Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-03-2014

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2014:39

Zaaknummer

13-208

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing betreffende klacht  dat verweerder in een e-mailbericht, dat bestemd was voor zijn secretaresse,  klager heeft omschreven als een advocaat die niet kan worden vertrouwd. Abusievelijk heeft verweerder een afschrift van dit e-mailbericht aan klager gestuurd. Klager omschrijven als een advocaat die niet kan worden vertrouwd kan als onwelvoeglijk en als maatschappelijk onbehoorlijk worden aangemerkt, maar het is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat het e-mailbericht niet voor klager bestemd was. Daarom is het verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 24 maart 2014

in de zaak 13-208

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 7 oktober 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 13 september 2013 met kenmerk RvT 13-0159/LB/sd, door de raad ontvangen op 16 september 2013, heeft de toenmalige deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 7 oktober 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht afgewezen, welke beslissing op 11 oktober 2013 is verzonden aan klager.

1.3    Bij brief van 15 oktober 2013, door de raad ontvangen op 16 oktober 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 februari 2014 in aanwezigheid van mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. H. Dulack, F.A.M. Knüppe, K.F. Leenhouts en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken, die de deken bij zijn brief van 13 september 2013 heeft gevoegd alsmede van het verzetschrift van klager van 15 oktober 2013.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.2    Zonder enige grond heeft verweerder bij derden de indruk gewekt dat klager niet te vertrouwen zou zijn. Aldus heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

3.3    Dat de uitlating van verweerder slechts voor zijn secretaresse bestemd was en binnenskamers is gebleven wordt bij gebrek aan wetenschap betwist en is niet relevant omdat de secretaresse ook als derde kan worden aangemerkt.

3.4    Dat verweerder zijn excuses heeft aangeboden is niet relevant.

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast door te oordelen dat de litigieuze mededeling als onwelvoeglijk en/of als maatschappelijk onbehoorlijk kan worden aangemerkt, maar dat dit niet betekent dat de mededeling tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

4.2    Bij de beoordeling heeft de voorzitter acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. H. Dulack, F.A.M. Knüppe, K.F. Leenhouts en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. A. Huber als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 maart 2014.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 24 maart 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.