Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-01-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:4

Zaaknummer

L 259 - 2013

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft een door hem ten gunste van klager ontvangen bedrag verrekend met zijn declaratie. Doordat klager het kantoorcontract voor akkoord heeft ondertekend heeft deze blijk gegeven van zijn instemming. Klacht ongegrond

Uitspraak

 

Beslissing van 13 januari 2014

in de zaak L 259 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

A.

 

       

klager

 

tegen:

 

B.

 

 

                                        verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 27 augustus 2013 met kenmerk DOK 180, door de raad ontvangen op 28 augustus 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 18 november 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 27 augustus 2013 met bijlagen en van de nagekomen brief van klager van 7 oktober 2013, door de raad ontvangen op 11 oktober 2013, met bijlagen.

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Klager heeft zich eind 2008 tot het kantoor van verweerder gewend met het verzoek zijn belangen te behartigen aangaande een verkeersongeval. Een kantoorgenote van verweerder heeft het dossier behandeld en de belangen van klager behartigd.

2.2      Bij aanvang van de opdracht heeft verweerder een kantoorcontract aan klager voorgelegd, welk contract door klager voor akkoord is ondertekend. In dat contract heeft klager er mee ingestemd dat openstaande declaraties door verweerder mochten worden verrekend met namens klager ontvangen gelden. Op 8 december 2011 heeft de wederpartij van klager een voorschot van € 2.500,00 voldaan. Bij brief van 19 december 2011 heeft het kantoor van verweerder aan klager bericht dat de openstaande declaratie met dat voorschot is verrekend. Het restant is op 22 december 2011 aan klager voldaan. Nadat de tegenpartij van klager de nota van het kantoor van verweerder alsnog heeft betaald, heeft het kantoor van verweerder het door hem ontvangen bedrag aan klager overgemaakt. Doordat de tegenpartij van verweerder niet de volledig nota heeft voldaan, ontstond een tekort van € 48,28. Dat tekort is door het kantoor van verweerder op 13 november 2012 aan klager betaald. Uiteindelijk heeft het kantoor van verweerder, nadat de deken zijn standpunt heeft ingenomen, ook de gederfde rente over het voorschotbedrag en het tekort aan klager vergoed.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder zijn declaratie met ten behoeve van klager ontvangen voorschotten heeft verrekend.

 

4          VERWEER

4.1     Verweerder stelt zich op het standpunt dat door hem niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld. Verweerder wijst op de opdrachtbevestiging en het kantoorcontract waarin nadrukkelijk is opgenomen dat het verweerder is toegestaan om openstaande declaraties te verrekenen met ten behoeve van klager ontvangen bedragen.

4.2     Conform de regels van de orde en ook van de LSA mogen derdengelden, aldus verweerder, verrekend worden mits dit duidelijk vooraf met de cliënt is afgesproken. Volgens verweerder is daarvan sprake aangezien een duidelijke uitleg tijdens het eerste gesprek met klager is gegeven, in de eerste brief aan klager een heldere uitleg wordt herhaald, duidelijke bewoordingen en afspraken in het door beide partijen ondertekende kantoorcontract zijn opgenomen en het kantoor van verweerder duidelijk schriftelijk met klager heeft gecommuniceerd omtrent de verrekening.

4.3     Verweerder wijst er daarnaast nog op dat hij, geheel onverplicht, het tekort van € 48,28, dat was ontstaan doordat de tegenpartij van klager te weinig had betaald, nog aan klager heeft overgemaakt.

 

5           BEOORDELING

5.1     Klager verwijt verweerder dat verweerder door hem ontvangen bedragen heeft verrekend met een declaratie. Uitgangspunt is dat het een advocaat niet is toegestaan om zonder toestemming van zijn cliënt een voor de cliënt geïncasseerd bedrag te verrekenen. Dat is slechts anders wanneer expliciet met een cliënt de mogelijkheid van verrekening is overeengekomen en de cliënt derhalve zijn toestemming heeft gegeven voor verrekening. Verweerder heeft verwezen naar het door klager voor akkoord ondertekende kantoorcontract waarin is opgenomen dat door de verzekeraar ontvangen voorschotten mogen worden aangewend ter dekking van advocaatkosten en door verweerder mogen worden verrekend met openstaande declaraties van zijn kantoor.

5.2     Gelet op de bepaling in het kantoorcontract, stelt de raad vast dat klager bij aanvang van de behandeling van het dossier nadrukkelijk heeft ingestemd met verrekening van door verweerder ten gunste van klager te ontvangen bedragen. Verweerder heeft klager hierover duidelijk geïnformeerd en heeft dit ook bij aanvang van de behandeling van het dossier met klager besproken. Door ondertekening van het contract heeft klager blijk gegeven van zijn instemming met verrekening.

5.3     Door klager is nog aangegeven dat hij in financiële nood verkeerde en dat verweerder om die reden de afspraak in het kantoorcontract niet had mogen uitvoeren, maar het voorschot direct aan klager had moeten betalen. Door verweerder is weersproken dat hij op de hoogte was van een financiële noodsituatie bij klager. Klager heeft desgevraagd ter zitting niet kunnen bevestigen dat verweerder van die noodsituatie op de hoogte was. In die omstandigheden ziet de raad geen reden waarom verweerder zijn declaratie niet conform het kantoorcontract mocht verrekenen. De klacht is derhalve ongegrond.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mevrouw mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.B.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 januari 2014.              

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 14 januari 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:                   

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                  Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:

-        klager

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl