Rechtspraak
Uitspraakdatum
27-01-2014
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2014:30
Zaaknummer
R. 4285/13.192
Inhoudsindicatie
Betwisting opdracht. Geen schriftelijke bevestiging noch andere stukken aanwezig. Raad kan niet vaststellen dat opdracht verstrekt is. Gebrekkige informatieverstrekking blijkt evenmin uit dossier. Niet hebben ontvangen van een op de gebruikelijke wijze verzonden brief acht de raad onwaarschijnlijk. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
Uitspraak
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 1 september 2013 met kenmerk K144 2013 bm/ksl, door de raad ontvangen op 3 september 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 25 november 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Klager werd ter zitting bijgestaan door zijn gemachtigde mr. A. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Verweerster heeft klager bijgestaan in een strafzaak die heeft geleid tot een vonnis van de rechtbank Den Haag van 1 december 2009.
2.3 Verweerster heeft klager bijgestaan in een strafzaak die heeft geleid tot een arrest van het Hof Den Haag van 26 maart 2012. Klager is daarbij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Hij had reeds 18 maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht.
2.4 Verweerster heeft op verzoek van klager hoger beroep aangetekend tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 1 oktober 2012. Daarvan heeft zij klager bij brief d.d. 15 oktober 2012 als volgt op de hoogte gesteld:
“Bijgaand tref je aan het grievenformulier. Ik tekende hoger beroep aan op jouw verzoek. De zaak inhoudelijk zegt mij niets. Vandaar ook deze brief. Wil je dit formulier invullen en retourneren aan de Rechtbank. Het beste is om deze even af te geven bij de Centrale balie en om een stempel te vragen. Wel binnen 14 dagen na heden!! Zet er duidelijk in dat je het niet eens bent met de beslissing en motiveer ook waarom je het hier niet eens bent. Let op de termijn van 14 dagen, als je die laat verlopen kan de rechter het aangetekende beroep weigeren.
Ik wijs je erop dat (ook nog) het verlofstelsel van toepassing, daar het toegekende bedrag onder de € 500,- is. Je moet dus motiveren waarom jij vindt dat je in hoger beroep wilt komen. Wij vernemen tzt wel of dit aangetekende hoger beroep wordt ontvangen. Laat je mij ook weten als je een oproep ontvangt?
Succes.”
2.5 Naar aanleiding van de brief van 15 oktober 2012 heeft verweerster niet van klager vernomen.
2.6 Bij brief met bijlagen van 1 mei 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat
a. zij heeft nagelaten een klaagschrift op te stellen strekkende tot teruggave van inbeslaggenomen motorscooters;
b. zij onjuiste informatie heeft verschaft over de mogelijkheid van compensatie wegens ten onrechte in hechtenis doorgebrachte tijd;
c. zij heeft nagelaten een appelschriftuur in te dienen in een door een kantoorgenoot voor klager ingesteld hoger beroep, met als gevolg dat het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard waardoor de uitspraak in eerste aanleg onherroepelijk is geworden.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
Ten aanzien van klachtonderdeel a.
5.1 Een advocaat is gehouden tot schriftelijke vastlegging van belangrijke informatie ten einde misverstanden te voorkomen. Dat schriftelijke informatie niet voorhanden is, maakt echter niet dat dit een advocaat altijd valt te verwijten. Klager stelt verweerster opdracht te hebben gegeven een klaagschrift op te stellen, maar voor die stelling bevinden zich geen aanknopingspunten in het dossier. Die opdracht is ook niet schriftelijk bevestigd. Gesteld noch gebleken is dat klager er bij verweerster op heeft aangedrongen het klaagschrift in te dienen. Al met al kan de raad derhalve niet vaststellen of klager daadwerkelijk de opdracht heeft gegeven zoals door hem gesteld. Dit klachtonderdeel acht de raad dan ook ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel b.
5.2 Het voorgaande geldt evenzeer ten aanzien van het klachtonderdeel dat ziet op de informatieverstrekking aangaande de compensatie voor ten onrechte in hechtenis doorgebrachte tijd. Stukken ontbreken en verweerster heeft de stellingen van klager op dit punt gemotiveerd weersproken. De raad acht dan ook dit klachtonderdeel ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel c.
5.3 Ten aanzien van het klachtonderdeel betreffende het niet indienen van een appelschriftuur heeft verweerster verwezen naar haar brief van 15 oktober 2012 aan klager. Daaruit blijkt dat het initiatief tot het opstellen en indienen van het schriftuur bij klager lag. Klager stelt weliswaar dat deze brief hem niet heeft bereikt, maar dat acht de raad onwaarschijnlijk omdat het juiste adres is gebruikt en verweerster heeft aangegeven dat de in de brief geschetste gang van zaken binnen haar kantoor gebruikelijk is. Dat de brief achteraf zou zijn opgesteld heeft de raad evenmin kunnen vaststellen. Ook dit klachtonderdeel acht de raad derhalve ongegrond.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline:
- verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, P.C.M. van Schijndel en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 januari 2014.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 28 januari 2014 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl