regt, M.W. Schüller, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 juli 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 14 juli 2014 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 9679, 4801 LT Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl