Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2014:57

Zaaknummer

L 322 - 2013

Inhoudsindicatie

 

Advocaat is tot aan de dag van de indiening van de klacht weigerachtig gebleven om verzochte dossier aan voormalig cliënt af te geven. Pas drie dagen nadat de deken zijn standpunt in de klachtzaak had geformuleerd overgegaan tot afgifte van de verzochte dossiers.

Klacht staat niet op zichzelf, bij beslissing van gelijke datum zijn meerdere zaken gegrond verklaard. Geen inzicht in het tuchtrechtelijk ontoelaatbare karakter van zijn handelen in alle zaken; niet geleerd van eerder tuchtrechtelijk veroordelingen (waaronder meerdere schorsingen).

Klacht gegrond; schrapping

Uitspraak

 

Beslissing van 17 maart 2014

in de zaak L 322-2013

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

A.

klager

 

tegen:

B.

                       

 

 

                                        verweerder

 

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 15 oktober 2013 met kenmerk DOK 306, door de raad ontvangen op 16 oktober 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 januari 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 15 oktober 2013, met bijlagen.

 

 

2          klacht

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.            verweerder weigert om dossiers aan klager af te staan;

2.            verweerder weigert € 300, - aan klager te betalen, die klager op grond van een uitgesproken veroordeling door de kantonrechter toekomt.

 

3          VERWEER

3.1     De klacht betreffende de overdracht van dossier heeft betrekking op zaken die een voormalig kantoorgenoot onder zich had. Deze dossiers bevinden zich extern in een archief. Verweerder doet zijn best, maar hij krijgt ze niet allemaal boven water.

 

3.2     Het bedrag ad € 300, - betreft een schuld van het gefailleerde advocatenkantoor X, niet van verweerder.

 

4          BEOORDELING

4.1      Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat het in totaal 2 jaar heeft geduurd alvorens verweerder is overgegaan tot afgifte van de verzochte dossiers aan klager. Pas nadat klager bij de deken een klacht had ingediend heeft verweerder in het kader van de instructie van de klacht bij brief dd. 2 september 2013 toegezegd de dossiers aan klager te zullen toesturen. Vervolgens heeft het nog tot 18 oktober 2013 -drie dagen nadat de deken zijn dekenstandpunt had geformuleerd- geduurd alvorens verweerder de dossiers aan klager heeft toegezonden. Het verweer dat de dossiers zich in een extern archief bevinden ontslaat een advocaat niet van de verplichting om een verzoek om toezending van zijn dossiers met voortvarendheid te behandelen. Hiervan is in deze geen sprake. Verweerder is tot aan de indiening van een klacht weigerachtig gebleven om de gevraagde dossiers aan klager af te geven. Door niet adequaat te reageren op het verzoek van klager om tot afgifte van de door hem verzocht dossiers over te gaan, heeft verweerder zich niet gedragen zoals van een behoorlijk advocaat verwacht mag worden.

4.2      De vordering ad € 300,- betreft een vordering op X en dient derhalve te worden ingediend bij de curator in het faillissement van X. Dat een vordering op het inmiddels gefailleerde advocatenkantoor X onbetaald is gebleven, valt verweerder tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Klachtonderdeel 2 zal als ongegrond worden afgewezen.

 

 

5          MAATREGEL

5.1      Het aan  verweerder tuchtrechtelijk verweten handelen rechtvaardigt een maatregel. De onderhavige klacht staat echter niet op zichzelf. Er zijn nog andere klachten van de deken en van individuele klagers (bij de raad bekend onder nummers L 323-2013, L 330-2013, en L 342-2013), welke klachten in de vandaag genomen beslissingen (grotendeels) gegrond zijn verklaard, waarin het verweerder tuchtrechtelijk verweten handelen, eveneens een  maatregel rechtvaardigt.

5.2      Verweerder heeft door het hem in bovenvermelde klachtzaken verweten handelen het vertrouwen dat de samenleving in de kwaliteit en integriteit van de advocatuur moet kunnen stellen, in ernstige mate geschaad, en heeft in het bijzonder ook het vertrouwen in zijn eigen beroepsuitoefening - naar het oordeel van de raad onherstelbaar - beschadigd. Verweerder heeft, zoals ter zitting nader is gebleken, geen inzicht in het niet slechts tuchtrechtelijk maar ook maatschappelijk ontoelaatbare karakter van zijn handelen. Gebleken is voorts dat verweerder niet heeft geleerd van zijn eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen (waaronder meerdere schorsingen), waardoor bij de raad de vrees heeft postgevat dat verweerder in herhaling zal vallen indien hem de gelegenheid daartoe geboden wordt zodra verweerder zich opnieuw zou doen inschrijven op het tableau voor advocaten.

 

5.3      Op grond van het in deze zaak verweten handelen, in samenhang met de in voormelde andere zaken aan verweerder verweten gedragingen, komt de raad tot de conclusie dat het niet verantwoord is indien verweerder zijn praktijk als advocaat opnieuw zou gaan uitoefenen. De raad zal aan verweerder de maatregel van schrapping van het tableau opleggen, waarbij naar het oordeel van de raad het door art. 46 Advocatenwet beschermde maatschappelijk belang vordert dat de deken het enkele feit van de schrapping van verweerder van het tableau openbaar maakt op de aldaar gebruikelijke wijze zodra deze schrapping onherroepelijk is geworden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

 

verklaart onderdeel 1 van de klacht gegrond;

 

wijst onderdeel 2 van de klacht als ongegrond af;

 

legt aan verweerder op de maatregel van schrapping van het tableau, ingaande op de tweede dag na het onherroepelijk worden van deze beslissing;

 

beveelt dat het enkele feit van deze schrapping van verweerder van het tableau  door de deken openbaar zal worden gemaakt op de aldaar gebruikelijke wijze zodra deze onherroepelijk is geworden.

 

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs W.H.N.C. van Beek, Th. Kremers,

A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 maart 2014.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 18 maart 2014

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-         

en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:

-      klager

-        de deken van de orde van advocaten te Limburg    

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl