Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-06-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:142

Zaaknummer

L 295 - 2013

Inhoudsindicatie

Niet gebleken dat de opdracht tot het verrichten van werkzaamheden door de advocaat is aanvaard; evenmin dat zij expliciet te kennen had gegeven dat zij geen contact met de voorgaande advocaat mocht opnemen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 16 juni 2014

in de zaak L 295-2013

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

                    

                     

 

                                        klaagster

 

                                        gemachtigde :

                                       

                                        tegen:

 

                                       

                                       

                                  

 

                                       verweerster

 

     

    

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 30 september 2013 met kenmerk DOK 250, door de raad ontvangen op 1 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 april 2014 in aanwezigheid van klaagster, de gemachtigde van klaagster en verweerster.       . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 30 september 2013, met bijlagen.

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klaagster heeft zich per email dd. 30 november 2011 tot verweerster gewend met het verzoek een zaak van mr. X over te nemen. Verweerster heeft klaagster per email van gelijke datum beantwoord dat er voor haar geen rol meer was weggelegd, nu zij begreep dat er nog enkel sprake was van de executie van een vonnis. Verweerster heeft klaagster voor deze werkzaamheden naar een deurwaarder doorverwezen.

2.2      Klaagster verzocht verweerster per e-mail dd. 1 december 2012 haar in contact te brengen met een deurwaarder. Klaagster verzocht verweerster voorts twee zaken van haar vorige advocaat over te nemen.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerster geen rechtsbijstand heeft verleend in de zaken welke zij van klaagster onder zich had;

2.    verweerster heeft ondanks het uitdrukkelijk verzoek van klaagster zulks niet te doen, toch contact opgenomen met mr. X.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerster heeft de zaken van klaagster nimmer in behandeling genomen. Van een overeenkomst van opdracht is geen sprake geweest. Verweerster heeft klaagster in één zaak doorverwezen naar de deurwaarder en in de overige zaken naar een collega advocaat. Hiervan valt verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

4.2        Verweerster heeft in verband met een mogelijke overdracht van zaken contact opgenomen met de voorgaande advocaat van klaagster. De wens van klaagster om geen contact met haar voorgaande advocaat op te nemen, was verweerster niet bekend.

 

5          BEOORDELING

5.1      Noch uit de aan de raad overgelegde stukken, noch uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat verweerster een opdracht van klaagster tot het verrichten van werkzaamheden heeft aanvaard. Dat verweerster enkele stukken in ontvangst heeft genomen betekent niet dat zij een opdracht van klaagster zou hebben aanvaard. Het is begrijpelijk dat verweerster eerst stukken diende te bestuderen alvorens zij tot de conclusie kon komen dat in de zaak tegen Raadschilders voor haar geen rol was weggelegd. Door klaagster wordt niet betwist dat verweerster klaagster in de zaak tegen Raadschilders naar de deurwaarder heeft doorverwezen en evenmin dat zij klaagster in de andere zaken heeft doorverwezen naar mr. B. Nu niet is komen vast te staan dat verweerster een opdracht van klaagster heeft aanvaard, zal de raad het eerste onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

5.2     Het staat een advocaat vrij om contact op te nemen met een voorgaande advocaat. Dat klaagster verweerster expliciet te kennen had gegeven dat zij niet wenste dat verweerster contact opnam met haar voorgaande advocaat is door klaagster niet aangetoond of anderszins aannemelijk gemaakt. Het tweede onderdeel van de klacht kan daarom evenmin tot gegrondheid leiden.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door , mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, P.A.M. van Hoef, A.J. Sol en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 juni 2014 .

 

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 juni 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerster

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voorzover deze niet-ontvankelijk / ongegrond is verklaard tevens door

-      klaagster

-        de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg   

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda .

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl