Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-09-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:225

Zaaknummer

L 27 - 2014

Inhoudsindicatie

Niet gebleken dat advocaat in diens hoedanigheid van vervanger van mr. X gedurende diens schorsing, onbevoegd en onprofessioneel heeft gehandeld dan wel het briefgeheim heeft geschonden. Klager heeft geen enkel stuk overgelegd waaruit hiervan blijkt.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van 1 september 2014

in de zaak L 27-2014

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

                                       

 

                                       

 

                                         klager

                                        

 

                                         tegen:

 

                                        

 

 

 

verweerder

 

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 30 januari 2014 met kenmerk DOK 238, door de raad ontvangen op 31 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 juni 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 30 januari 2014, met bijlagen

-     de brief van klager dd. 30 mei 2014;

-     de brief van verweerder dd. 31 mei 2014, met bijlagen

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan. Verweerder heeft de raadsman van klager, verder te noemen mr. X, voormalig kantoorgenoot van verweerder, tijdens diens schorsing als advocaat vervangen. Verweerder heeft in een civiele procedure namens klager een conclusie van repliek genomen.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder onbevoegd en onprofessioneel heeft gehandeld; verweerder heeft eigenmachtig en zonder klager daarin te kennen de concept conclusie van repliek, welke door mr. X was opgesteld, gewijzigd en ingediend bij de rechtbank Maastricht. In het petitum van de conclusie staat een onjuist schadebedrag vermeld;

2.    verweerder het briefgeheim heeft geschonden

Klager heeft ter toelichting op zijn klacht het volgende naar voren gebracht:

              3.2     In de conclusie van repliek had moeten staan dat de wederpartij veroordeeld diende te worden tot betaling van € 72.184. Dit bleek uit het rapport van Bouwbureau K, dat ten onrechte niet in de procedure is gebracht. Ten onrechte is wel de offerte van C  in het geding gebracht.

 

4          VERWEER

4.1     Klager was cliënt van de ex-kantoorgenoot van verweerder, mr. X. Verweerder heeft mr. X vervangen tijdens diens schorsing van 4 november 2012 tot 15 april 2013.  Na de beëindiging van de schorsing is mr. X  niet meer werkzaam geweest op het kantoor van verweerder. Hij heeft onder meer het dossier van klager meegenomen. Nadien heeft verweerder regelmatig naar het dossier gevraagd, maar hij heeft dit niet gekregen.

4.2     Verweerder heeft het dossier destijds goed bestudeerd en met klager met het oog op de door hem te nemen conclusie inhoudelijk voorbesproken.

4.3     Verweerder betwist dat er sprake is van onbevoegd en onprofessioneel handelen danwel van schending van het briefgeheim.

4.4     Verweerder kan niet nader inhoudelijk reageren op de klacht, aangezien mr. X het dossier bij zijn vertrek van het kantoor heeft meegenomen en weigert hiervan een kopie aan verweerder te verstrekken.

 

5          BEOORDELING

5.1      Klager heeft onvoldoende met concrete feiten onderbouwd dat verweerder in diens hoedanigheid van vervanger van mr. X gedurende diens schorsing, onbevoegd en onprofessioneel heeft gehandeld dan wel het briefgeheim heeft geschonden. Klager heeft ook  geen enkel stuk overgelegd waaruit hiervan blijkt.

5.2      Nu de  stellingen van klager door verweerder worden betwist en door klager geen enkel bewijs of onderbouwing van zijn stellingen is overgelegd, kan de klacht niet tot gegrondheid leiden en zal de raad de klacht in beide onderdelen als ongegrond afwijzen.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.

 

Aldus gegeven door , mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, Th. Kremers en W.H.N.C. van Beek, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 september 2014 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 2 september 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten te Limburg

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl