Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:149

Zaaknummer

L 39 - 2014

Inhoudsindicatie

Door advocaat werd de verwachting gewekt dat hij de behandelend advocaat van klager was. Over overname door een kantoorgenoot dient met een cliënt overleg te worden gevoerd. Voor zover in afwachting van de betaling van de eigen bijdrage geen werkzaamheden worden verricht, dient de cliënt hierover te worden geïnformeerd.

Inhoudsindicatie

                        Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van 16 juni 2014

in de zaak L 39-2014

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

                    

                     

 

     

     klager

 

 

                      tegen:

 

 

 

                      

                      verweerder

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 17 februari 2014 met kenmerk DOK 179, door de raad ontvangen op 18 februari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 april 2014 in aanwezigheid van verweerder . Via de griffier van het Hof van Discipline bereikte de raad een e-mail van klager dd. 10 april 2014, waarbij klager om aanhouding van de mondelinge behandeling verzocht. De griffier van de raad heeft klager per e-mail dd. 14 april 2014 bericht dat de raad in de email van klager geen aanleiding zag om de mondelinge behandeling aan te houden. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de  deken dd. 17 februari 2014, met bijlagen.

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klager heeft zich op 26 november 2012 gewend tot het kantoor van verweerder met het verzoek hem bij te staan in een strafzaak. Op 29 november 2012 zou een zitting plaatsvinden. Klager had hiervoor reeds uitstel gevraagd. Verweerder heeft zich op 27 november 2012 gesteld als raadsman en daarbij om uitstel gevraagd, welk verzoek door de rechtbank Utrecht werd gehonoreerd. De zitting werd aangehouden tot 14 februari 2013.

2.2      Verweerder heeft op 17 december 2012 de eigen bijdrage bij klager in rekening gebracht.

2.3      Op 4 februari 2013 schreef mr. X, kantoorgenoot van verweerder, dat hij van de griffier van de rechtbank had vernomen dat de zitting op 14 februari 2013 zou plaatsvinden. Hij verzocht klager aan hem te bevestigen dat hij bij de behandeling aanwezig zou zijn. Hij verzocht voorts de declaratie van 17 december 2012 betreffende de eigen bijdrage te voldoen.

2.4      Mr. X heeft op 13 februari 2013 desgevraagd de stukken aan de opvolgende advocaat toegestuurd.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.                 verweerder de voorbereiding van zijn strafzaak op zijn beloop heeft gelaten door geen tijd vrij te maken voor een inhoudelijke bespreking en voor het bepalen van een strategie, terwijl klager wel daarom tijdig verzocht heeft.

2.                 verweerder klager in een zeer laat stadium – 10 dagen voor de zitting- heeft meegedeeld dat verweerder zich ter zitting zou laten vervangen door een kantoorgenoot.

 

4          VERWEER

4.1      De nieuwe zitting zou op 14 februari 2013 plaatsvinden. Omdat verweerder op  die dag reeds verplichtingen had bij de rechtbank Haarlem is besloten dat mr. X , kantoorgenoot van verweerder, de belangen van klager verder zou behartigen.

4.2      Reeds op 17 december 2012 is de nota voor de te betalen eigen bijdrage aan klager toegezonden. Klager heeft de nota onbetaald gelaten. De ervaring heeft verweerder geleerd dat indien een zaak is afgedaan, de eigen bijdrage veelal niet meer wordt betaald. Zolang klager de nota ter zake van de eigen bijdrage niet had  voldaan was verweerder noch zijn kantoorgenoot gehouden enige werkzaamheid voor klager te verrichten. Als klager de eigen bijdrage zou hebben betaald, zou hij zijn uitgenodigd voor een gesprek.

4.3      Op 4 februari 2013 is een rappel gestuurd met het verzoek contact op te nemen met mr. X. Dat de tijd kort was om de zaak voor te bereiden was aan klager zelf te wijten, nu hij de declaratie onbetaald heeft gelaten en evenmin gehoor heeft gegeven aan het verzoek om contact op te nemen met mr. X. Verweerder bestrijdt overigens dat een zaak niet in tien dagen kan worden voorbereid. Indien klager contact had opgenomen om te laten weten dat hij naar de zitting zou komen, dan zou hij nogmaals zijn gewezen op de openstaande declaratie. Indien klager deze had betaald of een regeling had getroffen zou desgewenst gewoon een bespreking op kantoor hebben plaatsgevonden.

 

5       BEOORDELING

5.1     Verweerder heeft ter zitting van de raad verklaard nimmer contact te hebben gehad met klager. V erweerder verklaarde voorts dat hij, nadat klager zich tot zijn kantoor had gewend, aan een kantoorgenoot heeft gevraagd deze zaak te behandelen. In zijn brief dd. 13 april 2013 aan de deken heeft verweerder verklaard zich op 27 mei 2012 te hebben gesteld voor klager en om uitstel van de zitting te hebben verzocht, aan welk verzoek gehoor is gegeven. Dat verweerder de zaak direct na binnenkomst aan zijn kantoorgenoot in behandeling zou hebben gegeven, is hiermee in tegenspraak. Dat verweerder de zaak nadat hij zich als raadsman had gesteld heeft overgedragen aan zijn kantoorgenoot blijkt evenmin uit de aan de raad overgelegde stukken. De nota dd. 17 december 2012 is uit naam van verweerder aan klager toegezonden. Verweerder stelt dat de toevoeging in december 2012 op naam van mr X is verleend, doch dit kan door de raad niet worden vastgesteld, nu verweerder hiervan geen afschrift aan de raad heeft overgelegd.

5.2     Op grond van het bovenstaande heeft verweerder de verwachting gewekt dat hij de behandelend advocaat van klager was. Voor zover het de bedoeling was dat mr. X de zaak van klager verder zou  behandelen had het op de weg van verweerder gelegen hem hiervan tijdig op de hoogte te stellen. Voor zover het niet betalen van de eigen bijdrage voor verweerder aanleiding was om geen werkzaamheden voor klager te verrichten had van hem verwacht mogen worden dat hij klager ervan in kennis had gesteld dat geen werkzaamheden zouden worden verricht, zolang de eigen bijdrage door klager niet was voldaan.

5.3     Klager ontving zonder voorafgaand bericht dat hij verder door mr. X zou worden bijgestaan, een brief dd. 4 februari 2013 van mr. X. De raad volgt verweerder niet in diens verweer dat uit deze brief volgt dat klager contact met mr. X diende op te nemen voor nader overleg. De brief bevat enkel het verzoek om aan mr X te bevestigen dat hij bij de behandeling aanwezig zou zijn. Nu verweerder zich had gesteld als advocaat van klager en aan klager voor de brief dd. 4 februari 2013 nimmer kenbaar is gemaakt dat niet verweerder, maar mr. X de zaak zou behandelen, had het op de weg van verweerder gelegen de aanpak van de zaak met klager te bespreken, waaronder de eventuele overname van de zaak door mr. X.. Dat klager in het ongewisse is gelaten over de aanpak van de zaak valt verweerder tuchtrechtelijk aan te rekenen. De raad zal de klacht in beide onderdelen van de klacht gegrond verklaren en acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond en legt ter zake aan verweerder  de maatregel van enkele waarschuwing op.

 

 

 

Aldus gegeven door , mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, P.A.M. van Hoef, A.J. Sol en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 juni 2014 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 juni 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl