Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-05-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:178

Zaaknummer

14-59

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing naar aanleiding van klacht van eigenaar/bestuurder van een in staat van faillissement verklaarde B.V. tegen de curator en een kantoorgenoot van de curator. Het is niet de taak van de tuchtrechter om de bezwaren die een failliet heeft tegen het beleid van de curator (nogmaals) te beoordelen en om een oordeel te geven over de hoogte van het honorarium van de curator. Op geen enkele wijze is gebleken dat de curator zich zodanig heeft misdragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

Uitspraak

Beslissing van 8 mei 2014

in de zaak 14-59

naar aanleiding van de klacht van:

De heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerster sub 1

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder  sub 2

samen te noemen: verweerders

De voorzitter van de raad van discipline (hierna “de voorzitter”) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden Nederland van 9 april 2014 met kenmerk RvT 13-0385 door de raad ontvangen op 11 april 2014, en van de stukken die zijn vermeld op de in deze brief opgenomen inventarislijst en zijn genummerd van 1 tot en met 5. Voorts heeft de voorzitter kennisgenomen van de brief d.d. 11 april 2014 namens de deken geschreven waarin een correctie op de brief van 9 april 2014 is opgenomen.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2    Klager is eigenaar bestuurder van de besloten vennootschap [naam besloten vennootschap]. Bij vonnis van de (toenmalige) rechtbank Utrecht d.d. 28 augustus 2012 is [naam besloten vennootschap] in staat van faillissement verklaard met benoeming van verweerster sub 1 tot curator. Verweerder sub 2 ondersteunt verweerster sub 1 in zijn hoedanigheid van advocaat-stagiair bij de werkzaamheden in het faillissement.

1.3    Bij brieven van 9 november 2013, 15 november 2013 en 23 november 2013 heeft klager zich bij de rechter commissaris in het faillissement beklaagd over de handelwijze van verweerders in het faillissement.

1.4    Bij brief van 19 december 2013 heeft de rechter commissaris gereageerd op de klachten van klager.

1.5    Bij brief van 4 december 2013 heeft de klager de onderhavige klacht bij de deken ingediend. Bij brief van 11 december 2013 heeft klager de klacht aangevuld.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a)    misbruik te maken van haar positie van curator (dit geldt voor verweerster sub 1);

b)    te weigeren in te gaan op argumenten en documentatie van klager;

c)    onzorgvuldig en ineffectief te werken en zo met het honorarium de boedel van [naam besloten vennootschap] onnodig en onevenredig hoog te belasten;

d)    de boekhouding niet grondig en/of zorgvuldig te onderzoeken waarbij het erop lijkt dat bij verweerders basaal boekhoudkundig inzicht ontbreekt;

e)    de wijze waarop verweerder sub 2 klager in het faillissement aanspreekt en vervolgens niet reageert op vragen die klager hem stelt.

2. 2    Ter toelichting op de klacht heeft klager kopieën van een groot deel van de correspondentie die hij met verweerders heeft gevoerd in het geding gebracht. Hij stelt zich op het standpunt dat daaruit blijkt dat de curator een vlotte afwikkeling van het faillissement tegenwerkt en louter tijd verspilt.

2. 3    Klager verzoekt de deken om aan de hand van de door hem overgelegde correspondentie te handelwijze van verweerders te beoordelen en geeft aan dat hij graag zou zien dat er een onafhankelijk oordeel wordt gevormd over de “effectiviteit van de urenbesteding” en “de redelijkheid en mate waarin deze aan de boedel zijn doorbelast”.

2. 4    Ter toelichting op klachtonderdeel e) stelt klager dat hij er alles aan doet om zijn verplichtingen na te komen en dat verweerder sub 2 hem desondanks heeft aangesproken alsof klager geen medewerking zou verlenen.

3    VERWEER

3.1    Het verweer komt voor zover noodzakelijk bij de bespreking van de diverse klachtonderdelen aan de orde.

4    BEOORDELING

4.1    Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2    Het gaat in dit geval om het optreden van verweerster sub 1 in haar hoedanigheid van curator in een faillissement. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline valt de advocaat, ook wanneer hij niet als advocaat optreedt, onder het tuchtrecht, voor zover zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Dit is de maatstaf waaraan het handelen van verweerster sub 1, die handelt in haar hoedanigheid van curator in het faillissement [naam besloten vennootschap], dient te worden getoetst.

ad klachtonderdeel a)

4.3    Klager stelt zich op het standpunt dat verweerster sub 1 misbruik maakt van haar positie als curator doch heeft dit niet anders dan door overlegging van de correspondentie die hij met verweerster sub 1 heeft gevoerd onderbouwd. Het is de voorzitter daaruit niet gebleken dat verweerster op enigerlei wijze misbruik heeft gemaakt van haar positie als curator en dat als gevolg daarvan het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klachtonderdeel a) is dan ook kennelijk ongegrond.

ad klachtonderdeel b), c) en d)

4.4    Deze klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Uit de stukken die klager bij zijn klachtbrieven heeft overgelegd blijkt dat hij grote bezwaren heeft tegen de stappen die door verweerster sub 1 in haar hoedanigheid van curator in het faillissement zijn ondernomen en tegen de werkwijze die verweerders hanteren bij de afwikkeling van het faillissement. In de faillissementswet is vastgelegd op welke wijze een failliet zijn bezwaren tegen het handelen van een curator naar voren kan brengen en welke procedures hem/haar daarbij ter beschikking staan in het geval dat de curator beslissingen neemt waarmee de failliet het niet eens is. Klager heeft daarvan gebruik gemaakt door zich bij de rechter commissaris te beklagen over de handelwijze van verweerders. De rechter commissaris heeft bij brief van 19 december 2013 gereageerd op de bezwaren van klager. Geen van de bezwaren is door de rechter commissaris gegrond verklaard. In haar brief van 19 december 2013 heeft de rechter commissaris klager voorts uitgelegd dat het salaris van de curator door de rechtbank wordt vastgesteld nadat gebleken is dat de curator de uren op een verantwoorde wijze heeft besteed.

4.5    Het is niet de taak van de tuchtrechter om de bezwaren die een failliet heeft tegen het beleid van de curator (nogmaals) te beoordelen en om een oordeel te geven over de hoogte van het honorarium van de curator. Dit is slechts anders wanneer zou blijken dat de curator zich in diens hoedanigheid van curator heeft misdragen en daardoor het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Daarvan is de voorzitter uit de stukken die de deken in de onderhavige klachtzaak aan de raad heeft toegezonden niet gebleken. De klachtonderdelen b), c) en d) zijn derhalve eveneens kennelijk ongegrond.

ad klachtonderdeel e)

4.6    Verweerder sub 2 heeft aangegeven dat hij klager gewezen heeft op zijn inlichtingenplicht op grond van de artikelen 105 en 106 van de Faillissementswet omdat het hem moeite kostte om tijdig volledige informatie te krijgen van klager. Zonder nadere toelichting op de verweten gedragingen, die ontbreekt, kan de voorzitter daarin geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen zien. Ook het verwijt van klager dat verweerder sub 2 zijn vragen niet naar behoren beantwoordt of weigert te beantwoorden is niet geconcretiseerd door klager. Gelet hierop is ook het laatste klachtonderdeel kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Wijst de klacht af in alle onderdelen.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 8 mei 2014.

griffier     voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 12 mei 2014 per aangetekende post, per gewone post en per e-mail verzonden aan:

•    klager

en per gewone post aan:

•    verweerders

•    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

•    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten